Stel je voor: je telefoon gaat. Je weet niet wie er belt. In plaats van op te nemen zoek je het nummer online op, stuur je een sms of negeer je het gesprek gewoon. Dit scenario is geen uitzondering, maar de realiteit voor een groot deel van de jongeren. Volgens een onderzoek van Uswitch neemt een kwart van de mensen tussen de 18 en 34 jaar nooit de telefoon op en geeft bijna 70 procent van deze groep de voorkeur aan een tekstbericht boven een telefoontje. Wat zit er achter deze verschuiving in communicatie; en wat zijn de gevolgen?
De gewoonte om te schrijven in plaats van te bellen heeft zijn wortels in de technologische en financiële realiteit waarin millennials en Gen Z opgroeiden. In een tijd waarin je voor elke sms moest betalen en een telefoongesprek je hele zakgeld kon kosten, leerden jongeren hun communicatie te besparen en efficiënter te maken. Sms’en werd de norm, en bellen de uitzondering.
Spraakberichten
Deze trend is niet gestopt met de komst van smartphones en onbeperkte bundels. Integendeel; berichten sturen, memes delen, spraaknotities gebruiken of communiceren via sociale media als Instagram en Snapchat maken het contact nog eenvoudiger en passen zich aan individuele behoeften aan. In de stilte van asynchrone platforms kan iedereen zich op zijn eigen tempo uitdrukken, doordachter en zonder directe druk om te reageren.
Spraakberichten vormen daarbij een compromis tussen bellen en schrijven. Voor een deel van de jonge generatie zijn ze prettiger dan een telefoongesprek, omdat ze intonatie en emotie overbrengen, maar geen directe aandacht vereisen. Terwijl bijna 40 procent van de jongeren spraakberichten als favoriete communicatiemiddel ziet, is dat bij mensen tussen de 35 en 54 jaar slechts 1 procent.
Bellen veroorzaakt ongemak
Psychologen wijzen erop dat telefoneren bij jongeren vaak ongemak veroorzaakt. Van onzekerheid en angst tot het voorgevoel van slecht nieuws. Een telefoontje vraagt om een directe reactie, improvisatievermogen en het delen van persoonlijke ruimte. Het is dan ook niet vreemd dat een plotseling telefoontje voor veel mensen onder de 35 oncomfortabel, zelfs opdringerig voelt.
Berichten sturen of spraakberichten opnemen geeft daarentegen meer controle. De verzender heeft tijd om zijn gedachten te formuleren, de ontvanger kan het antwoord timen. In een tijd waarin onze agenda’s overvol zijn en multitasken de norm is geworden, is deze vorm van communicatie simpelweg praktischer en vaak ook attenter.
Impact op werkcommunicatie
De gewoonte om telefoontjes te vermijden dringt ook door tot de werkvloer, en daar kan het botsen. Veel jongere werknemers geven de voorkeur aan e-mail, chat of interne systemen boven bellen. Ze zien telefoongesprekken als een onderbreking van hun concentratie, tijdverlies of bron van stress.
Sommige bedrijven passen zich aan deze trend aan, andere klagen er juist over. Oudere managers stuiten vaak op “stille telefoons” en raken gefrustreerd door de onbereikbaarheid van collega’s. Toch blijkt dat respect voor de voorkeuren van jongere collega’s en het aanpassen van de communicatiestijl de onderlinge relaties en effectiviteit kan verbeteren.
Toch heeft elk probleem een keerzijde: met het verdwijnen van informele gesprekken en persoonlijk contact kan ook het gevoel van verbondenheid afnemen. Verbale communicatie speelt immers een sleutelrol bij het opbouwen van vertrouwen en nabijheid, zowel op het werk als privé.
Natuurlijke aanpassing
De neiging om telefoontjes te vermijden wordt vaak bekritiseerd als bewijs van overgevoeligheid of het onvermogen van de jonge generatie om met gewone situaties om te gaan. In werkelijkheid is het eerder een natuurlijke aanpassing aan nieuwe communicatiemiddelen, werkritmes en de mentale instelling van deze tijd.
Net zoals we ooit de fax verruilden voor e-mail, laten we nu vaste telefoongesprekken achter ons en omarmen we asynchrone, minder storende vormen van communicatie. Dat betekent niet het einde van menselijke relaties, maar een verandering ervan. Of we “bereikbaar” blijven, hangt niet af van hoe vaak we de telefoon opnemen, maar van hoe oprecht -en in welke vorm- we in contact weten te blijven.
© Lui

