In de haven van Hastings, in de Australische staat Victoria, is het schip Suiso Frontier, gebouwd door de Japanse scheepswerf Kawasaki Heavy Industries, gearriveerd. De Suiso Frontier moet vloeibaar waterstof, geproduceerd in de bruinkoolcentrales van LaTrobe in Victoria, naar Japan voeren.
Daar zal het product worden gebruikt voor de voeding van krachtcentrales, die tot nu toe voor de opwekking van energie van steenkool gebruik maakten. Verwacht wordt dat de Suiso Frontier half februari in de haven van Kobe arriveert.
Nieuwe exportindustrie
De Suiso Frontier is het eerste schip ter wereld dat speciaal voor het transport van vloeibaar waterstof is gebouwd. Het initiatief vormt een onderdeel van een project dat Australië en Japan hebben opgezet en dat wordt beheerd door een consortium van bedrijven zoals AGL Energy, J-Power, Shell, Kawasaki Heavy Industries en Iwatani.
“Het transport van de vloeibare waterstof vormt een onderdeel van de Hydrogen Energy Supply Chain, een project dat onze natie een nieuwe belangrijke exportindustrie zal opleveren”, stipt de Australische premier Scott Morrison aan.
“Dit project maakt van Australië een voorloper in de wereldwijde energietransitie, waarbij de emissies worden verlaagd door het gebruik van duurzame waterstof, een brandstof van de toekomst.”
In het proces wordt in Latrobe bruinkool gebruikt om onder hoge temperaturen waterstof te vormen. Het gas wordt vervolgens over een afstand van 160 kilometer naar de haven van Hastings, ten zuidoosten van Melbourne, getransporteerd.
Daar wordt de waterstof tot op een temperatuur van min 253 graden Celsius bevroren en in een vloeistof omgezet. Daardoor wordt de omvang van de voorraad 800 keer kleiner en kan de waterstof aan boord van een speciaal schip naar Japan worden getransporteerd.
Gehoopt wordt dat de waterstof – die bij de omzetting tot brandstof uitsluitend nog water uitstoot – zou kunnen worden gebruikt voor de voeding van elektrische wagens en als alternatief voor aardgas. Angus Taylor, de Australische minister voor industrie en energie, benadrukte dat het project Australië en Japan zou helpen om hun klimaatdoelstellingen te halen.
Uitvoer van emissies
Wanneer de productie op kruissnelheid is gekomen, zou een jaarlijkse productie van 225.000 ton waterstof moeten kunnen worden gerealiseerd. Dit zou volgens de Australische regering de jaarlijkse uitstoot van koolstofdioxide met ongeveer 1,8 miljoen ton kunnen verminderen.
Wetenschappers waarschuwen echter dat voor een duurzaam project de waterstof niet op basis van fossiele processen zoals bruinkool kan worden aangemaakt. “Nu is er gewoon sprake van een nieuwe fossiele brandstof”, merken ze op.
Japan, dat op land slechts beperkte opties voor windprojecten heeft, is op zoek naar mogelijkheden om zijn emissies te verminderen. Dat kan onder meer gebeuren door het verbranden van ammoniak, dat met waterstof wordt gemaakt, in zijn elektriciteitscentrales, die ook nu al door Australische steenkool worden gevoed.
Hierdoor zou Japan weliswaar zijn emissies verminderen, maar zou tegelijkertijd de uitstoot naar Australië uitvoeren. “Tenzij Australië een strikt beleid hanteert om zijn emissies van koolstofdioxide op een laag niveau te houden, zou de Australische uitstoot door deze waterstofhandel met een stijging worden geconfronteerd”, waarschuwen de wetenschappers.
(am)