Verschilt de Amerikaanse economie onder Trump van die onder Obama?

Deze week kwam het in de Verenigde Staten tot een ongeziene Twitterrel tussen zittend president Donald Trump en zijn voorganger Barack Obama. Beiden zagen zichzelf als verantwoordelijk voor de sterke prestaties van de Amerikaanse economie. Maar wie heeft gelijk? Heeft er überhaupt iemand gelijk?

Hij doet het weinig, maar maandag leverde Barack Obama een politiek geladen boodschap aan het adres van Donald Trump. In een tweet blikte hij terug op de ondertekening van de ‘Recovery Act’ uit 2009. Dat was een herstelprogramma met een reeks stimuleringsmaatregelen om de economie weer in gang te draaien. ‘Hiermee effende ik het pad voor meer dan een decennium van economische groei en de langste periode van jobcreatie in de Amerikaanse geschiedenis’, liet Obama zich ontvallen.

Daarop volgde uiteraard een wederwoord van Donald Trump. ‘Het meest recente waanidee al gehoord? President Obama probeert nu de eer op te strijken voor de economische boom die mijn regering gerealiseerd heeft’, sneerde de president. ‘Onder Obama was er het zwakste herstel sinds de Grote Depressie, ondanks het gunstige rentebeleid van de Federal Reserve.’

https://twitter.com/realDonaldTrump/status/1229551220248936451?ref_src=twsrc%5Etfw%7Ctwcamp%5Etweetembed%7Ctwterm%5E1229551220248936451&ref_url=https%3A%2F%2Fwww.hln.be%2Fnieuws%2Fbuitenland%2Fheuse-twitterrel-tussen-obama-en-trump-verhit-de-gemoederen-in-de-vs~ae6c5478%2F

Wie van de twee heeft gelijk? Moeilijk te zeggen, want de relatie tussen het beleid van de president van de Verenigde Staten en de Amerikaanse economie is niet één-op-één. Het is ook een wijdverspreid fenomeen dat een president op veel lof kan rekenen als de economie goed presteert. Maar evengoed krijgt die een karrenvracht aan kritiek over zich heen als de economische motor sputtert.

Aan de hand van enkele economische indicatoren maken we hieronder de balans op. Verschillen de Amerikaanse economie onder Barack Obama en die onder Donald Trump fundamenteel van elkaar?

Economische groei? In een ideaal geval stijgt het bruto binnenlands product (bbp) jaarlijks met zo’n 2 tot 3 procent. Het voorbije jaar lag de gemiddelde groei op 2,3 procent, wat een stuk minder is dan de laatste piek van 5,5 procent in het tweede kwartaal van 2014. Drie jaar later duwde president Trump er wel een verlaging van de vennootschapsbelasting door, om de economie aan te zwengelen. Het tarief daalde van 35 procent naar 21 procent, wat vooral de multinationals ten goede kwam.

Hoewel Donald Trump daarbij een spectaculaire bbp-groei van 4, 5 of zelfs 6 procent beloofde, bleef die groei in de jaren nadien steken op 2,9 procent (2018) en 2,3 procent (2019). Dat komt aardig in de buurt van de groei onder Obama: 2,5 procent in 2014 en 2,9 procent in 2015. Trump legt de oorzaak van dat niet-halen bij de rentepolitiek van de Federal Reserve, maar eigenlijk ligt de rente nu lager dan voorheen.

Jobcreatie? Een ander stokpaardje van Donald Trump is de werkgelegenheid. Hoewel het aantal toegevoegde jobs per maand iets hoger lag tijdens de laatste drie jaar van Obama’s ambtsperiode dan tijdens de eerste drie jaar van Trumps presidentschap, zijn de verschillen niet groot. In 2015 kwamen er gemiddeld zo’n 227.000 jobs per maand bij, terwijl er in 2018 ook elke maand 223.000 nieuwe banen gecreëerd worden.

Bron: The Washington Post

Werkloosheid? Ook hier pakt Trump graag mee uit. In zijn State of the Union benadrukte hij meermaals dat de Amerikaanse werkloosheidsgraad met 3,6 procent op het laagste peil in een eeuw ligt. Voor die claim valt deels iets te zeggen, want het cijfer dook in 1969 voor het laatst onder 3,5 procent.

Bron: The Washington Post

Alleen mag de president die prestatie niet op zijn eigen conto schrijven, want de werkloosheidsgraad is al sinds 2011 continu aan het dalen. En daar heeft ook het beleid van Obama weinig mee te maken, want het gaat hier opnieuw om een verdienste van het monetaire beleid van de Amerikaanse centrale bank.

Lonen? Een belangrijke vaststelling is dat de uurlonen in de Verenigde State met meer dan 3 procent per jaar stijgen, wat behoorlijk ongezien is. Trump beweert dat hij ervoor zorgde dat vooral de laagste lonen sterker stijgen. Maar als we de loongroei, rekening houdend met de inflatie, tijdens de ambtsperiode van Trump naast de cijfers onder Obama leggen, dan zijn de verschillen eigenlijk verwaarloosbaar. Economen geven wel toe dat de belastingverlaging van Trump een rol gespeeld heeft, maar wijzen er meteen ook op dat de loongroei sinds 2019 aan het afvlakken is.

Bron: The Washington Post

Aandelenmarkten? Ook de beurs is een fijne speeltuin voor Donald Trump, die op Wall Street in eerste instantie veel bijval kreeg voor zijn belastingverlaging. Nadien temperde het enthousiasme wat met zijn Chinese handelsoorlog. Maar laat ons vooral de cijfers erbij nemen: sinds Trumps aantreden is de belangrijkste aandelenindex, de S&P 500, 49 procent gestegen. Op hetzelfde punt in Obama’s ambtsperiode was de index al met 59 procent gestegen. Bij de Dow Jones is het verschil nog meer afgetekend: een stijging van 46 procent voor Obama versus een stijging van 25 procent voor Trump.

Maar belangrijk om te onthouden: net zoals presidenten geen directe invloed kunnen uitoefenen op de economie, net zomin hebben ze controle over de aandelenmarkten.

En zo belanden we bij de belangrijkste conclusie: de economische trends zijn in grote mate gelijklopend, maar perceptie is alles. De Republikeinse partij doet er momenteel alles aan om de economische prestaties in de markt te zetten als ‘de beste sinds de jaren ’90’, terwijl de Democraten minder te spreken zijn over de stand van het land.

Meer