Werkgeversorganisatie Voka wil dat het systeem van loonsubsidies als steunmaatregel mogelijk wordt gemaakt in meerdere sectoren. Volgens de werkgeversorganisatie kan een loonsubsidie een beter alternatief zijn dan dan tijdelijke werkloosheid.
Volgens Voka heeft het systeem van tijdelijke werkloosheid zeker zijn nut bewezen ‘in de acute fase van de coronacrisis‘. ‘Maar op langere termijn dreigen mensen zo door te schuiven naar de langdurige werkloosheid en worden ze niet voorbereid op de arbeidsmarkt van morgen’, klinkt het vandaag in een persbericht. Werknemers die lange tijd in tijdelijke werkloosheid zitten, krijgen minder opleidingskansen en worden zo minder mobiel op de arbeidsmarkt.
500.000 werklozen tijdens pandemie
De werkgeversorganisatie meldt dat tijdens de coronacrisis vorig jaar gemiddeld een half miljoen mensen per jaar tijdelijk werkloos waren, en dat slechts 2,9 procent van hen een of andere opleiding volgde. ‘De verhoopte doorbraak aan digitale opleidingen is, ondanks vele goede initiatieven, uitgebleven. Tegelijk kampt onze arbeidsmarkt met een grote mismatch tussen vraag en aanbod. Om uit de crisis te geraken moeten we toekomstgericht inzetten op bijscholing of tijdelijke tewerkstelling.’
De werkgeversorganisatie schuift een loonsubsidie naar voren als beter alternatief en stelt dat de federale regering dat ook beseft. Zo komen de vrijdag aangekondigde steunmaatregelen voor de reissector er in de vorm van zo’n loonsubsidie, zegt de werkgeversorganisatie.
‘Voka pleit ervoor om in een aantal sectoren zoals toerisme, events en entertainment het systeem van de loonsubsidie in te voeren zodat we onze mensen en ondernemingen klaarstomen voor een succesvolle, duurzame en digitale toekomst’, aldus Hans Maertens, gedelegeerd bestuurder van Voka, in het persbericht.
Volgens de organisatie laat een loonsubsidie meer maatwerk toe en biedt het op termijn meer handvaten om mensen om te scholen en op te leiden, en om ondernemingen voor te bereiden op een volledige doorstart. ‘Omzetverlies betekent niet dat elke bedrijfsactiviteit is stilgevallen. Zo wil de reissector minimale dienstverlening aanbieden, staat de eventsector voor de uitdaging zich heruit te vinden, kan de transportsector verder werk maken van het opleiden van chauffeurs, of kan de luchtvaarssector zich voorbereiden op wellicht grondige transities.’
Inzetten op verdere opleiding
Vlaams minister van Werk en Economie Hilde Crevits zegt de bezorgdheid te delen dat langdurig tijdelijk werklozen minder mobiel worden op de arbeidsmarkt en dat de duurzaamheid van hun loopbaan onder druk komt te staan. Het systeem van tijdelijke werkloosheid, bedoeld om massale ontslagen te vermijden, is niet zaligmakend en kan op verschillende manieren worden aangepast, stelt ze in een reactie.
In Nederland is er een systeem waarbij een werknemer wel aan de slag blijft en intussen door de werkgever wordt gestimuleerd om een opleiding te volgen. ‘De onderneming krijgt daar subsidies voor. Ook daar zijn voor- en nadelen aan. De stimulans om opleidingen te volgen is groter, maar de werkgever blijft een deel van de personeelskost dragen’, aldus de minister.
Crevits wijst erop dat in het systeem van tijdelijke werkloosheid, er geen personeelskost is voor de werkgever. ‘Daarom willen we wel een extra inspanning vragen aan werkgevers. Als zij gebruik willen maken van intensieve tijdelijke werkloosheid, moeten ze voor een opleidingsplan zorgen voor hun werknemers.’
Volgens Crevits moet opleiding een structureel element zijn in tijdelijke werkloosheid. Wie intensief tijdelijk werkloos is, moet zich dan wel verplicht inschrijven bij de VDAB. ‘Ik roep mijn collega Pierre-Yves Dermagne (federaal minister van Economie en Werk) dan ook op om structureel een opleidingsplicht in het stelsel tijdelijke werkloosheid in te bedden. Het is zeker een goede zaak om in bepaalde sectoren, zoals de reissector, de mogelijkheid te bieden om een keuze te maken tussen tijdelijke werkloosheid en loonsubsidies.’