In Japan hebben leden van het Lagerhuis een gemiddeld vermogen van ruim 29,2 miljoen yen (210.000 euro). Dat bedrag ligt iets hoger dan de gemiddelde som van iets meer dan 28,9 miljoen yen die bij een vorig onderzoek vier jaar geleden werd opgetekend.

Dat staat in een rapport van het persbureau Kyodo over de waarde van de vermogens die Japanse politici aan financiële activa en onroerende goederen beschikken. Voormalig premier Taro Aso wordt daarbij als de rijkste politicus van Japan naar voor geschoven.

Vastgoed

Het Japanse Lagerhuis, dat in oktober vorig jaar werd verkozen, telt 465 leden. Geen enkel parlementslid is rijker dan Taro Aso, momenteel ondervoorzitter van de regerende Liberal Democratic Party. Aso beschikt volgens Kyodo over een vermogen van bijna 614 miljoen yen.

Dat vermogen zou vooral bestaan uit onroerend goed dat Aso bezit in de Shibuya Ward in Tokio, een van de duurste buurten van het hele land. Daarnaast heeft de voormalige Japanse premier ook nog immobiliën in Karuizawa, een badplaats in het centrum van Japan. 

De onderzoekers stelden verder vast dat zeven van de tien rijkste politici van het land in de liberaal-democratische vleugel van het Japanse parlement terug te vinden zijn. Hirohisa Takagi, een voormalige bankier, stond op de tweede plaats met 546,02 miljoen yen aan activa. Daarna volgde Ichiro Aisawa, voormalig onderminister van Buitenlandse Zaken met een vermogen van 506,47 miljoen yen.

In totaal werden zesentwintig politici met een vermogen van meer dan 100 miljoen yen geïdentificeerd. Dat was een persoon meer dan vier jaar geleden. Tevens gaven zevenenzeventig wetgevers te kennen geen andere activa hebben dan aandelen in bezit te hebben. Die groep was tegenover vier jaar geleden met zeven verkozenen aangegroeid.

Premier Fumio Kishida had activa ter waarde van 49,83 miljoen yen in bezit, terwijl zijn voorgangers Yoshihide Suga en Shinzo Abe over vermogens van respectievelijk 62,85 miljoen yen en 101,04 miljoen yen beschikten.

Oppositie

De gemiddelde waarde van het vermogen van de 97 nieuwe leden van het Lagerhuis daalde met 1,72 miljoen yen tot 18,64 miljoen yen. Kenta Fujimaki, lid van de Japan Innovation Party, stond in die groep met 428,97 miljoen yen helemaal bovenaan de lijst.

De 45 vrouwelijke leden van het Japanse Lagerhuis beschikten over een gemiddeld vermogen van 14,92 miljoen yen. Dat betekende een stijging met 3,48 miljoen yen tegenover vier jaar geleden. Bij hun 420 mannelijke collega’s was er sprake van een gemiddeld vermogen van 30,78 miljoen yen.

Seiko Noda, minister van Gendergelijkheid en Kinderbeleid, was het enige vrouwelijke parlementslid met activa ter waarde van meer dan 100 miljoen yen.

Wanneer naar de gemiddelde van de partijen wordt gekeken, laat de Social Democratic Party, een kleinere oppositiepartij met slechts een verkozene, met een vermogen van 53,83 miljoen yen de hoogste score optekenen.

Op de tweede plaats staat de Liberal Democratic Party met een gemiddelde van 37,39 miljoen euro. De Constitutional Democratic Party of Japan, de grootste oppositiepartij van het land, volgt als derde met een gemiddelde van 20,42 miljoen yen.

(kg)