Slechts een kwart van de Belgische werkgevers wil nog verlonen volgens anciënniteit. Bedrijfsleiders vinden het principe ‘meer dienstjaren, meer loon’ voorbijgestreefd. Dat blijkt uit een enquête door hr-dienstverlener Acerta.
In het nieuws: De Acerta-bevraging bij 500 werkgevers geeft aan de werkgevers een loonberekening op basis van anciënniteit achterhaald vinden.
- Slechts 26 procent van de bedrijven wil anciënniteit in de toekomst nog als criterium behouden om werknemers te verlonen.
- In de plaats belonen ze hun werknemers liever op basis van prestaties (40 procent) en competenties (34 procent).

Barema’s
De context: Momenteel werkt 78 procent van de Belgische bedrijven nog met barema’s op basis van anciënniteit. Vooral in het Brussels Gewest is dat schering en inslag.
- Het voordeel voor de werkgever van het anciënniteitsprincipe is dat de bedrijfstrouw gestimuleerd wordt: de werknemer krijgt een prikkel om langer bij het bedrijf te blijven werken. De opgebouwde ervaring blijft zo in eigen huis.
- Het nadeel is dat de loonsverhoging door sommige oudere werknemers als een verworvenheid beschouwd wordt, waardoor vrijbuitersgedrag ontstaat. Waarom harder werken, als je toch een extraatje krijgt via de barema’s?
- De combinatie van de automatische loonindexering plus anciënniteitsverhogingen kan de loonkosten pok sneller doen stijgen dan de productiviteit van de betrokken werknemer. Dat is uiteraard nefast voor de winstgevendheid van het bedrijf.
- Een gelijkaardige enquête vier jaar geleden wees ook al op de afkeer van werkgevers voor het anciënniteitsprincipe.