Terwijl de werkgevers een pauze in de automatische loonindexering vragen, pleit PS-voorzitter Paul Magnette voor het diametraal omgekeerde. De indexering is voor hem onaantastbaar en slechts een minimum. “In sommige sectoren waar er marge is, moeten de lonen nog méér verhoogd worden”, zegt hij in een interview met L’Avenir.
Magnette, die vaak de schaduwpremier van de Vivaldi-regering genoemd wordt, zit daarmee volledig op de lijn van de vakbonden. Zij vinden dat de loonsverhogingen via het typisch Belgische systeem van automatische indexeringen, onvoldoende zijn om de oplopende energie- en andere facturen van de werknemers te compenseren.
Bij de werkgevers is een heel ander verhaal te horen. Omdat onze buurlanden, die ook onze belangrijkste handelspartners zijn, zo’n automatische koppeling niet hebben en de inflatie daar bovendien naar verwachting lager zal zijn dan bij ons, gaan de loonkosten in België wellicht sneller stijgen dan in de omringende landen, wat nefast is voor de internationale concurrentiekracht van onze bedrijven.
“Raak niet aan de loonindexering”
Werkgeversorganisaties als het VBO of Voka pleiten daarom voor een “indexsprong”, waarbij de loonaanpassing aan de prijzen een keertje overgeslagen wordt. Maar dat blijft voor de PS compleet onbespreekbaar.
“Zolang de socialisten in de regering zitten, wordt er niet geraakt aan de loonindexering”, is Magnette duidelijk bij L’Avenir. “Vanaf dat de socialisten niet meer in de regering zijn, wordt de index aangevallen. We hebben dat gezien met de regering Martens-Gol (in de jaren tachtig, red.) en de regering Michel. Vandaag horen we opnieuw bij de werkgevers en de rechtse politieke partijen dat de loonindexering in vraag gesteld moet worden.”
De PS-voorzitter gaat nog een stap verder en vindt dat de vakbonden de vrijheid moeten krijgen “om bijkomende loonsverhogingen te onderhandelen in de sectoren – en ze zijn talrijk – waar er voldoende marge en winsten zijn”. Die extra loonsverhogingen bovenop de index zijn volgens hem nodig gezien de uitzonderlijke situatie “die niemand had kunnen voorzien”: de exploderende energiefacturen en de recordinflatie.
Basisinkomen voor jongeren
In hetzelfde interview pleit Magnette voor een basisinkomen voor jongeren van 18 tot 25 jaar, liefst op Europees niveau. Dat moet volgens hem de inkomensongelijkheden binnen die leeftijdscategorie afvlakken, waardoor jongeren uit kwetsbare gezinnen meer kansen krijgen om te studeren of via een stage hun professionele carrière voor te bereiden.