De afgelopen maanden hebben tal van westerse centrale banken, waaronder de Federal Reserve en de Bank of England, de rente opgetrokken om de gigantische inflatie te bestrijden. China daarentegen heeft de voorbije periode de rente ongewijzigd gelaten, na die eerst meermaals te hebben verlaagd. De centrale bank van China volgt de rentesituatie in de andere landen wel van dichtbij op.
In juni is het voor veel landen duidelijk geworden dat de inflatie nog niet aan kracht verliest. In de Verenigde Staten is het leven vorige maand bijvoorbeeld 9,1 procent duurder geworden. Dat is de sterkste stijging van de levensduurte sinds 1981.
Centrale banken wereldwijd trekken aan de handrem
Beleggers vrezen nu dat de Federal Reserve door het hoge inflatiecijfer overweegt om de rente deze maand met maar liefst 100 basispunten op te trekken. “Een renteverhoging met 100 basispunten is momenteel niet ons basisscenario, maar een (opnieuw) verrassend sterk inflatierapport zet de deur wagenwijd open voor zo’n ingreep”, merken de analisten van de Amerikaanse bank Wells Fargo op in een nota.
Ook elders in de wereld trekken de centrale banken aan de handrem. In juni kwam de Global Monetary Policy Tracker, een maandelijkse index van de Amerikaanse denktank Council on Foreign Relations die een indicatie geeft van welk beleid de centrale banken wereldwijd voeren, uit op 3,99 punten. Die index geeft een score tussen -10 en 10 punten om te bepalen wat voor type beleid er gevoerd wordt. Alles boven de 0 wijst op een verstrakking van het rentebeleid, en omgekeerd. Ter vergelijking: in december 2021 stond de index op -8,7 punten. Er wordt data verzameld van 55 landen.
China kiest nog niet voor een renteverhoging
De wereldwijde renteverhogingen zijn ook Zou Lan, hoofd monetair beleid bij de People’s Bank of China (PBOC), niet ontgaan. “Wij volgen met grote aandacht de versnelde verkrapping van het monetaire beleid in de grote economieën”, zei hij aan enkele journalisten. In zijn land is er op dit moment allesbehalve sprake van een renteverhoging. Na enkele renteverlagingen handhaaft de Chinese toezichthouder de huidige tarieven.
Zou zei dat de PBOC voorzorgsmaatregelen heeft genomen tegen eventuele negatieve overloopeffecten van maatregelen die de andere centrale banken nemen. “Die maatregelen omvatten onder meer het aanpassen van de hoeveelheid vreemde valuta die banken in kas moeten hebben, en het beheren van grensoverschrijdende kapitaalstromen”, klonk het.
Hij voegde eraan toe dat het monetaire beleid van China voornamelijk wordt gestuurd door de binnenlandse situatie. “De PBOC zal een voorzichtig monetair beleid blijven voeren”, klonk het. “We moeten hard blijven werken om de economie stabiel te houden. Het is dan ook belangrijk om de inflatie in de gaten te houden.” Volgens het Chinese statistiekbureau bedroeg de inflatie in het Aziatische land in juni 2,5 procent (op jaarbasis).
(as)