Maandag in Davos riep Xi Jinping de westerse centrale banken op de rente niet overhaast de hoogte in te drijven in hun strijd tegen inflatie. China volgt de tegenovergestelde weg van de Amerikaanse Federal Reserve, met een accomoderend monetair beleid om de economische vertraging tegen te gaan. Centrale banken lijken wereldwijd nogal in het duister te tasten. Dat komt niemand ten goede.
Elk land heeft te kampen met zijn eigen economische moeilijkheden. De Amerikaanse en Europese economieën worden hard getroffen door de inflatie, met de eerste negatieve signalen voor de consumptie in de VS.
Terwijl de Europese Centrale Bank geduldig blijft hopen dat de inflatie vanzelf zal afnemen, zal de Fed niet achterover leunen en toekijken. De Amerikaanse centrale bank overweegt in 2022 drie renteverhogingen. Dat kan zelfs oplopen tot acht verhogingen tegen het einde van 2023.
De Bank of England is vorige maand al begonnen met die beweging. Ook in Oost-Europa en Latijns-Amerika hebben de centrale banken de rente agressief verhoogd om de inflatie te beteugelen. Al deze landen besloten hun stimuleringsmaatregelen preventief af te bouwen.
China tegen de stroom
Op de virtuele top van het World Economic Forum erkende Xi Jinping dat ook zijn land getroffen is door een stijging van de grondstoffenprijzen: “De wereldwijde industriële en toeleveringsketens zijn verstoord. De grondstoffenprijzen blijven stijgen. De energievoorziening blijft krap. Deze risico’s nemen toe en vergroten de onzekerheid over het economisch herstel”, aldus CNN.
Voor de Chinese president vormt een te snelle of te scherpe verhoging van de rente in het Westen een risico voor de mondiale financiële stabiliteit: “Als de grote economieën hun monetaire beleid zouden verstrakken of omgooien, zou dat ernstige negatieve gevolgen hebben”, waarschuwde Xi. “Zij zouden een bedreiging vormen voor de globale economische en financiële stabiliteit, en de ontwikkelingslanden zouden de zwaarste klappen krijgen.”
Xi Jinping heeft voor een heel andere optie gekozen om de vertraging van de Chinese groei in het laatste kwartaal van 2021 tegen te gaan. China groeide in het vierde kwartaal met 4 procent op jaarbasis, dat is het zwakste tempo in 18 maanden. Naast de stijgende grondstoffenprijzen wijzen economen op de vastgoedcrisis, de zero-Covidstrategie die hele steden met miljoenen inwoners in quarantaine houdt, en de consumptie die maar moeilijk op gang komt.
Als reactie op dit verlies aan momentum heeft de centrale bank van China maandag voor het eerst sinds april 2020 het belangrijkste rentetarief verlaagd. Vorige maand werd zowel de reserveverplichting – die bepaalt hoeveel geld banken in reserve moeten houden – als de basisrente verlaagd van 3,85 tot 3,8 procent. Dit is een rentevoet waartegen commerciële banken leningen verstrekken aan hun beste klanten. De basisrente is dus een referentietarief voor andere klanten.
Waarom hebben Xi Jinping en China zo’n schrik voor een renteverhoging?
- De dollar
“Historisch gezien hebben de renteverhogingen van de Fed herhaaldelijk financiële en economische crises in andere landen uitgelokt”, vertelde Zhu Baoliang, hoofdeconoom bij het Chinese staatsinformatiecentrum, aan China’s Financial News.
De rode draad is natuurlijk de dollar, die van deze renteverhoging zou kunnen profiteren. De dollar is immers een veilige haven in de valutawereld. De bezorgdheid slaat op de obligatiemarkt voor Chinese bedrijven, waar met dollars gehandeld wordt. Veel van China’s in moeilijkheden verkerende vastgoedbedrijven hebben zulke obligaties. Als het nog duurder wordt om ze terug te betalen, kan de schade aanzienlijk oplopen.
- De yuan
Ten tweede wijst de econoom erop dat een onevenwichtige situatie ertoe zou kunnen leiden dat buitenlands kapitaal China ontvlucht. “Wereldwijde beleggingen zijn het afgelopen jaar naar Chinese obligaties gevloeid omdat beleggers op zoek zijn naar relatief sappige rendementen op de markten van het land. De sterke instroom van kapitaal heeft bijgedragen tot een uitzonderlijke prestatie van de yuan, die een van de best presterende valuta’s in 2021 is geweest”, analyseert CNN.
- De schulden
In oktober 2020 heeft China voor zes miljard dollar aan obligaties uitgegeven, en in november voor vier miljard euro aan obligaties. Net als andere opkomende landen en ontwikkelingslanden is China geneigd schulden in harde valuta (euro, dollar, yen) uit te geven.
Dit is wat de Amerikaanse economen Barry Eichengreen en Ricardo Hausmann in 1999 populair hebben gemaakt als “erfzonde“, schrijft The Conversation in een lange analyse. “Deze erfzonde, in haar internationale dimensie, verwijst naar het onvermogen van opkomende landen en ontwikkelingslanden om op de internationale markten schulden in hun eigen valuta uit te geven.”
Hoe kan dit verklaard worden? In de eerste plaats omdat buitenlandse beleggers zeer terughoudend zijn om met valuta van opkomende landen obligaties te kopen. Naast macro-economische instabiliteit, staan buitenlandse beleggers wantrouwig tegenover de financiële instellingen in opkomende- of ontwikkelingslanden. Het resultaat is een afhankelijkheid van harde valuta en in het bijzonder van de dollar. Als de lokale munt ineenstort, drukt de schuld nog zwaarder op de overheidsfinanciën.
- De export
China is niet de enige die alarm slaat. Het IMF waarschuwde vorige week dat een abrupte verstrakking van het monetaire beleid in de VS of Europa tot economische turbulentie in de ontwikkelingseconomieën zou kunnen leiden.
“Snellere renteverhogingen door de Fed als reactie op de inflatie, kunnen de financiële markten ondermijnen en de mondiale financiële voorwaarden aanscherpen”, waarschuwde het IMF op zijn blog. Het Monetair Fonds waarschuwt voor een vertraging van de vraag in de Verenigde Staten en de gevolgen daarvan voor de Chinese economie, die onder meer afhankelijk is van de uitvoer naar de Verenigde Staten.
Maar uiteindelijk zal iedereen verliezen: als de Chinese economie hoest, wordt de hele wereldeconomie verkouden.
(lp/evb)