Cyberaanvallen op organisaties worden steeds heviger en hebben ook meer impact. Dat blijkt uit de sociaaleconomische studie over de cyberbeveiligingssector in België die Agoria recent uitvoerde in opdracht van het Ministerie van Defensie en het Centrum voor Cybersecurity België (CCB). In 2022 kampte ons land met 37.982 cybercriminaliteitsincidenten. Medewerkers spelen een belangrijke rol als het gaat om het veroorzaken of voorkomen van een cyberaanval. Over het algemeen geldt: hoe beter het cyberbewustzijn van medewerkers is ontwikkeld, hoe kleiner de kans dat de organisatie het slachtoffer is van een aanval.
Als een cybercrimineel eenmaal toegang heeft tot een bedrijfsnetwerk, dan zijn de gevolgen vaak niet te overzien. Naast het stelen van intellectueel eigendom versleutelen ze vaak ook alle vertrouwelijke bedrijfsdata inclusief alle back-ups. Als dat gebeurt, werken systemen niet meer en ligt het gehele bedrijf plat. Dat heeft nogal wat consequenties: klanten gaan klagen en dat zorgt weer voor reputatieschade. Om bestanden weer toegankelijk te maken, moeten bedrijven veelal een groot bedrag in anonieme cryptocurrency aan cybercriminelen betalen.
Medewerkers zwakste schakel
Over het algemeen kost het nogal wat tijd en energie om alles na een cyberaanval weer te herstellen. Dat komt omdat er tegenwoordig ook een schrikbarend tekort aan IT-professionals is. Er is eenvoudigweg te veel werk voor te weinig mensen en dat zorgt voor wachttijden.
Om dergelijke problemen zoveel mogelijk te beperken, implementeren ondernemingen oplossingen om cyberaanvallen buiten de deur te houden. Ondanks deze slimme oplossingen lukt het cybercriminelen nog steeds succesvol aanvallen uit te voeren. De oorzaak? Medewerkers blijken keer op keer de zwakke schakel in het geheel te zijn. Ze klikken op malafide links in phishing mails en voeren ze vertrouwelijke gegevens in op griezelig goed nagemaakte websites. Dat zorgt ervoor dat cybercriminelen toegang tot een bedrijfsnetwerk krijgen.
Daarom moeten we het cyberbewustzijn van medewerkers verbeteren. Dat verkleint namelijk de kans op geslaagde cyberaanvallen. Een veelgebruikte methode om het cyberbewustzijn van medewerkers te verhogen, is het geven van trainingen. Dat doen organisaties veelal eenmaal per jaar. Deze trainingsfrequentie voldoet vandaag de dag niet meer en dat komt omdat cybercriminelen hun aanpak voortdurend veranderen.
Aanvallen worden steeds slimmer en zijn niet altijd door iedereen te herkennen. Daarom is het beter om over te gaan op een flexibeler model van één of twee korte trainingssessies per maand. Zo kan een organisatie meer rekening houden met de beschikbare tijd van de medewerkers en heeft de IT-afdeling de mogelijkheid om vaker de inhoud van de training aan te passen.
Gesimuleerde phishingaanvallen
Tijdens de trainingen is het zinvol om medewerkers te laten reageren op gesimuleerde phishingaanvallen en ze te leren hoe ze kunnen checken of een website echt of griezelig goed nagemaakt is. Dan moet er ook aandacht worden besteed aan wat te doen als de organisatie wordt getroffen door een aanval en alles rondom de privacy van data. Het is belangrijk om na afloop van elke training vragen aan de deelnemers te stellen om zo te controleren of de lesstof voldoende is begrepen. Ze moeten kritisch naar de digitale omgeving leren kijken en ze moeten zich bewust zijn van de potentiële gevaren. Deze houding moet onderdeel worden van de bedrijfscultuur.
Met betrekking tot het verbeteren van de algehele cyberveiligheid van de organisatie is er werk aan de winkel voor de Chief Information Security Officer (CISO) en Chief Information Officer (CIO). Ze moeten voortdurend kritisch kijken naar de inhoud van de trainingen en deze voortdurend aanpassen op basis van de meest actuele ontwikkelingen. Het is belangrijk om alle afdelingen van de onderneming bij de plannen te betrekken en – last but least – het management moet ook actief bij het proces betrokken zijn.
1-op-1 trainingen
Natuurlijk zijn er altijd medewerkers die kennis en vaardigheden uit de trainingen niet toepassen en procedures aan hun laars lappen. Deze medewerkers vormen met hun gedrag een gevaar voor de continuïteit voor de onderneming. Daarom is het zinvol om deze medewerkers extra aandacht te geven. Om te beginnen kan worden gestart met het beperken van rechten in de ICT-infrastructuur. Dit vermindert de kans dat ze door laks gedrag de fout in gaan en cybercriminelen de gelegenheid bieden om in het bedrijfsnetwerk in te breken. Daarnaast kan de onderneming extra 1-op-1 trainingen voor deze groep organiseren. Alleen met deze aanpak is een onderneming in staat om weerstand te bieden tegen huidige en toekomstige dreigingen van buitenaf en het voortbestaan van de onderneming zeker te stellen.
Auteur Michel Verwaerde is Country Manager Belux bij IT-bedrijf GTT.