De drie partijen die onderhandelen over een nieuwe Vlaamse regering – N-VA, cd&v en Vooruit – hebben een consensus bereikt om het fiscale voordeel op dienstencheques af te schaffen. Ook ligt er een voorstel op tafel om de prijs op te trekken. De kostprijs van een dienstencheque verhoogt daardoor met een derde.
In het nieuws: Als het voorstel er komt, kost een dienstencheque straks 10 euro.
- Op dit moment kost een dienstencheque voor gezinnen 9 euro per uur. Daarvan kan je op dit moment 20 procent recupereren via de belastingen. De werkelijke prijs van een dienstencheque bedraagt dus 7,20 euro. De drie partijen zijn alvast overeengekomen dat het fiscaal voordeel moet verdwijnen, weet De Tijd. De redenering van ontslagnemend Vlaams minister van Werk Jo Brouns (cd&v) wordt dus gevolgd. Hij pleitte al in februari voor de afschaffing van het voordeel.
- Daarnaast wordt er ook gedacht om de prijs van de dienstencheques op te trekken naar 10 euro, meldt De Tijd. Vergeleken met de effectieve kost van 7,20 nu is dat dus een stijging van een derde. Vooruit en cd&v irriteren zich al langer aan de lage kostprijs.
- Ook binnen de sector zelf klaagt men over de prijs, die vaak te laag is om het personeel goed te kunnen betalen en om de dienstenchequebedrijven zelf boven water te houden. 90 procent van de bedrijven past dan ook extra administratieve kosten toe.
- Sommige bedrijven wachten niet op de politiek. Bij i-mens betalen klanten sinds februari een bijdrage van 5 euro per dienstencheque. Daardoor kost een uur poetshulp bij het dienstenchequebedrijf 14 euro per uur. I-mens bracht naar buiten dat klanten zich daar niet door lieten afschrikken. De 5 procent die afhaakte door de prijsverhoging groeide weer aan.
Sector vindt de verhoging van de dienstencheques niet genoeg
De vraag: Waar moet het gewonnen geld voor worden gebruikt?
- Het idee om de dienstencheques duurder te maken, leeft al langer. Er blijft echter politieke onenigheid over wat er met het gewonnen geld moet gebeuren. Door de fiscale aftrek af te schaffen, kan er 200 miljoen euro bespaard worden. Vooruit en cd&v zien dat geld liefst terugvloeien naar de sector. N-VA zou het deels willen gebruiken om de begroting in evenwicht te krijgen.
- Om ervoor te zorgen dat huishoudhulpen en de dienstenchequebedrijven meer overhouden, zou de inruilwaarde van de cheques verhoogd kunnen worden met de 2,80 euro die Vlaanderen per cheque zou overhouden na de afschaffing van het fiscaal voordeel. De huidige inruilwaarde bedraagt 28,50 euro en zou dus uitkomen op 31,30 euro per dienstencheque. Wat meespeelt is dat de inruilwaarde 10 jaar lang niet meer geïndexeerd werd.
- De federatie van de commerciële dienstenchequebedrijven Federgon vindt een verhoging van 2,80 te weinig en pleit voor een verhoging van 5 euro, net zoals i-mens. Daarbij wil men 2 euro gebruiken om de rendabiliteit van de bedrijven zelf te verbeteren, 2 euro moet gaan naar ondersteuning en opleiding van de huishoudhulp. Die zou dan zelf 1 euro aan loonsverhoging kunnen krijgen.
- “2,80 euro is een goed begin, maar totaal onvoldoende. De sector heeft die 5 euro integraal nodig”, reageert Karin Van Mossevelde, de algemeen directeur van i-mens, in De Tijd.
- Bij Federgon-woordvoerder Dennis Rombauts klinkt het zo: “De afschaffing van de aftrek mag vooral geen besparingsoperatie worden op kap van een sector die in zwaar weer zit”.
Een akkoord over alles
Om te volgen: Er moet nog heel wat afgeklopt worden voor de verhoging een feit is.
- Cd&v en Vooruit zijn opgetogen over de mogelijke verhoging. Met name Vooruit is blij dat poetshulpen een hoger loon zouden kunnen krijgen, maar “deze maatregel is nog maar een begin”, klinkt het.
- N-VA wil realistisch blijven en stipt aan dat de mogelijke verhoging van de dienstencheques onderdeel uitmaakt van de bredere gesprekken over de begroting. En “zolang er geen akkoord is over alles, is er een akkoord over niets”, is te horen bij formateur Matthias Diependaele (N-VA).
- Er liggen nog een paar andere fiscale hervormingen op tafel, zoals mogelijke verkeersbelastingen voor elektrische wagens, de uitbreiding van de jobbonus of een hervorming van de successierechten.
- Het budgettaire plaatje moet pas tegen het einde van de rit duidelijk worden. Na een kleine crisis zijn de Vlaamse onderhandelaars bereid om door te werken en compromissen te sluiten. De hoop om tot een akkoord te komen voor de lokale verkiezingen van 13 oktober leeft weer.