Recent heeft de Deense windturbinefabrikant Vestas foto’s gedeeld van ‘s werelds eerste windmolenwiek met een lengte van 115,5 meter. De Denen bouwen er in totaal drie, voor het prototype van een offshore windturbine met een vermogen van 15 megawatt (MW). Dat model zou 20.000 Europese huishoudens van stroom kunnen voorzien. Maar Europa lijkt niet bijzonder geïnteresseerd meer te zijn in windenergie.

Want: hoewel windturbines groter worden, is het aantal windmolenbestellingen van Europese landen in het derde kwartaal met 36 procent teruggelopen. Daarmee holt de EU ver achter het niveau aan dat het statenverband nodig heeft om zijn zelfopgelegde klimaatdoelstellingen te halen.

Klimaatdoelen van 2030

Concreet: uit nieuw cijfermateriaal, dat eind vorige week door de Europese sectororganisatie WindEurope werd gepubliceerd, blijkt dat dit jaar in totaal voor 7,7 gigawatt (GW) aan windvermogen besteld is bij Europese windmolenfabrikanten.

Maar: aangezien de klimaatdoelen van de EU behelzen dat het continent tegen 2030 op z’n minst 510 GW aan windvermogen heeft, zou de sector tot dan elk jaar 39 GW aan nieuw vermogen moeten installeren.

• Daarbovenop blijkt dat het aantal windturbine-orders in het derde kwartaal beperkt is gebleven tot slechts negen landen.

• Ook betreffen de bestellingen alleen windmolens op land, terwijl er geen enkel nieuw offshore-order werd geregistreerd.

• In totaal werd in het derde kwartaal voor slechts 2 gigawatt (GW) aan nieuwe turbine-orders geplaatst. Finland is, met 322 MW, het land met het hoogste aantal bestellingen qua vermogen.

Redenen voor terugval

De belangrijkste oorzaak van het teruggelopen aantal bestellingen, is het onzekere economische klimaat.

• Door de opgelopen kosten van grondstoffen zijn windmolens in het algemeen prijziger.

• Ook de stijgende rente in de eurozone doet geen goed aan het vertrouwen van investeerders. In principe zou dat geen probleem moeten zijn, omdat ook de elektriciteitsprijs de voorbije maanden fors is geklommen. Maar wat gebeurt er als de prijs van stroom weer naar het niveau van voor de oorlog in Oekraïne glijdt?

• “Als over enkele jaren de elektriciteitsprijs weer daalt, terwijl parken veel duurder zijn uitgevallen, is het de vraag of de investering kan worden terugverdiend”, zo verklaart Kees Van der Leun, directeur van energietransitie-adviesbureau Common Futures, de terughoudendheid van geldschieters in het Nederlandse dagblad De Volkskrant.

Dit stuk verscheen eerder in ingekorte versie in de energie-nieuwsbrief ‘Energy Insider’ – abonneer je hier

(bg)