Er komt goed nieuws overgewaaid van de overkant van de Atlantische Oceaan: de Amerikaanse inflatie lag vorige maand lager dan in juni. Dat is niet alleen een leuk nieuwsbericht voor de consumenten, maar ook voor de beleggers. De Federal Reserve staat nu minder onder druk om een vervolg te geven aan de forse renteverhogingen.
Uit het inflatierapport van het Amerikaanse ministerie van Arbeid blijkt dat de inflatie in de Verenigde Staten vorige maand “beperkt” bleef tot 8,5 procent (op jaarbasis). In juni was er nog sprake van een geldontwaarding van 9,1 procent. Het inflatiecijfer is ook lager dan verwacht. Economen gingen ervan uit dat de consumentenprijzen zouden stijgen met 8,7 procent.
Dalende benzineprijzen
In het inflatierapport zit er goed nieuws voor de Amerikaanse consumenten. Om te beginnen daalden de benzineprijzen in juli met 7,7 procent tegenover de voorgaande maand. De laatste keer dat die prijzen zo fors waren gezakt, was in april 2020. In juni was er overigens nog sprake van een stijging met 11,2 procent. De gasprijzen namen dan weer af met 3,6 procent ten opzichte van juni. Dat is de grootste daling sinds mei 2009. De voedselprijzen daarentegen zijn gestegen met 10,9 procent. Ook elektriciteit werd een beetje duurder (+1,6 procent).
De kerninflatie, zonder voeding en energie, bleef stabiel op 5,9 procent, terwijl economen een stijging naar 6,1 procent hadden voorspeld.
De beurzen waren alvast in hun nopjes. Na het luiden van de openingsbel schoot de Nasdaq 2,1 procent hoger. Daarmee klautert de techindex uit de berenmarkt. De Dow Jones won 1,4 procent en de S&P500 ging 1,6 procent omhoog. Het lager dan verwachte inflatiecijfer is dan ook een eerste signaal dat de prijsstijgingen een piek hebben bereikt. Maar nog belangrijker: de Federal Reserve komt nu minder onder druk te staan om een vervolg te geven aan de forse renteverhogingen. Tijdens de jongste twee rentevergaderingen hadden de bestuursleden beslist om de rente op te trekken met 75 basispunten.
“Kerninflatie moet nog pieken”
Toch is niet iedereen ervan overtuigd dat de inflatie de komende maanden verder zal afzwakken. Anna Wong en Andrew Husby, twee economen van het economische persagentschap Bloomberg, waarschuwen voor een loon-prijsspiraal, waarbij de hogere lonen de prijzen van goederen en diensten omhoog jagen. Voorts merken ze op dat de huurprijzen nog stijgen. “Wij verwachten dat deze pauze van korte duur zal zijn. De kerninflatie kan de komende maanden in de buurt van 7 procent komen – ondanks onze aanname dat de goederenprijzen zullen dalen”, klinkt het.
James Knightley, econoom bij ING, komt tot een soortgelijke analyse. “Uit het laatste banenrapport blijkt dat de lonen blijven stijgen, maar omdat de productiviteit in de eerste helft van het jaar is gedaald, stijgen de arbeidskosten per eenheid product”, merkt hij op in een eerste reactie op het inflatierapport. “Door de hoge vraag, kunnen de bedrijven de hogere kosten gemakkelijk doorrekenen aan de eindgebruiker. Daardoor verwachten wij dat de kerninflatie pas rond september/oktober een piek (6,5 procent) zal bereiken.”
Eerder toonden de cijfers van de Federal Reserve bank van New York ook al aan dat de inflatieverwachtingen van de Amerikaanse huishoudens is afgezwakt. Ze verwachten dat de geldontwaarding binnen een jaar zal uitkomen op 6,2 procent, tegenover 6,8 procent de eerder. De inflatieverwachting over drie jaar is gezakt van 3,6 naar 3,2 procent.
(kg)