In Marokko werden het voorbije jaar 345.000 auto’s geproduceerd. Daarmee heeft het land Zuid-Afrika, waar tijdens diezelfde periode 331.000 wagens werden geassembleerd, als belangrijkste autoproducent van het Afrikaanse continent verdrongen. De Marokkaanse sector dankt veel aan de Franse autoconstructeurs Renault en Peugeot, die in het land onder meer een combinatie van een goedkope arbeidsmarkt met een goed uitgeruste infrastructuur hebben gevonden.
De Marokkaanse regering hoopt zich op basis van zijn autoproductie echter ook te kunnen opwerpen als een uitvalsbasis voor buitenlandse industrieën op het Afrikaanse continent.
Troeven
Marokko koestert grote ambities voor zijn autosector. Moulay Hafid El Alami, Marokkaans minister van industrie, gaf eerder al aan dat tegen eind dit decennium een productieniveau van 600.000 exemplaren per jaar moet kunnen worden gehaald. Tegen midden volgend decennium zou een niveau van één miljoen eenheden per jaar moeten worden bereikt.
Het land heeft in Tangier (Renault) en Kenitra (Peugeot) twee grote autofabrieken. De sector biedt werk aan meer dan tachtigduizend mensen. Inmiddels is de autoproductie zelfs de grootste industriële pijler geworden van de Marokkaanse economie, die voordien vooral door landbouw en fosfaten werd gedomineerd.
De export van de Marokkaanse autosector heeft een waarde van nagenoeg 5,3 miljard dollar. Enkele jaren geleden was van de industrie in het land nog geen sprake. Er zijn volgens waarnemers echter een aantal redenen die Marokko op korte tijd hebben toegelaten een succesvolle autosector uit te bouwen.
“In de eerste plaats is er de relatief goedkope arbeid, terwijl de overheid zwaar heeft geïnvesteerd in infrastructuur,” wordt er opgemerkt. “Onder meer heeft Marokko een spoorverbinding aangelegd om Renault toe te laten om de auto’s uit de fabriek van Tangier naar de exporthavens te vervoeren. Bovendien is er nog altijd de historische band met de vroegere kolonisator Frankrijk.”
Bovendien moet er ook op worden gewezen dat Marokko door de Arabische Lente vijf jaar geleden grotendeels werd gespaard. Vele landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten werden door dat fenomeen politiek en economisch zwaar getroffen, maar Marokko kon terugvallen op een relatieve stabiele monarchie en had op dat ogenblik al de basis voor zijn toekomstige autosector gelegd.
Het land heeft bovendien allerlei initiatieven – zoals speciale economische zones – genomen om buitenlandse industrieën aan te trekken. De directe buitenlandse investeringen zijn daardoor sinds het midden van dit decennium dan ook met 15 procent toegenomen.
Duurzaam ecosysteem
Het Marokkaanse netwerk autostrades is tijdens het eerste anderhalf decennium van deze eeuw ook zestien keer groter geworden. Critici merken echter op dat de autosector geen garantie op een toekomstige economische bloei biedt. Bovendien zijn de innovaties in de sector grotendeels geconcentreerd in Detroit in Stuttgart.
Daarnaast wordt ook gewezen op de repressieve maatschappij waardoor Marokko wordt gekenmerkt. Volgens Reporters Without Borders is Marokko minder vrij dan Algerije of zelfs Afghanistan. Om de toekomst van zijn autosector te garanderen, streeft de Marokkaanse regering echter naar een duurzaam ecosysteem voor de industrie.
Ambities
Onder meer moet voortaan bij de assemblage van auto’s voor 65 procent op lokale componenten beroep worden gedaan. Tot nu lag dat vereiste aandeel op 40 procent. Bovendien is Marokko weliswaar vooral een toeleverancier voor de Europese markt, maar het land wil zich ook verder ontwikkelen als een uitvalsbasis naar de rest van het Afrikaanse continent.
Dat streven heeft onder meer PSA Peugeot-Citroën aangezet om meer dan 600 miljoen dollar te investeren om in Kenitra een capaciteit uit te bouwen die tegen het midden van volgend decennium tot één miljoen wagens per jaar voor de Afrikaanse markt moet kunnen produceren.