De Amerikaanse autobouwer Tesla zal vanaf deze maand ultrasone sensoren uit zijn voertuigen verwijderen. Er zal in Autopilot, het technologisch pakket van Tesla dat de autobestuurder rijhulp moet aanbieden, voortaan immers alleen nog van camera’s gebruik worden gemaakt. Dat heeft Tesla aangekondigd.

Tesla heeft op de bumpers van zijn wagens momenteel twaalf ultrasone sensoren genoteerd. Die elementen worden vooral gebruik om de autobestuurder bij het parkeren te helpen en om objecten in de onmiddellijke omgeving te detecteren.

Contaminatie vermijden

Elon Musk, topman van Tesla, beklemtoonde eerder dat de wagens van het bedrijf aan camera’s voldoende hebben om een volledige autonomie te bereiken. Daarom zal bij de ondersteuning van de bestuurder alleen op het programma Tesla Vision beroep worden gedaan.

Tesla voert daarbij aan dat de autobestuurder het verkeer vooral visueel verkent. Het is volgens de constructeur aangewezen om die aanpak met camera’s na te bootsen en daarbij een contaminatie door een stroom radarinformatie te vermijden.

“Het verwijderen van de ultrasone sensoren zal Tesla financieel slechts een beperkte baat opleveren”, beklemtoont Sam Abuelsamid, analist bij consulent Guidehouse Insights, in een reactie op de aankondiging. “Deze componenten zijn immers relatief goedkoop. Anderzijds zal de operatie Tesla ook toelaten het gebruik van chips te beperken.”

Tot nu toe laat Tesla nog geen volledig autonome mobiliteit toe. Nadat wagens van de constructeur bij een aantal ongevallen betrokken raakten, wordt Autopilot door regelgevend en juridisch strenger onder de loep genomen. Ook bij het publiek rijzen vragen over de technologie.

Geen gevolgen voor veiligheid

Tesla zal naar eigen zeggen de volgende maanden wereldwijd ultrasone sensoren uit de wagens van de types Model 3 en Model Y te verwijderen. In de loop van volgend jaar zal eenzelfde operatie bij de types Model S en Model X worden doorgevoerd.

Het bedrijf merkte op dat de ingreep de mogelijkheden van de geautomatiseerde parkeerfuncties van de wagens tijdelijk zou kunnen beperken, maar anderzijds geen invloed zal hebben op de veiligheidsclassificaties voor ongevallen.

Ontwikkelaars van autonome mobiliteit en een aantal andere autofabrikanten maken van batterijen sensoren, waaronder ook dure lidars, gebruik om de autobestuurder te ondersteunen. Tesla doet echter uitsluitend op camera’s en kunstmatige intelligentie beroep om een ​​voertuig te helpen zijn omgeving te herkennen.

“Het is de vraag in welke mate de camera’s de onmiddellijke omgeving van de auto kunnen herkennen”, merkt Philip Koopman, professor autonome mobiliteit aan de Carnegie Mellon University, op. “Dat kan soms problemen opleveren.”

(lb)