Key takeaways

• In 2022 had 14,7 procent van de beroepsbevolking in de EU een laag loon, tegenover 16,2 procent in 2018.
• Vrouwen hebben een grotere kans om laagbetaald te zijn dan mannen en een kwart van de werknemers onder de 30 viel ook in de categorie laagbetaalden.
• Werknemers met een lager opleidingsniveau hebben aanzienlijk meer kans om laagbetaald te zijn in vergelijking met werknemers met een gemiddeld of hoog opleidingsniveau.

Een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking in de EU bestaat uit laagbetaalden. In 2022 was dit 14,7 procent, een daling ten opzichte van 16,2 procent in 2018. Laagbetaalden worden gedefinieerd als personen die twee derde of minder verdienen van het gemiddelde bruto uurloon in het land waar ze werken. Dit meldt Eurostat.

Verschillen in de beroepsbevolking

Binnen deze categorie bestaan er verschillen tussen mannen en vrouwen. In 2022 hadden meer vrouwen (17,1 procent) een laagbetaalde baan dan mannen (12,6 procent). Deze trend werd weerspiegeld in 2018, met vrouwelijke werknemers voor 18,2 procent en mannelijke werknemers voor 12,5 procent. Jongere werknemers zijn ook onevenredig vertegenwoordigd onder de laagbetaalden. Een kwart (25,2 procent) van de werknemers jonger dan 30 jaar valt in deze categorie, terwijl het aandeel afneemt tot 12,1 procent voor werknemers van 30-49 jaar en 13,4 procent voor werknemers ouder dan 50 jaar.

Het opleidingsniveau heeft een significante invloed op laagbetaald werk. Werknemers met een lager opleidingsniveau (27,5 procent) hebben een aanzienlijk grotere kans op laagbetaalde banen dan werknemers met een middelhoog (4,8 procent) of hoog opleidingsniveau (17,5 procent).

Het type contract is ook van invloed op de werkgelegenheidscijfers voor laagbetaalden. Werknemers met contracten van beperkte duur hebben een grotere kans om laagbetaald te zijn (27,2 procent) dan hun collega’s met contracten van onbepaalde duur (12,6 procent).

Verschillen per EU-landen

De prevalentie van laagbetaalden verschilt per EU-land. Bulgarije is koploper met 26,8 procent, gevolgd door Roemenië (23,9 procent), Letland (23,3 procent), Griekenland (21,7 procent), Estland (21,2 procent) en Cyprus (20,0 procent). Daarentegen heeft Portugal met 1,8 procent het laagste percentage, terwijl Zweden (4,1 procent), Finland (6,5 procent), Italië (8,8 procent), Slovenië (9,4 procent), Frankrijk (9,7 procent) en Denemarken (9,7 procent) ook cijfers onder de 10 procent rapporteren.

Situatie in België

In België is ongeveer 16 procent van de werknemers geclassificeerd als laagbetaald, iets meer dan het EU-gemiddelde. Dit plaatst België in een middenklasse. De sector huisvesting en voedselvoorziening heeft met 35,1 procent het hoogste percentage laagbetaalden, gevolgd door administratieve en ondersteunende diensten (32,3 procent), met inbegrip van uitzendkrachten.

Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!