Funda Oru, de ondervoorzitter van Vooruit, heeft geen probleem met de stevige taal van voorzitter Conner Rousseau (Vooruit) over migratie. In een interview heeft ze het over een wisselwerking.
Gelezen: In een interview met De Standaard geeft Funda Oru aan dat ze geen probleem heeft met het stevige taalgebruik van haar voorzitter.
- “Al heb ik wel meteen naar hem gebeld toen ik las dat hij zich niet thuisvoelde in Molenbeek”, zo haalt Oru het omstreden Humo-interview met Rousseau nog eens aan. Maar de zaak was snel opgehelderd, vertelt ze. “Die uitspraak was een pleidooi om meer te investeren in kwetsbare wijken, in de kennis van het Nederlands. Daarmee ben ik het volledig eens”.
- Oru heeft Turkse roots, haar grootouders kwamen als gastarbeiders naar België om te werken in de mijnen. “Mijn ouders zijn altijd dankbaar geweest en hebben nooit geklaagd”, haalt ze aan. Dat doen andere nieuwkomers wel, meent ze. Oru noemt integratie “een wisselwerking”. De overheid “er alles aan doen” om nieuwkomers te begeleiden, maar dat stopt wel ergens.
- Verder komt Oru goed overeen met Rousseau. Ze is liever ondervoorzitter onder hem dan onder Melissa Depraetere (Vooruit), geeft ze aan. Ze is Rousseaus tegenpool en sprak met hem af dat ze minder uitgesproken kan en mag zijn. “Naast Conner, zo’n uitgesproken stem, wil ik niets verkeerd doen. Ik wil de partij niet schaden”, zegt ze.
- Dat Rousseau dat dan wel deed met zijn ‘zattemansklap’ en racistische uitspraken, deed Oru schrikken. “Die uitspraken zijn niet te rijmen met wie hij is”.
- Voor formateur Bart De Wever (N-VA) heeft Funda Oru nog een boodschap: “Ik zou hem zeggen wat in de Kamer tegen de muur hangt: eendracht maakt macht. We moeten gedurfde keuzes maken, maar het moeten eerlijke keuzes zijn”. Ook zij hamert in het interview op de punten waar Vooruit op hamert tijdens de formatiegesprekken: geen besparingen op de gezondheidszorg en een vermogenstaks.