VTM gaf in 2021 wel erg veel zendtijd en ruimte aan Open Vld, en met name premier Alexander De Croo (Open Vld). Voor de VRT geldt dan weer opvallend dat cd&v daar als ‘grootste’ partij uitkomt: zij kreeg in 2021 op de openbare omroep het meeste schermtijd, met ook daarnaast erg veel aandacht voor Open Vld. Echt verwonderlijk is dat niet volgens de onderzoekers van de UAntwerpen, die de studie rond ‘onpartijdigheid van de VRT’ uitvoerden: het zijn beleidspartijen, met ministers die impact hadden op hét grote nieuwsthema van 2021, corona. Ze beschouwen daardoor 2021 ook als een “uitzonderlijk mediajaar”. De VRT handelde daarin niet fundamenteel anders dan VTM, zo tonen de cijfers aan. Maar feit is wel dat in vergelijking met de jaren daarvoor, zowel op VTM als VRT, opvallend genoeg Open Vld, cd&v en Vooruit als een raket omhoog schoten in de media-aandacht, terwijl N-VA, maar zeker ook Groen, fors achteruit gingen. De twee radicale oppositiepartijen PVDA en Vlaams Belang kregen voordien al bitter weinig zendtijd, en dat daalde in 2021 nog verder.
In het nieuws: “De spreektijd wordt, nog meer nog dan in de vorige periode, bijna volledig verdeeld over vier partijen, de drie traditionele partijen en de N-VA”, zo concluderen de onderzoekers.
De details: Er is volgens de onderzoekers geen sprake van een bias voor de openbare omroep, want: “Beide redacties maakten dezelfde keuzes, wat doet vermoeden dat het om een soort van medialogica gaat die de specifieke voorkeuren van redacties en journalisten overstijgt.”
- Een onderzoeksteam van de Universteit Antwerpen lost een reeks interessante cijfers, in het kader van hun studie: ‘Onpartijdigheid van de VRT-nieuwsberichtgeving 2021’. De onderzoekers, met onder meer professoren Peter Van Aelst en Stefaan Walgrave doen dat werk in opdracht van de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM). Morgen komen ze naar het Vlaams Parlement, in de commissie Media, om de zaak verder toe te lichten.
- Het is de eerste keer dat er zo’n studie komt in opdracht van de Regulator, maar het zat in de nieuwe beheersovereenkomst van de openbare omroep: “De VRT zal de nodige medewerking verlenen aan de monitoring van haar onpartijdigheid”.
- Al jaren is er immers discussie over de rol van de openbare omroep, bij de selectie van politici op hun schermen: is het een ‘rode burcht’ zoals sommigen hardnekkig beweren, of is het nu net een bastion van ‘N-VA-getrouwen’, zoals op links wel eens gefulmineerd wordt? Feit is dat, net omdat het over belastinggeld gaat, de redactionele keuzes van de openbare omroep vanuit de Wetstraat altijd met argusogen gevolgd worden.
- In die zin is de studie alvast een objectivering van het debat: de onderzoekers hebben vooral geteld wie hoe vaak en hoe lang aan bod komt. Dat deden ze zowel voor de VRT als voor de grote concurrent en meteen ook het vergelijkingspunt VTM: het is de enige commerciële tv-zender die ook een grote redactie heeft, en dagelijks een tv-journaal maakt. En die ‘benchmarking’, waarbij VRT en VTM worden vergeleken, overleeft de openbare omroep met vlag en wimpel: er is geen sprake van een fundamenteel andere koers op de twee zenders, wat hun tv-aandacht betreft voor partijen. Wel zijn er uiteraard opvallende nuances, voor 2021, het jaar waarover de studie gaat.
- Zo is VTM toch duidelijk het kleine koninkrijk van Open Vld, en met name premier Alexander De Croo. “Vooral in het VTM-nieuws is sprake van een duidelijk voordeel voor de partij van de eerste minister”, zo schrijven de onderzoekers.
- De zender van DPG Media gaf liefst 19 procent van al haar tijd voor politici aan de eerste minister, bij de VRT was dat 16 procent. De andere darling van de televisiezenders was overigens niet geheel verwonderlijk Frank Vandenbroucke (Vooruit), de minister van Volksgezondheid. Hij kaapte op VTM 17 procent van de tijd weg voor zichzelf, op de VRT 13 procent.
- “De ‘kanseliersbonus’, de extra aandacht voor de premier in het nieuws die we ook in de internationale wetenschappelijke literatuur vaak terugvinden, was in het VTM-nieuws groter dan in het VRT-journaal. Dat is een verschil met de vorige legislatuur, toen premier Charles Michel (MR) juist vaker te zien was in het VRT-journaal. Op beide zenders is het verschil tussen de premier De Croo en de Vlaamse minister-president Jan Jambon (N-VA) ook beduidend groter dan in de vorige legislatuur. In 2021 sprak De Croo vier keer langer dan Jambon op VRT, en ruim vijf keer langer op VTM”, zo concluderen de onderzoekers.
- Maar ook algemeen trekt VTM ruim de kaart van Open Vld: 30,1 procent van alle tijd gaat daar naar de Vlaamse liberalen. Bij de VRT is cd&v dan weer koploper, met 27,5 procent van alle tijd. Maar ook bij de openbare omroep scoort Open Vld erg hoog: 26,3 procent. Beide partijen worden dus extreem goed bediend door de twee zenders.
- Daarnaast valt op dat N-VA en Vooruit ietsje minder scoren dan tijdens de vorige legislatuur, en beiden telkens bij VTM wat meer aan bod komen (zie grafiek hieronder). Zeker voor de N-VA is dat een forse terugval: zij kreeg zowel op de VRT als bij VTM in de jaren voor corona disproportioneel veel aandacht (34,9 procent bij VRT, zelfs 39,7 procent bij VTM). Dat valt nu terug tot een positie ruim onder cd&v en Open Vld.
- De verklaring voor de hoge scores van die partijen is niet zo complex: het waren vooral de premier, Frank Vandenbroucke, en dan Annelies Verlinden (cd&v) en Wouter Beke (cd&v) die in beeld kwamen, over het coronabeleid. Dat was overigens niet altijd op een positieve manier. “De scores hangen inderdaad nauw samen met de focus op de uitvoerende macht en ministers die in de coronaperiode nog meer dan anders centraal stonden.


Wat opvalt: Groen wordt schijnbaar wat misdeeld, door VTM én VRT, volgens het onderzoek.
- Het meest opvallende voor de onderzoekers is misschien wel de score van Groen. Ze profiteert nauwelijks van haar regeringsdeelname, die logischerwijs meer aandacht zou moeten opleveren voor een partij: “Het is wel verwonderlijk dat Vooruit wél, maar Groen geen voordeel lijkt te putten uit haar deelname aan de federale regering”, zo noteren de onderzoekers.
- Eén en ander heeft er uiteraard mee te maken dat Vooruit met Frank Vandenbroucke een mediamagneet in de rangen had, tijdens de coronacrisis. Maar tegelijk is de score van Groen, met amper 4,1 procent op de VRT en zelfs 2,2 procent op VTM, toch minimaal voor een beleidspartij.
- De onderzoekers maten ook al het “niet-gezondheidsnieuws”, en filterden er zo corona uit. En ook daarbij blijft Open Vld disproportioneel hoog scoren: zowel op VTM als VRT zijn ze dan veruit nummer één. N-VA komt dan wel op twee, cd&v op drie. Groen haalt daar ook amper 8,8 procent bij VRT en 5,3 procent bij VTM. Op de VRT komt enkel minister Tinne Van der Straeten (Groen) voor in de top 20 van politici die daar verschenen in 2021, op een twaalfde plek. Op VTM zit niemand van Groen in de top 20.
- Enkel in de duidingsprogramma’s van de VRT, Villa Politica, Terzake, De Afspraak en de Zevende Dag, corrigeert men wat voor Groen: daar komen ze gemiddeld 10,5 procent aan bod. N-VA is daar overigens de nummer één, met 22,1 procent.
- Heel opmerkelijk overigens is de conclusie, op basis van cijfers, die de onderzoekers trekken over die verschillende programma’s: “Het valt wel op dat er substantiële verschillen zijn tussen de verschillende programma’s. Elk programma heeft zijn eigen profiel, en dat vertaalt zich in verschillende selecties van politieke sprekers. Politici van cd&v krijgen de meeste spreektijd in De Afspraak en Villa Politica, N-VA is het meest aanwezig in Terzake, en Open Vld heeft een overwicht in De Zevende Dag.”
- Of die gesprekken dan eerder ‘hard’ of ‘soft’ verlopen, kunnen de onderzoekers er uiteraard niet uitfilteren, maar een vraaggesprek op Villa Politica, De Afspraak op Vrijdag of Terzake wordt in elk geval in de Wetstraat niet op eenzelfde manier gepercipieerd als een passage in een doordeweekse De Afspraak.

Wat voor verdere polemiek zal zorgen: Vlaams Belang en PVDA kwamen in 2021 nog nauwelijks aan bod.
- “De ‘zuivere’ oppositiepartijen (dus partijen die op beide niveaus in de oppositie zitten) hebben door de coronacrisis nóg minder spreektijd gekregen dan tijdens de vorige ‘normale’ regeerperiode”, zo concluderen de onderzoekers. Dat blijkt manifest uit de cijfers: terwijl PVDA en Vlaams Belang bij de verkiezingen in 2019 respectievelijk 5,3 procent en 18,5 procent haalden, zitten ze in 2021 op een totale zendtijd bij de VRT van 0,4 voor extreemlinks en 0,9 voor extreemrechts.
- Dat is een forse daling, ten opzichte van al erg lage cijfers in de jaren voorheen. De onderzoekers noemen dit een “indicatie van het feit dat de machtslogica doorweegt op de electorale logica, voor PVDA-politici, maar vooral voor Vlaams-Belang-politici.” Maar, zo voegen ze er netjes aan toe: “Noteer dat dat bij beide zenders het geval is.” Met andere woorden: journalisten interviewen nu eenmaal liever beleidsmakers, wanneer die ‘nieuws’ aankondigen. In 2021, met ellenlange live persconferenties op tv, na een zoveelste Overlegcomité, was dat manifest het geval.
- Zo wordt meteen de achilleshiel van de studie blootgelegd: de objectiviteit van de VRT wordt enkel gemeten of ‘gebenchmarkt’ aan de hand van die van VTM. Elke andere methode zou academisch hoe dan ook veel complexer zijn, maar door die eenvoudige toetsing is het lastig al te grote analyses los te laten op de cijfers. Voorzichtig concluderen de onderzoekers dan ook: “De VRT-redactie selecteert globaal dezelfde doorsnede van actoren en meningen dan de andere Vlaamse nieuwsmedia. Het is alleen door te vergelijken dat je uitspraken kunt doen over de onpartijdigheid van de VRT, en die vergelijking wijst op slechts kleine verschillen.”
- De VRT-hoofdredactie reageerde vanmorgen met een interne mail naar hun personeel, waarin ze het onderzoek en de resultaten toejuichen. “Ongetwijfeld zullen een aantal mensen of groepen bepaalde cijfers of feiten uit het onderzoek lichten en gebruiken om hun visie op de openbare omroep te benadrukken, maar we vinden het belangrijk dat dit onderzoek gebeurt en de conclusies in alle transparantie worden bekendgemaakt. We kunnen jullie alleen maar stimuleren om door te gaan met het goede werk.”
- Of daarmee de discussie over de objectiviteit van de VRT stopt, valt toch te bezien. Bij Vlaams Belang is men het daar alvast niet mee eens: hun mediaspecialist Klaas Slootmans reageerde al. “Dit onderzoek bevestigt voor de elfendertigste keer dat het Belang door de Vlaamse pers wordt behandeld als een paria. Open Vld krijgt op de VRT 31 keer zoveel spreektijd als het Vlaams Belang.”
Genoteerd: De grote bevraging van de burger is afgelopen. Dat kostte dan 110 euro per deelnemer.
- “75.000 antwoorden later wordt de burgerbevraging over de toekomst van onze democratie en staatsstructuur afgesloten. Bedankt aan iedereen die zijn stem heeft laten horen! We gaan aan de slag met jullie aanbevelingen en zetten de dialoog verder”, zo jubelde minister van Institutionele Hervormingen Annelies Verlinden (cd&v) over de ‘Land voor de Toekomst’-campagne, die ze samen met haar collega-minister David Clarinval (MR) organiseerde.
- Dat enthousiasme werd niet overal gedeeld, zeker omdat bleek dat amper 19.000 personen uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor die 75.000 antwoorden: er moest telkens in deelvakjes worden ingevuld, wat maakt dat er dus zo’n vier antwoorden per deelnemer zijn.
- En met 19.000 deelnemende en dus geëngageerde burgers, op een totale mediacampagne van 2,1 miljoen euro (u hoorde vast de opzwepende radiospotjes): dat blijft bitter weinig, en vooral erg duur.
- Bovendien bleek het platform niet echt gebruiksvriendelijk, en dan drukken we ons voorzichtig uit: het aantal klachten over de onhandelbaarheid van het online forum waren niet te tellen. Zelden haalden deelnemers dan ook de eindmeet van de enquête.
- De 75.000 reacties, van lange epistels tot korte (scheld)proza: ze zullen nu allen slechts gelezen worden door een vorm van artificiële intelligentie, die er dan een soort rapport uit zal maken. Interessant dus om te zien of er meer dan een wordcloud, of woordenwolk, uit de machine rolt.
- Daarmee is in elk geval een deeltje van het proces afgelegd, dat Vivaldi uittekende om haar hoofdstuk ‘democratische vernieuwing’ in het regeerakkoord te verwezenlijken. Dat houdt verder in dat een nieuwe staatshervorming ook wordt voorbereid. De vraag is of die er nu ook effectief komt: de MR heeft immers de Franstalige minister van Institutionele Hervormingen genomen, om dat proces zoveel mogelijk te saboteren.
- Tegelijk is ook het Parlement klaar met haar huiswerk, om die nieuwe staatshervorming “voor te bereiden”. Het rapport is niet meer dan een opsomming van de hoorzittingen geworden, eerder dan een werk dat de basis kan zijn voor een zevende rondje staat hertekenen. Dat is ook logisch: in de Kamer of Senaat kristalliseert zich zelden zo’n oefening uit, dat gebeurt traditioneel onder partijvoorzitters.
- Nu komt er een volgende fase aan, in het proces: het uitloten van burgers, om in panels te komen discussiëren in het Parlement. Dat was en is een stokpaardje van de groenen, waarbij vooral Kamerlid Kristof Calvo ook tijdens het schrijven van het regeerakkoord op het gaspedaal ging staan. De vraag is of dat veel stenen in de rivier zal verleggen.
- Want wat de staatshervorming betreft, eiste cd&v in 2020 bij de vorming van Vivaldi nog wel wat garanties. Voorzitter Joachim Coens maakte zich toen sterk, met ook de schaduw van cd&v-sterkhouders als Hilde Crevits en Koen Geens in de rug, dat zijn partij zou proberen de gezondheidszorg verder te regionaliseren én ook asymmetrische bevoegdheden, onder meer op vlak van Werk, erdoor te krijgen. Vivaldi liet, op papier, daar de deur voor open.
- Op beide dossiers staat ondertussen stevige schimmel. De vraag is of de nieuwe cd&v-voorzitter Sammy Mahdi straks op die nagel zal kloppen: het is onduidelijk of onder zijn voorzitterschap de communautaire koers van cd&v, die de afgelopen jaren behoorlijk ‘Vlaams’ was, zal standhouden, of aangepast worden. In zijn boek ‘Van hol naar vol’, bleek maar weinig liefde voor het Vlaamse beleidsniveau.
- En overigens zag Vivaldi de ‘politieke vernieuwing’ niet louter als discussie over een staatshervorming. Ook dossiers zoals de partijfinanciering (die massa’s geld doet vloeien naar de partijhoofdkwartieren) en een lobbyregister voor politici, waren zaken waar zeker de groenen van droomden. Ook daarover heerst groot scepsis of de federale meerderheid nog iets klaarkrijgt.
Om te volgen: De druk stijgt over Ventilus.
- Bovengronds of ondergronds? Die vraag ligt nu al weken op de lippen in West-Vlaanderen, waar een nieuwe hoogspanningskabel naar de windmolenparken op zee moet getrokken worden door een hele rist gemeenten.
- Het Salomonsoordeel lijkt daar bij minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) te liggen: zij moet straks kleur bekennen. Maar de druk is niet min, langs beide kanten.
- Open Vld, dat federaal ook stevig aan de kar trekt voor windmolens op zee, is helemaal voor bovengrondse kabels: het ondergrondse voorstel is vele malen duurder (tot 5 miljard euro meer), en zal zo ook jaren langer duren om te realiseren. Wie een groenestroomrevolutie wil doorduwen, moet maar wat NIMBY-discussies aan de kant leggen, zo is de redenering daar.
- Dat is helemaal anders voor cd&v, die nochtans ook in de federale regering mee die politiek van meer windmolens op zee steunt. Maar in West-Vlaanderen is de macht van de lokale cd&v-burgemeesters en de afdelingen net iets groter: zij willen dus absoluut de kabels wél onder de grond, ondanks de kost in tijd en geld.
- Nu roeren de werkgevers zich, traditioneel een bondgenoot van N-VA: “Als het de Vlaamse regering menens is met haar ambitie voor een innovatief én duurzaam Vlaanderen waar welvaart belangrijk is, dan maakt ze de weg vrij voor een bovengronds Ventilus. Zoals een mens moet ademen, hebben ondernemingen stroom nodig. En bij voorkeur koolstofarme stroom”, zo schrijven een reeks lobbygroepen zoals Voka, de Confederatie Bouw, Agoria, Comeas, Febiac en de Vlaamse havens in een open brief. “Wordt Ventilus niet bovengronds gebouwd, dan verliezen onze ondernemingen twee keer: de stroomfactuur wordt niet alleen fors duurder, we zullen ook investeringen en jobs mislopen.”
- Maar voor Demir en N-VA ligt het niet zo eenvoudig: ook de lokale N-VA–afdelingen in West-Vlaanderen staan niet te springen. En lokale kopman en Vlaams Parlementslid Wilfried Vandaele (N-VA), die altijd de ‘groene flank’ van de partij vertegenwoordigde, sprak zich al uit voor een ondergrondse leiding. Ook Demir mag tot die ‘groene vleugel’ van N-VA gerekend worden.
- Voor de zomer moet de Vlaamse regering de knoop doorhakken. Maar een eenzijdige beslissing om het bovengronds te doen, levert hoe dan ook een stortvloed aan juridische klachten op: dat kan, net zoals in het Oosterweeldossier, veel extra tijd en geld kosten.
Zoals verwacht: Drie Brusselse meerderheidspartijen krijgen er geen verbod op onverdoofd slachten door.
- Pijnlijk, een federaal België waar Vlaanderen en Wallonië al lang onverdoofd slachten verboden hebben, om onnodig dierenleed tegen te gaan, terwijl hoofdstad Brussel er niet in slaagt dat te verbieden. In het Brusselse Parlement stemde de meerderheid helemaal verdeeld in de Commissie Leefmilieu op een voorstel van Groen, Open Vld en DéFi, toch drie coalitiepartners.
- Met zes stemmen tegen, zes stemmen voor en drie onthoudingen, strandde het voorstel, op protest uit de PS en Ecolo-fracties, en ook van Vooruit en de PTB. Daar woog het gewicht van moslimstemmen in de hoofdstad te fel door: in die geloofsgemeenschap is dat verbod op onverdoofd slachten voor sommigen een aanslag op hun religieuze voorschriften.
- Nochtans had men wel gezocht naar een compromis, door allerlei technieken van verdoving toe te staan, en ook het verbod pas in 2028 te laten ingaan, wat tegen de Europese richtlijnen zou ingaan.
- Zowel bij de PS als de MR stond er druk op het dossier: beide partijen vervingen in de commissie hun leden, om zeker te zijn dat men volgens partijorders zou stemmen. Bij de PS was dat tegen, bij oppositiepartij MR net voor. En ook bij Vooruit moest Hilde Sabbe plaats maken voor Fouah Ahidar (Vooruit), de fractieleider, die zeker ‘neen’ wilde stemmen. Uiteindelijk stemde ook PTB tegen, terwijl Ecolo zich onthield, op een voorstel dus van Groen.