Vooruit wil snoeien in bankkosten pensioensparen: “Spaarder kan zo tot 21.000 euro extra overhouden”

Via de derde pensioenpijler kan je op een fiscaal voordelige manier sparen voor jouw oude dag. Alleen zijn die pensioenspaarproducten niet gratis. De financiële instellingen rekenen allerhande kosten aan, waaronder instapkosten en lopende kosten. Vooruit wil nu het mes zetten in kosten.


Key takeaways

  • In ons land kan je met behulp van een pensioenspaarfonds of pensioenspaarverzekering sparen voor later. De banken rekenen wel verschillende kosten aan.
  • Vooruit stelt nu voor om de instap- en lopende kosten te plafonneren. Volgens de partij kunnen de pensioenspaarders zo tot 21.000 extra overhouden op het einde van de rit.
  • De bankenfederatie Febelfin waarschuwt dat de ‘overheidsinmenging’ de goede marktwerking en concurrentie in het gedrang brengt.

Duiding: Wat is de derde pensioenpijler?

  • De derde pensioenpijler laat je op eigen houtje sparen voor jouw oude. Tot die categorie behoren het pensioensparen en het langetermijnsparen. In beide gevallen kan je in aanmerking komen voor een belastingvermindering.
    • Hoeveel je fiscaal in mindering kan brengen als je aan pensioensparen doet, is afhankelijk van het bedrag dat je jaarlijks spaart. De vermindering bedraagt 30 procent als je tot 1.050 euro (inkomstenjaar 2025) opzijzet. Als je tussen de 1.050 euro en 1.350 euro spaart, bedraagt de belastingvermindering 25 procent.
    • De belastingvermindering voor het langetermijnsparen wordt op een andere manier berekend. Het bedrag dat je kunt opnemen in je personenbelasting is afhankelijk van jouw inkomen. De vermindering bedraagt hoe dan ook 30 procent van de gestorte premies.
  • Vergeet niet: Op je 60e verjaardag (of 10e verjaardag van het contract als je na je 55e bent gestart met pensioenparen) int de fiscus een eindbelasting van 8 procent.

“Pensioensparen levert de banken gemiddeld 1.200 euro op”

Zoom in: De derde pensioenpijler is dankzij het belastingvoordeel een zeer populair spaarproduct. Zo’n 3 miljoen Belgen zetten elk jaar geld opzij voor hun pensioen via een pensioenspaarfonds of pensioenverzekering. Maar wat veel mensen niet weten is dat de financiële instellingen kosten aanrekenen.

  • Denk onder meer aan de instapkosten. Uit recent onderzoek van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) blijkt dat bij 14 van de 21 pensioenspaarfondsen die kosten oplopen tot 3 procent (van de premies).
    • “Sommige fondsen vragen zelfs 10 procent instapkosten, waardoor de bank nog meer geld opstrijkt”, voegt Kamerlid Jeroen Soete (Vooruit) eraan toe. Hij berekende voor HLN.be dat de financiële instellingen op het einde van rit de meer dan 1.200 euro aan instapkosten opstrijken.
  • En daar stopt het niet. Pensioenspaarders moeten doorgaans ook doorlopende kosten betalen. Die bedragen gemiddeld 1,24 procent (van de opgebouwde reserve).
    • “In het begin is dat nog niet veel, omdat het gespaarde bedrag nog niet heel hoog is. Maar hoe groter die pot wordt, hoe meer geld er naar de bank vloeit”, aldus het Kamerlid. “Als iemand het maximale bedrag van 1.050 euro spaart en 1,24 procent aan lopende kosten betaalt, dan worden er in het eerste jaar slechts 13 euro aangerekend. Maar na veertig jaar lopen die kosten op tot 1.186 euro.”
  • Volgens Soete loopt het totale rendementsverlies voor de pensioenspaarder door alle kosten op termijn op tot zo’n 40.000 euro.
    • “Die belastingvermindering die pensioenspaarders op hun eigen spaarcenten krijgen, gaat eigenlijk grotendeels naar de financiële sector vanwege al die hoge instapkosten en lopende kosten. De hele sector ontvangt zo’n 500 miljoen euro van het bedrag dat spaarders jaarlijks opzij zetten voor hun pensioen”, zegt Soete.
    • Conner Rousseau, voorzitter van Vooruit, schaart zich achter de boodschap van zijn partijgenoot. “Die banken en verzekeraars verrijken zich op kap van mensen die elke dag keihard werken en geld aan de kant zetten voor hun pensioen”, zegt hij. “Als de koopkracht van de mensen onder druk staat, moet een sterke overheid hen beschermen.”

Vooruit wil het mes zetten in kosten pensioensparen

In het nieuws: Soete stelt voor om instapkosten te beperken tot maximaal 1 procent en de lopende kosten tot 0,5 procent. Hij gaat een wetsvoorstel indienen.

  • “Zo zorgen we ervoor dat het fiscaal voordeel voor pensioensparen ook echt terechtkomt bij wie er recht op heeft: de spaarders zelf. Met dit plan kunnen spaarders rekenen op zo’n 21.000 euro extra”, klinkt het.

Maar: De bankenfederatie Febelfin is geen grote voorstander van dat voorstel. Die vreest dat de ‘overheidsinmenging’ de goede marktwerking en concurrentie in het gedrang brengt.

  • “Kleine pensioenspaarproducten zouden dan ook ophouden met bestaan, waardoor het in handen komt van een handvol beheerders. Zo bestaat de kans dat de spaarder ook zijn rendement ziet verwateren”, luidt de boodschap.

Wil je op de hoogte blijven van alles wat er zich afspeelt in de financiële wereld? Niels Saelens, een journalist met een passie voor financiën, volgt alles op de voet op. Via deze link kan je je inschrijven op zijn dagelijkse nieuwsbrief.