Aan het einde van de Koude Oorlog voerde de VS een “dwaas” economisch beleid, waarbij het toenadering zocht tot China, aldus de Amerikaanse politicoloog John Mearsheimer. “De VS, Taiwan, Japan en Zuid-Korea hebben gezamenlijk bijgedragen aan de creatie van de economische reus die de Volksrepubliek nu is, waardoor het een geopolitieke dreiging is geworden.”
In een interview met Nikkei Asia doet Mearsheimer zijn verhaal. Hij is van mening dat de aanvankelijke toenadering in de jaren 1970 van de VS in de richting van China een logische stap was. De twee landen konden hun rivaliteit destijds laten ontdooien vanwege hun gezamenlijke vijand, de Sovjet-Unie.
De Amerikanen waren namelijk op zoek naar een bondgenoot om de invloedszone van de Russen klein te houden. De Volksrepubliek raakte onderwijl steeds meer vervreemd van hun communistische bovenburen en daar maakte de VS gebruik van. Eerder in 1969 was er namelijk het Chinees-Sovjet grensconflict.
Verenigde Staten waren sleutel voor China’s modernisatie
Onder leiding van president Nixon – president van 1969 tot 1974 – hielp de VS de Chinese economie groeien, onder andere als afschrikmiddel tegen de Sovjet-Unie. In 1972 bezocht de Amerikaan de Volksrepubliek en was daarmee gelijk de eerste Amerikaanse president die voet zette in het land. Nixon ontmoette daar Chinese premier Zhou Enlai.
In 1979 kwam er een officiële diplomatieke relatie tussen de twee landen, dankzij de komst van een ambassade in de VS en China. China veranderde zo in een mondiaal machtsblok en een belangrijke economische partner van de Verenigde Staten.
“Een diplomatieke relatie met de VS had grote gevolgen voor China”, zo stelt Suisheng Zhao, directeur van het Centre for China-US Cooperation. “De VS was de sleutel voor China’s modernisatie… Zonder de Amerikanen denk ik niet dat de Volksrepubliek zo’n grote machthebber zou zijn als nu”.
Beleid van Nixon was logisch
Mearsheimer stelt dat het een logische keuze was van president Nixon om toenadering te zoeken tot China. Want hoe machtiger het land werd, des te effectiever gold het als afschrikmiddel voor de Russen, die daardoor hun aandacht naar een nieuw front moesten richten. Maar toen de Sovjet-Unie in 1991 instortte was er geen nood meer aan een sterke Aziatische partij.
“Wat we dwaas deden was het beleid van betrokkenheid langer doorvoeren, ontworpen om China te helpen … De VS hielp, als gevolg van het dwaze beleid, bij de creatie van een gelijkaardige concurrent”. Een kolossale blunder, dus, volgens Mearsheimer. Hij merkt op dat het land sinds het einde van de Koude Oorlog tot aan president Trump, altijd een beleid van betrokkenheid heeft gevoerd.
Grote fout was de inschatting dat het Aziatische land een democratie zou worden, en daarmee een belangrijke bondgenoot in de door Amerika geleide wereldorde. Het tegenovergestelde gebeurde, China creëerde een hegemonie in Azië en daagt de VS uit op mondiaal gebied. De politicoloog sluit zijn betoog af met de stelling dat er nu een nieuwe ‘Koude Oorlog’ is.
China en Rusland komen tot elkaar?
Daarnaast hebben de Amerikanen de Russen in de richting van China geduwd, stelt Mearsheimer. Recentelijk kondigden de twee landen een nieuwe miljarden-overeenkomst aan; Rusland belooft China 100 miljoen ton aan kolen te leveren. Ook willen de twee samen de maan verkennen met een bemande basis.
When Wang Yi, Chinese minister van Buitenlandse Zaken, stelde recentelijk dat de toenemende macht van de NAVO in Europa het continent destabiliseerde. Daarnaast zou de VS de verspreiding en ontwikkeling van hernieuwbare energie ondermijnen, dankzij de importtarieven op Chinese zonnepanelen.
Experts stellen echter dat de twee landen desondanks tegenovergestelde belangen hebben. De relatie is een complexe en er zijn de nodige onderlinge spanningen. Zo kocht China veel voedsel in Oekraïne en wilde het in het land een defensiebedrijf overnemen. Dit was voor Rusland een problematische deal, net als voor de VS. De overname ging uiteindelijk niet door.
En in China is de Russische beer ook niet bepaald geliefd. Rusland veroverde in de 19de eeuw namelijk delen van Azië, wat veel Chinezen ook nu nog als problematisch zien. Dat werpt althans Haroon Sheikh, hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, op in een analyse.