De winst van de Republikeinse partij bij de tussentijdse Amerikaanse verkiezingen, is kleiner dan
verwacht. Toch kan de partij van president Joe Biden volgend jaar weer wat meer in de weg zitten.
Samen met meevallende inflatiecijfers is dat een nieuwe aanwijzing dat de dollarkracht afneemt.
Komende zaterdag meert de pakjesboot aan in Hellevoetsluis. De kans is groot dat Sinterklaas het
land alweer uit is voordat duidelijk wordt welke partij volgend jaar een meerderheid krijgt in de
Amerikaanse Senaat. Op 6 december gaan kiezers in de staat Georgia namelijk opnieuw naar de
stembus. Ondanks een minieme voorsprong op zijn Republikeinse uitdager Herschel Walker, slaagde
Raphael Warnock er deze week niet in om meer dan 50 procent van de stemmen te halen. Als hij in
de herkansing de zege veilig stelt, ziet het ernaar uit dat de partij van president Joe Biden de
flinterdunne meerderheid in de Amerikaanse Senaat behoudt. Dat is een flinke opsteker, want een
‘rode golf’ dreigde het heel lastig dreigde te maken voor Biden om een eigen koers uit te zetten.
Verdeeld congres
Met die rode golf wordt verwezen naar de partijkleur van de Republikeinen. Die zijn er overigens wel
in geslaagd om een kleine meerderheid te halen in het Huis van Afgevaardigden. Hierdoor wordt het
voor de Democratische partij een stuk lastiger om nieuwe wetten door het congres te loodsen. Dat is vervelend voor Biden, maar voor de rest van de wereld hoeft een verdeeld Amerikaans congres
helemaal niet zo slecht uit te pakken. De enorme investeringen van Biden in onder meer
infrastructuur en duurzaamheid, hebben de economische groei flink aangewakkerd. Een bijkomend
effect is dat ook de inflatie werd opgestuwd. En juist die heel hoge inflatie is dit jaar voor de Federal
Reserve aanleiding om de beleidsrente stevig op te schroeven.
Fed trapt op de rem
De snel stijgende Amerikaanse rente maakte het aantrekkelijk om meer vermogen in dollars aan te
houden. De kracht van de dollar leverde in andere landen soms behoorlijk wat problemen op. Alle
importproducten waarvan de prijs wordt uitgedrukt in de Amerikaanse munt – zoals onder meer olie
en andere grondstoffen – zijn namelijk ook een flink stuk duurder geworden. Het vooruitzicht dat
Biden door het verlies van de meerderheid in het Huis van Afgevaardigden minder hard op het
economische gaspedaal kan trappen, betekent dat de Federal Reserve mogelijk niet zo stevig hoeft te
remmen om de inflatie te beteugelen.
Euro boven de dollar
Als de Amerikaanse rente minder hard doorstijgt als waar het aanvankelijk naar uitzag, valt er een
belangrijke rugwind achter de dollar weg. Dat gebeurt ook als de spanning op financiële markten
afneemt. In dat opzicht is het weer een goed teken dat de Amerikaanse inflatie duidelijk afkoelt. Donderdag werd bekend dat de inflatie in oktober is uitgekomen op 7,7 procent. Dat is zowel een
stuk lager als de 8,2 procent van de vorige maand als de circa 8 procent waarop economen hadden
gerekend. Na de inflatiecijfers deed de Amerikaanse munt opnieuw een stapje terug. Hierdoor is de
euro weer wat meer waard dan de dollar – en het zou zomaar kunnen dat dit voorlopig zo blijft.
Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld.
Deze column geeft zijn persoonlijke mening weer en is niet bedoeld als professioneel
(beleggings)advies.