Het Agentschap van de Schuld kon met de jongste uitgifte van de staatsbons ruim 480 miljoen euro ophalen. Dat is een fractie meer dan bij de vorige emissie.
In het nieuws: Na een week hebben de staatsbons de staatskas gevuld met 482,5 miljoen euro. Dat laat het Agentschap van de Schuld weten.
- Deze keer was het mogelijk om jouw geld voor één of acht jaar toe te vertrouwen aan de overheid. Wie koos voor het kortlopende schuldpapier ontvangt een coupon van 2,24 procent netto. Via die weg kon het Agentschap van de Schuld 472,4 miljoen euro ophalen.
- De achtjarige staatsobligatie viel minder in de smaak. Het nettorendement ligt met 1,96 procent dan ook lager dan dat van de eenjarige variant. Via die weg werd er uiteindelijk voor 10,1 miljoen euro ingetekend.
- 49,7 procent van het bovenstaande bedrag werd ingezameld via de schatkist. In totaal waren er 11.587 rechtstreekse inschrijvingen bij de schatkist. De rest kwam binnen via de deelnemende banken en de beurshuizen.
Succesvoller dan de vorige uitgifte
Zoom in: Bij de start van de intekenperiode zag het ernaar uit dat deze uitgifte het minder goed ging doen dan de vorige. Maar dat blijkt nu toch niet te kloppen.
- De overheid had eind februari staatsbons met een looptijd van één en drie jaar op de markt gebracht. Die obligaties gingen gepaard met een nettorendement van respectievelijk 2,1 en 1,75 procent. Het doel was om maximaal 6 miljard euro op te halen, maar de teller bleef steken op 433 miljoen euro.
- Na de eerste inschrijvingsdag kon het Agentschap van de Schuld 42,6 miljoen euro inzamelen. Bij de emissie in februari stond er na de eerste inschrijvingsdag al 151 miljoen euro op de rekening van de overheid. Er was de voorbije dagen dus duidelijk sprake van een inhaalbeweging.
Nog meer eenjarige staatsbons
Opgemerkt: Het is bijna onmogelijk om het succes van de zogenaamde Van Peteghem-bon te evenaren.
- In september (2023) kon de overheid maar liefst 21,9 miljard euro ophalen met de uitgifte van een eenjarige staatsbon. Dat succes was te danken aan een verlaging van de roerende voorheffing van 30 naar 15 procent. Daardoor kwam het nettorendement uit op 2,81 procent, wat meer was dan wat eender welk spaarboekje op dat moment in het laatje bracht. Het was immers het doel van Vincent Van Peteghem (cd&v), minister van Financiën, om de banken onder druk te zetten de spaarrentes te verhogen.
- De minister is slechts gedeeltelijk geslaagd in zijn opzet. Enkele banken hebben tijdens of kort na de uitgifte de spaartarieven naar boven bijgesteld. ING was bijvoorbeeld de eerste grootbank om de rente op één van de spaarboekjes – Tempo Sparen – te verhogen tot 3 procent. Maar dergelijke ingrepen waren voornamelijk het gevolg van het verstrakkende geldbeleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Die had op 20 september de rente verhoogd van 3,75 naar 4 procent.
- Het merendeel van de financiële instellingen counterde de overheidsobligatie met tijdelijke acties, waaronder een verhoging van de rente op de termijnrekeningen met een looptijd van één jaar.
- De overheid wil overigens een deel van die 22 miljard euro opnieuw aantrekken wanneer de staatsbon afloopt in september. De schatkist zal aan de 250.000 spaarders en beleggers die vorig jaar rechtstreeks intekenden via het Grootboek voorstellen dat ze hun centen zonder poespas kunnen overzetten in een nieuwe eenjarige staatsbon of in een staatsbon met een langere looptijd.