In China wordt deze week een verdrag geratificeerd dat uitlevering van verdachten tussen België en China mogelijk maakt. In ons land is dit al van kracht sinds 26 december. Mensenrechtenorganisaties maken zich zorgen.
Het verdrag zal deze week officieel bekrachtigd worden op het 25e Nationaal Volkscongres in Peking, dat plaatsheeft van 20 tot 22 januari Het zorgt ervoor dat verdachten die in ons land verblijven, vervolgd kunnen worden in China. Mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International en de vereniging voor Belgische Oeigoeren Belgian Uyghur Association maken zich hier ernstig zorgen over. Zo zou China onder meer Oeigoerse vluchtelingen uit België kunnen terughalen, die net uit het land vluchtten omdat ze er vervolgd zouden kunnen worden.
In het verdrag staat wel te lezen dat uitlevering omwille van een politiek misdrijf niet kan, met uitzondering van terrorisme. Al is het net onder die noemer dat China tegenstanders klasseert. Ook kan België eenzijdig weigeren bij een vermoeden van onmenselijke behandeling of foltering. China moet daarnaast garanderen dat ze misdrijven waar in hun land een doodstraf op staat, niet zullen uitvoeren.
‘Weinig te vrezen’
Groen-Kamerlid Wouter De Vriendt vreest echter dat we dit niet zullen kunnen controleren, omdat er in China geen onafhankelijk rechtssysteem is. Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) denkt dan weer dat Chinese Oeigoeren of andere activisten die in België verblijven weinig hoeven te vrezen. ‘Ook als China zegt dat het om een bepaald misdrijf gaat, zullen we de uitlevering weigeren als die kwalificatie niet klopt’, zei de minister aan De Morgen.
Vorige maand was er in Turkije protest tegen eenzelfde verdrag tussen China en het land. Daar woont de grootste groep Oeigoerse vluchtelingen. Vorige week nog hield een Pools hooggerechtshof een uitlevering aan China tegen, omdat er een risico op mensenrechtenschendingen leek te zijn.