De Belgische ziekteverzekering betaalt een groot deel van de kankermedicijnen waarvan de echte voordelen voor de patiënten onvoldoende bewezen zijn terug. Dat besluit het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) in een nieuwe studie.
De onderzoekers gingen na of de levensverwachting van kankerpatiënten in België effectief gestegen is. De studie plaatst heel wat vraagtekens bij de werking van nieuwe, innovatieve kankermedicatie.
Europees Geneesmiddelenbureau
Cijfers tonen voor zes van de twaalf onderzochte kankers, “een (zeer) lichte verbetering van de overleving, en voor de andere zes, geen verbetering”, lezen we in het rapport van het onderzoek. Vergeleken met de sterk stijgende uitgaven aan kankermedicijnen is dat geen goed resultaat.
In 2007 spendeerde de Belgische sociale zekerheid 140 miljoen euro aan die innovatieve kankermedicijnen. Dat bedrag liep in 2019 op tot meer dan 1 miljard euro.
“Wanneer de uitgaven zo fors stijgen zónder een duidelijke verbetering van de overlevingskansen, kunnen er heel wat vraagtekens geplaatst worden bij de effectiviteit én de kosteneffectiviteit van de geneesmiddelen”, zegt onderzoeker Mattias Neyt (KCE) aan De Standaard.
Het probleem zou al beginnen bij het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA). Tussen 2009 en 2013 keurde de instantie 68 kankermedicijnen goed. Slechts een derde daarvan zou de levensduur van kankerpatiënten verlengen, en dat met nog geen drie maanden.
Wat de levenskwaliteit betreft, zou er slechts in 10 procent van de gevallen bewijs van verbetering zijn.
Geheime contracten
“We zien dat er na een aantal jaren voor de helft van de producten nog altijd geen bewijs is van effectiviteit”, zegt Neyt.
Farmabedrijven zouden die extra studies niet willen doen omdat de overheid het contract kan opblazen wanneer het medicijn niet blijkt te werken. Die zouden er alleen maar baat bij hebben om een geheim contract af te sluiten. In 2019 ging een kwart van het beschikbare overheidsbudget naar ‘geheime’ medicijnen. (lb)
Lees ook:
