Key takeaways
- De internationale waterstofsector beleeft een golf van nieuwe projecten met lage emissies, ondanks de voortdurende uitdagingen.
- China leidt in recente investeringen in elektrolysercapaciteit, goed voor meer dan 40 procent van de meer dan 6 GW die het afgelopen jaar wereldwijd is veiliggesteld.
- Om de ambitieuze doelen te bereiken is een ongekende samengestelde jaarlijkse groei nodig van meer dan 90 procent tussen nu en 2030 – een tempo dat zelfs de snelste expansiefasen van zonne-PV overtreft.
De internationale waterstofsector beleeft een golf van nieuwe projecten met lage emissies, ondanks de aanhoudende uitdagingen. Deze hindernissen omvatten onzekerheden in de regelgeving, aanhoudende kostendruk en een gebrek aan stimulansen om de vraag van de consument te stimuleren.
De jaarlijkse Global Hydrogen Review 2024 van het International Energy Agency (IEA) laat een verdubbeling zien van het aantal projecten waarover het afgelopen jaar definitieve investeringsbeslissingen zijn genomen. Deze toename zou de wereldwijde waterstofproductie met lage emissies kunnen vervijfvoudigen tegen 2030. De totale elektrolysecapaciteit die momenteel voor deze projecten is vastgelegd, bedraagt wereldwijd een indrukwekkende 20 gigawatt (GW). Als alle aangekondigde projecten worden gerealiseerd, kan de wereldwijde productie tegen het einde van dit decennium oplopen tot bijna 50 miljoen ton per jaar.
Uitdagingen voor de toekomst
Om dit ambitieuze doel te bereiken is echter een ongekende samengestelde jaarlijkse groei van meer dan 90 procent nodig tussen nu en 2030 – een tempo dat zelfs de snelste expansiefasen van zonne-PV overtreft. China is met name koploper op het gebied van recente investeringen in elektrolysercapaciteit, goed voor meer dan 40 procent van de meer dan 6 GW die het afgelopen jaar wereldwijd is vastgelegd.
China’s dominantie is te danken aan zijn expertise in massaproductie van schone energietechnologieën, waaronder elektrolysers, die 60 procent van de wereldwijde elektrolyserproductiecapaciteit voor hun rekening nemen met een snelheid van 25 GW per jaar – aanzienlijk meer dan het wereldwijde gemiddelde. Ondanks deze positieve ontwikkelingen blijven de geïnstalleerde elektrolysercapaciteit en de feitelijke waterstofproductie met lage emissies relatief laag. Ontwikkelaars wachten vaak op duidelijkheid over overheidssteun voordat ze zich vastleggen op investeringen.
Onzekerheid over regelgeving
Onzekerheid over de vraag en regelgevende kaders leidt ertoe dat de meeste potentiële productie in de plannings- of vroege ontwikkelingsfase blijft. Sommige grootschalige projecten hebben te maken met vertragingen of annuleringen als gevolg van deze belemmeringen, naast problemen met vergunningen en operationele problemen. De uitvoerend directeur van het IEA, Fatih Birol, benadrukt de grote belangstelling van investeerders voor waterstofproductie met lage emissies, en wijst op het potentieel ervan om de emissies van industriële sectoren zoals staal, raffinage en chemicaliën te verminderen.
Hij benadrukt echter dat kopers deze projecten moeten ondersteunen. Beleidsmakers en ontwikkelaars moeten zich samen richten op instrumenten die de vraag stimuleren en tegelijkertijd de kosten verlagen en duidelijke regels opstellen om verdere investeringen in de sector te stimuleren.
Overheidssteun
Het rapport identificeert een aanzienlijke kloof tussen de productiedoelen van de overheid en de werkelijke vraagprognoses. Wereldwijd hebben regeringen productiedoelen gesteld voor in totaal 43 miljoen ton per jaar in 2030, maar de vraagdoelen bereiken slechts iets meer dan een kwart van dit cijfer.
Sommige bestaande overheidsmaatregelen stimuleren al de vraag naar waterstof en brandstoffen op basis van waterstof met lage emissies. Voorbeelden hiervan zijn koolstofcontracten voor verschillen en duurzame brandstofquota voor de luchtvaart en de scheepvaart, waardoor de industrie actie onderneemt en het aantal overeenkomsten tussen producenten en consumenten toeneemt.
Kostenverlagingen
Ondanks deze inspanningen blijft de huidige vooruitgang in de waterstofsector achter bij de klimaatdoelstellingen. Als een opkomend gebied blijft waterstof met lage emissies te kampen hebben met uitdagingen op het gebied van technologie en productiekosten. Vooral elektrolytische systemen hebben tegenslagen gekend door stijgende prijzen en gespannen toeleveringsketens.
Duurzame kostenreducties zijn afhankelijk van voortdurende technologische vooruitgang, geoptimaliseerde inzetprocessen en een verschuiving naar massaproductie om schaalvoordelen te behalen. Hoewel alle projecten baat hebben bij kostenverlagingen, varieert de invloed ervan op het concurrentievermogen van individuele projecten. Op elektrolyse gebaseerde waterstofproductie in China zou bijvoorbeeld tegen 2030 goedkoper kunnen worden dan waterstof geproduceerd uit ongebrande steenkool, ervan uitgaande dat de wereldwijde pijplijn van ongeveer 520 GW aan elektrolyserprojecten wordt gerealiseerd.
Industriële hubs
Industriële hubs bieden een belangrijke onaangeboorde kans voor overheden om de vraag naar waterstof te stimuleren, vooral omdat waterstof met lage emissies de huidige grote vraag kan vervangen die nu wordt vervuld door fossiele brandstofproductie. In de Global Hydrogen Review van dit jaar wordt Latijns-Amerika uitgelicht als een veelbelovende hub voor zowel de productie als het gebruik van waterstof met lage emissies.
Veel Latijns-Amerikaanse landen beschikken al over waterstofstrategieën met de nadruk op exportmogelijkheden. Onmiddellijke toepassingen liggen echter vooral in raffinage en ammoniakproductie voor binnenlands gebruik, met grootschalige, direct beschikbare projecten. Een gefaseerde aanpak van de levering binnen de regio, te beginnen met kleinschaligere projecten, kan risico’s beperken, kapitaalinvesteringen beperken en waardevolle ervaring opleveren voor het opschalen van activiteiten in de toekomst.
Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!