2021 was een jaar vol frustratie voor de politiek. Na een vreselijk pandemiejaar in 2020, moest 2021 het jaar van de hoop en wederopstanding worden. Het tegendeel bleek waar: een harde les in nederigheid volgde. Zo infecteerde het virus sterk het regeringswerk: Vivaldi kraakte en piepte op vlak van crisismanagement, naast talloze spanningen over de sociaaleconomische dossiers. Premier Alexander De Croo (Open Vld) zakte door het ijs. Hetzelfde lot was Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) beschoren, waarbij zijn regering niet veel meer kon doen dan lijdzaam toezien. Het onderstreepte de onmacht van heel de politieke kaste, met uitzondering van de extremen.
Symptomatisch: Op het eind van 2021 sloot de Wetstraat met een collectieve beslissing in het Overlegcomité plots de cultuursector. “Alle theaters gingen dicht, behalve hetgeen waar het slechtste toneel wordt gespeeld: de Wetstraat”, zo luidde vervolgens de boutade.
Al even tekenend: Nog geen week later moest diezelfde leidende klasse haar beslissing terugdraaien, onder druk van pers en publieke opinie, die opvallend genoeg veel makkelijker gemobiliseerd raakt voor de ‘juiste’ sector. Een vernietigend juridisch oordeel van de Raad van State, dat zout in de wonde strooide door de beslissing “niet onderbouwd” te noemen, was de doodsteek.
Geen particratie, maar een lobbycratie: Het is een rode draad in 2021. Telkens er beslissingen genomen moesten worden op Overlegcomités, kwamen uit alle kieren en spleten belanghebbenden naar boven gekropen, om toch maar mee het beleid te sturen, in hun richting. Niets nieuw onder de zon, maar zelden werd duidelijker welke sectoren over een ijzersterke lobbykracht beschikken (denk aan de tuinbouwcentra of de horeca) en welke men eerder onbelangrijk acht.
Immer aanwezig: Het blijft een bijzonder Vlaams fenomeen, misschien met ‘dank’ aan de BV-cultuur die Guido Van Liefferinge en zijn Dag Allemaal ooit installeerden als media-aanpak en wat vandaag voor velen de norm is geworden: de alomtegenwoordige ‘experts’ in kranten en vooral op televisie. De rol die deze nieuwe spelers in de besluitvorming hebben genomen is op z’n minst tweeledig: tegelijk adviseur én commentator en ten slotte gewoon ook als ‘persoonlijkheid’ in de entertainmentmedia, in de boekjes en spelprogramma’s van Rad van Fortuin tot De Slimste Mens. Vertier voor het volk, maar te pas en te onpas onderstreepte deze kaste tegelijk zo vooral de vermeende onkunde, of besluiteloosheid van de politiek, nochtans diegenen die ze met raad bijstaan.
De onmacht: Twee figuren verpersoonlijkten als geen ander de tragiek van de Wetstraat het afgelopen jaar: De Croo en Jambon. Beiden waren (en blijven) de hoop in bange dagen voor hun partijen, beiden kregen de ene klap na de andere te verwerken.
Hoe een premier lijden kan: Hij riep het over zichzelf en zijn regering af, door al in de zomer van 2019 te verkondigen dat hij nooit eerste minister zou worden, en als dat wel zo zou zijn, dan zou hem, als vertegenwoordiger van slechts de zevende partij, een simpel lot beschoren zijn: “Als eerste minister zonder slagkracht word je de dweil van de regering.” In 2021 bleek, na een vliegende start in het najaar van 2020, die profetie steeds meer werkelijkheid te worden.
De echte macht: Die zit mathematisch nog steeds aan de Keizerlaan. Systematisch kwam de premier in botsing met zijn belangrijkste regeringspartner, Paul Magnette van de PS. De ruis op die lijn werd zo erg, naarmate 2021 vorderde, dat de PS er niet voor terugschrok om achtereenvolgens te dreigen uit de regering te stappen over hongerstakende sans-papiers, een pensioenhervorming te torpederen (want de PS heeft toch al alles binnen wat ze wilde), in de cruciale begrotingsnacht urenlang de premier (die al naar huis was) te vernederen door een “niet-akkoord” uit te roepen, en een paar weken later de kern 13 uur lang te gijzelen over verplichte vaccinatie in de zorg, nadat in diezelfde kern de PS eerder die week wél al akkoord was gegaan.
And the Oscar goes to …: Misschien wel het hoogtepunt qua politiek toneel, vond plaats de ochtend na het grote federale begrotingsconclaaf. ’s Nachts was er drama van de bovenste plank, met vicepremier Sophie Wilmès (MR) die tot drie keer toe gewoon wegliep van tafel, waarop de premier dan maar telefonisch een akkoord maakte, tot frustratie van de anderen. En daarop dus de gijzeling van de PS, terwijl de premier met een ontstoken oog naar slaap hunkerde, waarbij tot in de vroege uren onduidelijk was of er nog een regering die naam waardig overbleef. Maar kijk: bij het ochtendgloren herpakte elke Vivaldist zich, en gaf met name Vincent Van Quickenborne een lofzang aan “de beslissingskracht van deze coalitie”, op de persconferentie, dat De Croo I een vrijgeleide verkreeg van de pers.
Kabuki-theater over de taalgrens: Deze Japanse theatervorm, waarbij de acteurs elkaar de hele tijd beledigen en uitschelden, is de beste omschrijving voor de relaties die de drie grootste partijen in de Vivaldi-coalitie, PS, Ecolo en MR, onderhouden met elkaar. Constant zitten er spanningen op de lijn: op het eind van 2021 vlogen de Franstalige liberalen zelfs ei zo na uit de Waalse regering.
De stoorzender: Zonder daarbij Magnette of Jean-Marc Nollet (Ecolo) als kerstekinderen te omschrijven, wijst de hele Wetstraat toch naar één man, als bron van veel ellende: Georges-Louis Bouchez (MR). De liberale voorzitter stippelt zijn eigen koers uit, en houdt daarbij geen enkele rekening met vijand én vriend. Het ergste slachtoffer van die rücksichtslose aanpak is zonder twijfel de ‘familiegenoot’ Open Vld. Haast elke week herinnerde Bouchez eraan wat het is om “fiere liberaal” te zijn, in dossiers zoals de kernuitstap of de fiscaliteit, terwijl de Vlaamse liberalen er beteuterd op moesten staan kijken. Van een kanseliersbonus is geen sprake, maar tegelijk is er wel de martelbank, met ‘dank’ aan de familie.
Tegelijk, drama op het Martelaarsplein: ‘Sterke Jan’ werd ‘Sterkte, Jan’ werd ‘Flip Flop Jan’ werd ‘Waar is Jan?’. Het had de bekroning van zijn loopbaan moeten worden, maar steeds meer donkere wolken pakken samen boven de Vlaamse minister-president. Deze zomer doken al kwalijke verhalen op, met een in politieke kringen dodelijke vraag: “Doet hij het zelf nog wel graag?” Geen greep, geen vermogen om door de pakken, en vooral, geen persoonlijke motivatie dus, zo klonk het harde rapport.
Een Septemberverklaring bol van hyperbolen: “Vlaanderen moet schitteren, Vlaanderen moet excelleren.” De zelfrelativering was bijzonder ver te zoeken, toen Jambon zichzelf bij de start van een nieuw Parlementair jaar dan maar oppompte, en een ‘hernieuwd elan’ afriep voor hem en zijn ploeg. De zwart-gele ballon liep vervolgens pijnlijk leeg: telkens opnieuw botste Jambon in het Overlegcomité op de onvermijdelijke wetten van de zwaartekracht in de Belgische politiek. Daar ligt het zwaartepunt wat crisismanagement betreft zonder twijfel nog steeds federaal. Dat Jambon zowat op z’n eentje verantwoordelijk geacht werd voor het sluiten van de cultuursector, was symptomatisch. Dat hij vervolgens in geen velden of wegen meer te bespeuren was, evenzeer.
Wie redt de meubelen bij N-VA? Terwijl Jambon wegdeemsterde, dook tot frustratie van de coalitiegenoten in de Vlaamse regering, één N-VA-minister wel op in de frontlinie: Zuhal Demir. De Limburgse gebruikte de voor N-VA atypische Vlaamse portefeuille van Omgeving en Energie om zichzelf een scherp profiel te geven, en fors te wegen op het dossier van de kernuitstap. Het is een hoop in bange dagen voor de grootste partij van Vlaanderen, die worstelt met het coronabeleid. Al blijft de schaduw van Bart De Wever (N-VA) boven alles en iedereen hangen in de Wetstraat: wie in 2021 alweer “het begin van het einde” afkondigde voor de Antwerpse burgemeester in grootse politieke analyses, kan in 2022 die mantra zonder problemen herhalen. Het verval bij de rivalen van N-VA in het centrum, is in peilingen alvast veel meer een feit.
Drama bij de christendemocratie: Wat is er gebeurd met de machtspartij van weleer? Een CD&V die flirt met de drempel van 10 procent, dat is de realiteit waar men op de Wetstraat 89 mee moet leven. 2021 was het jaar waarin Joachim Coens nooit greep kreeg op zijn partij, en de poten onder zijn stoel steeds verder werden afgezaagd. CD&V is de partij met meeste ministers in de Wetstraat, maar met misschien wel de minste cohesie.
De nucleaire gok: Voor de groenen staat in het voorjaar van 2022 bijzonder veel op het spel. Groen en Ecolo zijn in Vivaldi gestapt met bijzonder veel enthousiasme, als enige believers blijven ze in 2021 vasthouden aan deze coalitie als geen enkele andere partner. Maar hét dossier dat de plooi zal leggen in hun beleidsdeelname, kon eind 2021 niet succesvol afgesloten worden: alweer werd beslist de beslissing rond kernenergie uit te stellen. Dat de geopolitiek ondertussen loodzwaar weegt op heel het energiedossier, maakt het geheel tot een potentieel zeer giftige cocktail.
Rode relance: De enige regeringspartij die systematisch lijkt te presteren, is Vooruit. Niet toevallig hebben ze een voorzitter die uiterst handig meedraait in de carrousel die Van Liefferinge ooit bedacht: Conner Rousseau is soms meer BV dan politicus. Maar tegelijk heeft hij zijn socialisten op een stabiele en assertieve koers gebracht, en met Frank Vandenbroucke de beste transfer van Vivaldi gedaan, om zijn partij profiel te geven in de coronacrisis. Voor wie bewijs nodig had van Rousseaus capaciteiten: kijk naar wie in 2021 de netto winnaar was, in de saga rond het Antwerpse stadsbestuur.
Winnaars in de Wetstraat? Ze zijn dun bezaaid, maar alweer was 2021 een jaar waarin extremen vooruitgang leken te boeken. Bij PVDA nam Raoul Hedebouw de fakkel over van eeuwige partijleider Peter Mertens, om er nog een ruk naar links aan te geven zo lijkt: “Meer arbeiders in het Parlement”, is de nieuwe mantra bij de communisten. De druk op de PS wordt er niet minder om. Aan Vlaamse kant blijft Vlaams Belang solide de grootste partij in de peilingen, ondanks een koers op vlak van corona die aanschurkte tegen de antivaxbeweging. Maar als geen ander capteerde Vlaams Belang het ongenoegen, de vermoeidheid en kwaadheid die leeft over het jojobeleid en de chaos rond corona.