Noors staatsinvesteringsfonds stapt uit 11 Israëlische bedrijven


Key takeaways

  • Het Noorse Sovereign Wealth Fund is gestopt met het investeren in 11 Israëlische bedrijven vanwege ethische bezwaren tegen de humanitaire crisis in Gaza en het conflict op de Westelijke Jordaanoever.
  • De publieke druk die ontstond door berichten in de media over investeringen in een bedrijf dat onderdelen voor Israëlische straalmotoren produceert, zette de regering ertoe aan om in te grijpen en de belangen van het fonds te herzien.
  • De fondsbeheerder besloot om alle belangen in Israëlische bedrijven die niet in de benchmarkindex van het ministerie van Financiën waren opgenomen te verkopen, als blijk van zijn toewijding aan verantwoorde beleggingspraktijken.

Het Noorse staatsinvesteringsfonds, het grootste ter wereld met activa van ongeveer 1,65 biljoen dollar (1,419 biljoen euro), heeft aangekondigd zijn belangen in 11 Israëlische bedrijven te verkopen. De beslissing komt er nu de investeringen van het fonds in Israël steeds meer onder politiek toezicht komen te staan.

Nicolai Tangen, de beheerder van het fonds, noemde “uitzonderlijke omstandigheden” om de desinvestering te rechtvaardigen, waarbij hij wees op de ernstige humanitaire crisis in Gaza. Hij erkende de complexiteit van de situatie en wees erop dat het fonds belegt in bedrijven die actief zijn in een door oorlog verscheurde regio en benadrukte de recente verslechtering van de omstandigheden op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook.

Controverse zet aan tot publieke druk

De controverse kwam tot uitbarsting na artikelen van de Noorse krant Aftenposten waarin de investering van het fonds in Bet Shemesh Engines Holdings werd onthuld, een Israëlisch bedrijf dat onderdelen van straalmotoren produceert die worden gebruikt in Israëlische gevechtsvliegtuigen. Tangen bevestigde deze informatie en voegde eraan toe dat het fonds zijn belang had verhoogd, zelfs na het begin van het Israëlische militaire offensief in Gaza.

Als reactie op de publieke druk vroeg de Noorse premier Jonas Gahr Støre aan minister van Financiën Jens Stoltenberg om contact op te nemen met het fonds. Stoltenberg vroeg vervolgens aan NBIM om zijn investeringen in Israëlische bedrijven te herzien.

Beleggingen buiten de benchmark combineren

NBIM onthulde dat het fonds medio 2025 beleggingen aanhield in 61 Israëlische bedrijven, waarvan er 11 niet waren opgenomen in de “benchmarkindex” die door het ministerie van Financiën wordt gebruikt om de economische prestaties van het fonds te meten. Er is besloten om alle participaties in Israëlische bedrijven die niet in deze index waren opgenomen “zo snel mogelijk” te verkopen, aldus de fondsbeheerder.

NBIM zei ook dat het al lange tijd bijzondere aandacht besteedt aan bedrijven die betrokken zijn bij oorlog en conflicten, en sinds 2020 met meer dan 60 bedrijven over dit onderwerp in gesprek is. 39 van deze gesprekken waren specifiek gericht op de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. In de herfst van 2024 is het onderzoek naar Israëlische bedrijven geïntensiveerd, wat leidde tot de verkoop van investeringen in verschillende bedrijven. (fc)

Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!

Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.