Key takeaways
- De Roemeense regering heeft ondanks interne spanningen een motie van wantrouwen overleefd.
- De voorgestelde btw-verhoging tot 21 procent heeft geleid tot ontevredenheid bij het publiek en kritiek binnen de coalitie.
- De regering verdedigt haar bezuinigingsplannen.
De spanningen binnen de pro-Europese regering van Roemenië zijn opgelopen ondanks de verwerping van een motie van wantrouwen die was ingediend door extreemrechtse partijen. De motie, die er kwam door de ontevredenheid van het publiek over de bezuinigingsmaatregelen van de regering, legde de diepe verdeeldheid binnen de coalitie bloot.
Het voorgestelde fiscale consolidatieplan omvat een verhoging van de belasting op de toegevoegde waarde (btw) van 19 procent naar 21 procent en de vervanging van de verlaagde tarieven van 5 procent en 9 procent door een uniform tarief van 11 procent.
Kritiek van oppositie op Roemeense regering
De regeringscoalitie van Roemenië bestaat uit de centrum-linkse PSD, de centrum-rechtse PNL, de hervormingsgezinde USR en de UDMR die de Hongaarse minderheid vertegenwoordigt. Sorin Grindeanu, interim-leider van de PSD, uitte felle kritiek op de aanpak van de regering en trok parallellen met de bezuinigingscrisis van 2010-2011 die de Roemeense economie zwaar heeft getroffen. Hij stelde dat de maatregelen oneerlijk waren voor burgers met een laag inkomen en riep op tot een progressief belastingsysteem als eerlijker alternatief.
De centristische president Nicușor Dan sloot zich aan bij de bezorgdheid over de btw-verhoging en herinnerde aan zijn belofte tijdens de coalitieonderhandelingen om de btw op 19 procent te houden. Hoewel hij bij zijn oorspronkelijke standpunt bleef, erkende hij dat er alternatieve budgettaire oplossingen waren.
Premier Ilie Bolojan verdedigde het begrotingsstandpunt van de regering en haalde daarbij positieve marktreacties aan. Hij kondigde ook een tweede bezuinigingsronde aan, gepland voor eind juli. (ns)

