Luxemerken voelen zich op luchthavens bijzonder goed op hun gemak. Dat zegt Carol Ryan, redacteur bij de Amerikaanse zakenkrant Wall Street Journal, in een commentaar op een rapport van makelaar Savills. Die studie toonde dat de grote luxemerken van de wereld de voorbije drie jaar op luchthavens drieëndertig nieuwe winkels hebben geopend. Tegelijkertijd heeft een groot deel van diezelfde merken hun winkeluitbreidingen op andere locaties vertraagd.

De trend zet zich ook in de toekomst wellicht verder door. Christian Dior, Gucci, Hermès, Louis Vuitton en Prada behoren tot de dertien internationale merken die zich hebben ingeschreven voor winkels op de nieuwe luchthaven van Istanboel.

Toerisme

“Merken volgen hun consumenten,” verduidelijkt Carol Ryan het fenomeen. “De luxeklant stelt zich steeds mobieler op en gaat vaak op reis. Vorig jaar groeide de verkoop van luxemerken in luchthavens met 7 procent. In de supermarkten kende de omzet daarentegen een daling met 4 procent. De merkwinkels in de stadscentra lieten een status-quo optekenen. Alleen de online omzet kende een sterkere groei dan de verkoop op de luchthavens.”

“Vorig jaar werden 1,4 miljard aankomsten geteld,” zegt Ryan. “Dat was een stijging met 6 procent tegenover het jaar voordien. Vliegtuigpassagiers hebben over het algemeen een groter bestedingsbudget dan de gemiddelde consument. Luchthavens zijn dan ook een efficiënte locatie om de omzet te verhogen.”

“Luchthavens worden bovendien zelf ook steeds afhankelijker van commerciële inkomsten. Dat is nodig omdat de concurrentie voor het aantrekken van verbindingen een neerwaartse druk uitoefent op de landingsrechten. Daardoor zijn luchthavens meer bereid hun terminals te renoveren volgens de normen die wereldwijde luxemerken eisen.”

De competitie voor ruimte op de drukste internationale luchthavens – zoals Londen Heathrow of Paris Charles de Gaulle – is bijzonder hard. Winkels op luchthavens zijn dan ook bijzonder duur. Luchthavens vragen doorgaans tussen 20 procent en 30 procent van de omzet van de uitbaters. “Luxemerken zijn echter bereid om veel geld te betalen om dichter bij de consument te komen,” benadrukt Carol Ryan nog.

“Dat geldt zeker voor Chinese klanten. Deze groep neemt wereldwijd een derde van alle uitgaven aan luxegoederen voor zijn rekening. Chinezen hebben ook de neiging om bij buitenlandse reizen uitgebreid te winkelen. Onder meer Sydney en Singapore zijn bij luxemerken bijzonder populair. Dat heeft te maken met de grote aantallen Chinese toeristen die door hun luchthavens reizen.”

Verkoopdichtheid

“Een extra aantrekkingskracht van luchthavens is de sterke verkoopdichtheid die winkels er kunnen realiseren,” voert Ryan nog aan. “Deze parameter weerspiegelt de opbrengst per vierkante meter. Dat bedrag kan op een luchthaven tot drie keer hoger liggen dan in een merkboetiek in het stadscentrum. Dat voordeel wordt vooral in de hand gewerkt door langere openingstijden en grotere consumententrafieken.”

“Luchthavens zijn een van de weinige sectoren in de detailhandel waar deze trafieken nog verder kunnen groeien. Men verwacht immers dat de luchthaventrafieken tegen het einde van volgend decennium nog met 29 procent zullen toenemen.”

“Een luchthavenboetiek biedt merken tenslotte ook een opportuniteit om voet aan grond te zetten op veelbelovende markten waar de luxesector zich nog niet in de stadscentra heeft ontwikkeld. Een aantal steden in India zijn daarvan een typisch voorbeeld.”