10 EU-landen pleiten voor kernenergie

Om de duizelingwekkende stijging van de energieprijzen tegen te gaan, slaan tien EU-landen de handen ineen om de nucleaire optie te verdedigen. Terwijl sommigen bang zijn voor kernenergie, zijn anderen van mening dat kernenergie essentieel is om de energievoorziening van de EU veilig te stellen en haar klimaatdoelstellingen te verwezenlijken.

Nu de EU met energiekrapte kampt en Europa alle opties buiten steenkool verkent, pleiten 10 landen in een brief voor een controversiële energiebron. De ondertekenaars van de vrije tribune? Vertegenwoordigers van Roemenië, Tsjechië, Finland, Slowakije, Kroatië, Slovenië, Bulgarije, Polen en Hongarije. Maar ook onze zuiderbuur Frankrijk sprak zijn steun uit, bij monde van de minister van Economische Zaken, Bruno Le Maire, en de gedelegeerde minister van Industrie, Agnès Pannier-Runacher.

De belofte van het atoom: “een miljoen banen”

In Frankrijk is het nucleaire debat in het nieuws twee dagen voordat Emmanuel Macron het tientallen miljarden euro’s kostende investeringsplan “Frankrijk 2030” onthult. Daarin zal de president naar verwachting het toekomstige energiebeleid van het land schetsen.

De ondertekenaars voeren aan dat kernenergie van essentieel belang is om de continuïteit van de voorziening, en daarmee een zekere stabiliteit van de prijzen voor de consument, te waarborgen. Dit argument zal zeker succes hebben in een tijd waarin de rekeningen voor veel huishoudens waarschijnlijk zullen stijgen. Bovendien is kernenergie technisch gezien een schone energiebron, die alleen waterdamp en geen broeikasgassen uitstoot, terwijl de productie toch constant blijft. Dit is echter alleen mogelijk als de installaties voldoende worden onderhouden en gecontroleerd, aangezien het kleinste ongeval catastrofale gevolgen kan hebben voor het milieu en de gezondheid van de omwonende bevolking.

Trauma met Japanse wortels

Volgens de tekst levert kernenergie “een doorslaggevende bijdrage tot de onafhankelijkheid van onze energie- en elektriciteitsproductiebronnen” en “beschermt zij de Europese consument tegen prijsschommelingen”, terwijl zij “de schepping van bijna een miljoen hooggekwalificeerde banen in Europa” mogelijk maakt als de sector zich verder ontwikkelt.

Dit standpunt druist in tegen het algemene gevoel in vele landen en regeringen in Europa, althans in West-Europa. Kernenergie wordt nog steeds gezien als een energiebron met onevenredig grote risico’s. Dit standpunt werd nog versterkt door de ramp in Fukushima (Japan) in 2011, die Duitsland tot het besluit bracht om geleidelijk een einde te maken aan kernenergie. Het dwong het land opnieuw te vertrouwen op zeer vervuilende steenkool. Het debat is ook nog springlevend in België, waar het land wettelijk heeft besloten zijn kerncentrales uiterlijk in 2025 te sluiten, maar er niet in lijkt te slagen de productie ervan te compenseren met hernieuwbare energie.

Hoewel de menselijke tol van de kernramp in Fukushima onzeker blijft, omdat die moeilijk kan worden losgekoppeld van de aardbeving en tsunami die erop volgden, zijn er tien jaar na de gebeurtenis nog steeds 36.200 ontheemden die niet naar hun huizen konden terugkeren als gevolg van de radioactieve besmetting. Dit van de 160.000 mensen die aanvankelijk werden geëvacueerd.

(NS)

Meer