Nu de gasprijzen de pan uit rijzen, overwegen veel consumenten alternatieve manieren om hun huis te verwarmen. Een van de populairste opties is de warmtepomp. Maar door de plotse sprong in populariteit, dreigt er een tekort aan gekwalificeerde installateurs om de toegenomen vraag naar warmtepompen bij te houden.
Er is een sterke vraag naar nieuwe pompen ter vervanging van traditionele waterverwarmers, die als te gasintensief worden beschouwd. In het kader van haar REPowerEU-initiatief wil de Europese Unie dat er tegen 2030 zo’n 30 miljoen nieuwe warmtepompen worden geïnstalleerd. Daardoor zou de EU tot 35 miljard kubieke meter gas per jaar kunnen besparen. Zo’n warmtepomp vangt namelijk warmte uit zijn omgeving op en concentreert die vervolgens met behulp van elektrische energie, waardoor het zowel een efficiënt als vrij zuinig verwarmingssysteem is.
Sommige lidstaten ontwikkelen al stimulansen in die richting: in december heeft de nieuwe Duitse regering besloten dat elk nieuw verwarmingssysteem dat na 1 januari 2025 wordt geïnstalleerd, op hernieuwbare energie moet werken, aldus Euractiv. Frankrijk maakt op zijn beurt subsidies vrij om de overschakeling op warmtepompen aan te moedigen.
Verbouwpremies
In België kost de installatie van een warmtepomp tussen de 4.000 en 8.000 euro voor een lucht-luchtmodel, een water-waterpomp kost tussen de 20.000 en 24.000 euro. Zo’n installatie komt wel in aanmerking voor een premie. Ten eerste is er een premie gereserveerd voor warmtepompen voor huishoudelijk gebruik. Het bedrag van die premie schommelt tussen minstens 500 en maximaal 3.000 euro. De tweede premie geldt voor warmtepompen die dienen voor de verwarming. In dat geval gaat het om een stimulus van 1.000 tot 6.000 euro.
Maar door de stijgende vraag, kan het aanbod vaak niet meer volgen: “Op dit moment is de vraag zo groot dat installateurs problemen hebben met de installatie van de apparatuur”, zegt Thomas Nowak, secretaris-generaal van de Europese warmtepompvereniging (EHPA).
Gebrek aan pompen, gebrek aan handen
Naast die oplopende problemen, wordt de grote Europese overstap op de warmtepomp bedreigd door een tekort aan gekwalificeerde arbeidskrachten om de pompen te installeren. Zelfstandigen die in staat zijn om de pompen te installeren zouden momenteel enorm overwerkt zijn volgens Euractiv.
De sector blijft echter vertrouwen op haar aanpassingsvermogen en die van andere verwarmingsinstallateurs: “De flexibiliteit van fabrikanten en derden zal nieuwe technologieën en bedrijfsmodellen op de markt brengen, zodat meer aanbiedingen kunnen worden gedaan”, aldus Nowak. “Een normale verwarmingsinstallateur is al gekwalificeerd om een warmtepomp te installeren. De extra’s die hij daar nog bovenop moet leren, kunnen in een week geleerd worden. Wij hebben reeds vijfdaagse opleidingscursussen gehouden bij EHPA, waarbij wij de werknemers vier dagen theorie hebben bijgebracht, hen één dag praktijk hebben gegeven. Daarna waren ze klaar om warmtepompen te installeren.”
Wat in het geval van een blackout?
Er is echter nog een keerzijde aan de medaille, en dat is de precieze werking van de pompen: die worden elektrisch aangedreven. De populariteit van de pompen zou de druk op het netwerk kunnen verhogen. Zoiets kan leiden tot een algemene stroomstoring. Sommige analisten vrezen dat dit ertoe kan leiden dat een wijk, stad of regio niet alleen van elektriciteit, maar ook van verwarming verstoken blijft in het geval van een blackout.
Maar Europa heeft er vertrouwen in: “De grootschalige toepassing van elektrische warmtepompen zal de elektriciteitsvoorziening niet in gevaar brengen. Niet nu, noch in de toekomst”, staat in een gezamenlijke verklaring van de CEO’s van 13 energieconcerns die vorig jaar naar de Europese Commissie is gestuurd.
(lp/ns)