Waarom spreken Zweden beter Engels dan Spanjaarden?

Japanners kunnen geen Engels spreken; Scandinaviërs des te beter, luidt een cliché.  Maar een nieuwe studie van EF, een specialist in studeren in het buitenland, taalkampen en stageprogramma’s, bevestigt dat.

De vijf niet-Engelstalige landen waar de taal van Shakespeare het vloeiendst gesproken wordt zijn Noorwegen, Nederland, Denemarken, Zweden en Finland. Aan de onderkant van de tabel bengelen Panama, Colombië, Thailand, Turkije en Kazachstan. In totaal haalden 44 landen de rangschikking.

Zuid-Amerika is het continent dat laagst scoort in de kennis van de Engelse taal, al moet gezegd dat Afrika niet één enkel land in de enquête kon laten opnemen omdat het minimun aantal deelnemers om representatief te zijn nergens werd bereikt.

Een paar factoren zijn rechtstreeks gerelateerd aan de vaardigheid waarmee landen het Engels beheersen.

1. Rijkdom en omvang

Rijke landen doen het goed, Kleine rijke landen doen het nog beter, want hoe groter een land; hoe slechter het Engels praat. Vrij evident: wat doen Zweden buiten hun eigen land met Zweeds? Misschien verklaart dat waarom Spanje de laagste score in Europa haalt en Zuid-Amerika de laagste score van alle continenten. De intrenationale rol van Spaans blijkt een duidelijke rem op het leren van Engels.

2. De afhankelijkheid van export

Een tweede belangrijke factor is de afhankelijkheid van een land van zijn export. Hoe meer een land uitvoert, hoe beter men er Engels spreekt. Maleisië, Azië’s nummer 1 op vlak van kennis van de Engelse taal, is ook ’s werelds zesde meest exportafhankelijke natie. (Singapore was te klein om in de lijst te worden opgenomen). Koloniale verledens zijn daarbij verrassend genoeg niet langer van belang. Volgens de auteurs van de studie is Engels een hulpmiddel geworden om iets te bereiken en wordt de taal niet langer geassocieerd met Groot Brittannië en Amerika.

3. Leeftijd

Een derde beslissende factor is de leeftijd waarop men Engels begint te onderwijzen. Jong is daarbij niet altijd beter. Wie Engels begint te leren tussen zijn achtste en zijn twaalfde leert sneller dan wie begint voor of na die leeftijd.

Opmerkelijk genoeg volgen China (29/44) en India (30/44) elkaar op de voet en dat ondanks het feit dat India een uitgesproken Engelstalig verleden heeft. Maar volgens de auteurs heeft China een obsessieve inhaalbeweging ingezet, terwijl Engels in India vaak een zaak is gebleven van een kleine elite. India heeft het Engels weten te gebruiken om China weg te concurreren in de dienstensector, terwijl China uitblinkt in een productie-omgeving. Doch indien China zijn inspanningen verderzet, dreigt daar snel een einde aan te komen.

Hoe een Vlaamse Brusselaar Engels spreekt hoort u hier

Een jonge vrouw uit het Spaanse Sevilla brengt het er een stuk minder goed van af

Meer