Key takeaways
- Personen met een laag opleidingsniveau (ISCED-niveaus 0-2) hebben een grotere kans om zich subjectief arm te voelen.
- Hoogopgeleiden (ISCED-niveaus 5-8) hebben een lager subjectief armoedepercentage, terwijl middelbaar opgeleiden (ISCED-niveaus 3 en 4) daar tussenin zitten.
- Een substantieel verschil in subjectieve armoedebeleving tussen hoog- en laagopgeleide bevolkingsgroepen in de meeste EU-landen.
Verschillen in onderwijsniveau en perceptie van armoede
Er is een aanzienlijk verschil tussen opleidingsniveau en subjectieve perceptie van armoede binnen de EU. In 2023 hadden personen met een laag opleidingsniveau (ISCED-niveaus 0-2) een grotere kans om zich subjectief arm te voelen, met 28,8 procent die een dergelijke ervaring meldde. Dit percentage is licht gedaald ten opzichte van 29,5 procent in 2022. Personen met een hoog opleidingsniveau (ISCED-niveaus 5-8) vertoonden daarentegen een aanzienlijk lager percentage subjectieve armoede van 9,4 procent, vergeleken met 9,2 procent in het voorgaande jaar. Personen met een middelhoog opleidingsniveau (ISCED-niveaus 3 en 4) meldden een subjectief armoedepercentage van 18,5 procent, een lichte stijging ten opzichte van 18,0 procent in 2022. Dit meldt Eurostat.
Specifieke trends per land
In de hele EU meldden 26 landen hogere percentages subjectieve armoede onder personen met een laag opleidingsniveau in vergelijking met personen met een gemiddeld of hoog opleidingsniveau. Finland vormde een uitzondering op deze trend, met een iets hoger percentage onder mensen met een middelhoog opleidingsniveau (8,6 procent). Griekenland voerde de EU aan met 81,8 procent van zijn laaggeschoolde bevolking die subjectieve armoede meldde, gevolgd door Bulgarije (60,5 procent) en Slowakije (58,4 procent). Finland, Nederland en Luxemburg rapporteerden de laagste percentages met respectievelijk 7,9 procent, 11,7 procent en 12,3 procent.
Substantiële verschillen in subjectieve perceptie van armoede
In de meeste EU-landen was er een aanzienlijk verschil in subjectieve perceptie van armoede tussen hoog- en laagopgeleide bevolkingsgroepen. In 11 landen bedroeg dit verschil meer dan 20 procentpunten. Bulgarije (43,9 procentpunten), Slowakije (43,2 procentpunten) en Hongarije (37,8 procentpunten) vertoonden de opvallendste verschillen. Daarentegen waren de verschillen in Finland (3,3 procentpunten), Nederland (7,3 procentpunten) en Zweden (7,7 procentpunten) het kleinst.
Definitie van subjectieve armoede
Subjectieve armoede, zoals gemeten in deze context, weerspiegelt de perceptie van individuen van hun financiële en materiële welzijn. De indicator is gebaseerd op gegevens die zijn verzameld via de EU-statistiek van inkomen en levensomstandigheden (EU-SILC), een uitgebreide enquête die wordt uitgevoerd in alle EU-lidstaten en veel EVA-landen en kandidaat-lidstaten. Deze indicator is bedoeld om te beoordelen hoe respondenten de uitgaven van hun huishouden ervaren, rekening houdend met factoren zoals inkomen, uitgaven, schulden en vermogen.
Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!