Immigratie in Zweden en Noorwegen is onvergelijkbaar, ondanks een 1.630 km lange gemeenschappelijke grens

Zweden en Noorwegen hebben waar het de vluchtelingenpolitiek betreft twee totaal verschillende strategieën gehanteerd. De resultaten zijn dan ook amper vergelijkbaar.
Zweden heeft een lange traditie van gastvrijheid inzake immigratie. Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog ving het land via de invloedrijke Zweedse diplomaat Raoul Wallenberg tienduizenden joden op, daarna was het de beurt aan Oost-Europeanen die het communisme wilden ontvluchten, Latijns-Amerikanen die de dictatoriële regimes wilden ontvluchten tot zelfs de Amerikaanse jongeren die niet in Vietnam wilden gaan vechten. Het land transformeerde al snel tot een vluchthaven voor de verschoppelingen van deze aarde. Naar schatting heeft 20% van de bevolking dan ook buitenlandse wortels.

280.000 nieuwe immigranten sinds 2013

Zweden zette in 2013 zijn deuren nogmaals wagenwijd open voor zowel Syrische als andere asielzoekers. Meer dan 280.000 vluchtelingen maakten van de Zweedse gastvrijheid gebruik, geen enkel ander EU-land nam pro capita meer vluchtelingen op. 

screenshot-2016-10-06-11-19-32

© Eurostat

De Zweedse maatschappij kon de influx van immigranten – de meeste onder hen waren jonge, onopgeleide, arme mannen – onmogelijk in goede banen leiden en het land moet nu 7% van zijn totale budget voor hen voorzien.

Het mag dan ook niet verwonderen dat misnoegde kiezers van de anti-immigratiepartij Zweedse Democraten de derde partij van het land hebben gemaakt, maar zowel rechts als links weigeren met de Sverigedemokraterna te praten en kozen voor een minderheidscoalitie. Als gevolg van de politieke strubbelingen besliste de regering vorige herfst opnieuw grenscontroles in te voeren.

Noorwegen

Noorwegen deed exact het tegenovergestelde. Het land ving 8.000 immigranten op – ondanks dat het geen EU-lid is – , maar deed dat op strikt humanitaire gronden en onder strenge voorwaarden. De Noorse bevolking is grotendeels tevreden met deze aanpak.

screenshot-2016-10-06-11-20-47

© Eurostat

Een groot contrast met Zweden was de manier waarop de Noren de ongecontroleerde immigratie wisten tegen te houden. De grenzen werden van omheiningen voorzien, de wachttijden om een verblijfsvergunning te bekomen werden opgetrokken en ook de deportatie van illegale immigranten werd opgevoerd. Daarnaast werden de uitkeringen voor immigranten verlaagd opdat ze niet gunstiger zouden uitvallen dan in de nabijgelegen landen. Noorwegen voerde ook campagne in het buitenland en verwittigde mogelijke geïnteresseerden dat al wie niet aantoonbaar door oorlog of vervolging werd bedreigd het land zou worden uitgezet.

Het resultaat? Het aantal asielvragen daalde tussen het laatste trimester van 2015 en het laatste trimester van 2016 met liefst 95%.

De Zweedse ‘opiniecorridor’

Ook op politiek vlak is er een groot verschil in de manier waarop in beide landen over immigratie wordt gedebatteerd. De Noorse Vooruitgangspartij (Fremskrittspartiet) staat bekend om zijn anti-immigratiestandpunten, maar is sinds 1997 de derde partij van het land. Eerder dan de partij te marginaliseren werd ze in het politieke debat verwelkomd en sinds 2013 maakt ze deel uit van een rechtse minderheidsregering, waarin ze 7 van de 18 ministerposten levert, waaronder die van Sylvi Listhaug, Noors minister van Integratie en Migratie (foto).

In Zweden daarentegen regeert de politieke correctheid. Er bestaat zelfs een term voor: åsiktskorridor, of ‘opiniecorridor’. Vragen over de economische, fiscale en culturele impact van de influx van massa’s vluchtelingen op de samenleving liggen duidelijk buiten die corridor en zijn dus onbespreekbaar, omdat het stellen van die vragen tot beschuldigingen van xenofobie en racisme zou kunnen leiden.