7. Beleefdheidsvormen en hoe spreek je mensen aan
[media-credit name=”flickr Ryan Bodenstein” link=”https://www.flickr.com/photos/evenkolder/17462163761/in/photolist-sB59UZ-9c8CgM-cfp8MG-eU12W9-qPSrHL-a6BM2e-cADd3E-8UyERo-8viiT3-aspDnL-8rSUik-a4ePbz-djb6Az-4tgWPd-8rX44q-asprB7-aspzef-aspvvW-9a94Mq-bXdR3b-omzHyv-nVmMb8-nTrDnJ-bLyjZF-e4hgon-jFuzsn-8rTXXv-asmyok-eU1311-po8sbg-8UyDvu-aspmMy-asmDJZ-nf2ycz-pobAjx-9vJQGc-asmVBX-8vgrn7-dj9G1x-aspgsw-dj9FDg-eU12LQ-asmGW2-cLeUyY-amiiEK-77PhfC-asmpD4-bubzUg-8YtSVv-w63Ur” align=”alignnone” width=”1024″][/media-credit] In Zuid-Korea is tutoyeren niet vanzelfsprekend. Als iemand ouder is dan jij behoor je eerst iemands titel of woorden te zeggen, waaruit je respect blijkt. Als je even oud bent mag je iemand wel bij zijn voornaam aanspreken, vaak met de toevoeging van ‘vriend’. Wie jonger is dan jij zelf mag je altijd bij de voornaam noemen.