Het Overlegcomité van vrijdag staat in het teken van corona, maar dan wel het herstelbeleid daarrond. Immers, de federale regering wil daar de verdeelsleutel vastleggen voor de gigantische zak geld die vanuit Europa komt. Dat is echter meteen een heet hangijzer: wie krijgt wat van de 5,15 miljard euro aan Europese subsidies? Het is een interessante discussie, die eens te meer de moeilijke verhoudingen tussen deelstaten en de federale overheid blootlegt.
In het nieuws: Vrijdag is er opnieuw een spannend Overlegcomité.
De details: Dat comité, ondertussen een soort Belgische superregering geworden, agendeert misschien wel een veel belangrijkere vraag dan of kappers weer open mogen of niet: wie krijgt de Europese miljarden binnen België?
- Liefst 750 miljard euro, dat is het totale pakket dat de Europese Unie klaar heeft om de relance op gang te trappen in de EU, en zo met deze bazooka de economische crisis, die na de pandemie volop dreigt, te bestrijden.
- Van dat pakket krijgt België ‘maar’ 5,15 miljard euro, veel minder dan landen zoals Spanje en Italië, die eerder in de eerste golf veel zwaarder getroffen waren, en economisch ook zwakker staan. Toen het geld in het voorjaar verdeeld werd binnen Europa, wist men nog niet dat België verder zo zwak zou presteren bij het bestrijden van de coronacrisis en de economie zwaarder getroffen zou worden.
- Hoe dan ook, 5,15 miljard euro blijft een gigantische som, om uit te delen. Daarvoor moeten de Europese lidstaten uiteraard plannen indienen bij de Commissie, om uit te leggen hoe ze het geld gaan besteden om hun economie te versterken.
- Al maanden speelt binnen België die discussie nu: wie krijgt welk deel? Want het meeste Europees geld dat historisch gezien naar België vloeide, in de vorm van subsidies, ging naar Wallonië. Het waren immers sommen uit het Europese Structuurfonds, dat specifiek bedoeld is om armere, achtergestelde regio’s in Europa uit het slop te trekken.
- Die verdeelsleutel kan deze keer niet opgaan, zo vindt Vlaanderen. Want de Vlaamse economie is bij deze crisis zwaarder getroffen dan de Brusselse of Waalse: proportioneel was er meer ‘impact’ door COVID, zeggen ze aan het Martelarenplein. De verdeling die ze daar naar voren schoven: doe het op basis van het bbp, het bruto binnenlands product.
- In die verhoudingen krijgt Vlaanderen zo’n 57 procent, Wallonië 24 procent en Brussel 19 procent. Dat betekent ruim 3 miljard euro voor Vlaanderen, een bedrag dat de Vlaamse minister van Begroting Matthias Diependaele (N-VA) in het najaar van 2020 ook herhaalde.
- De Vlaamse regering wil immers haar eigen relanceplan van 4,3 miljard daar een groot deel mee financieren. En ook de Waalse regering, met Elio Di Rupo (PS) als sterke man, heeft wel plannen met dat geld: ook daar is een grote regionalistische denkwijze aanwezig. Hoe meer geld naar de regio’s kan gaan, hoe beter dus, voor zowel de Vlaamse als Waalse regering.
- Daarin schuilt bovendien de logica die ook deze zomer opdook in het politieke akkoord tussen PS en N-VA: de regio’s zullen de polen worden, waarrond een confederaal België wordt gebouwd in de toekomst. ‘Ik denk dat Wallonië dat geld ook zeer nuttig kan gebruiken, omdat de regio nog met oude industrieën zit’, liet Diependaele zich fijntjes opmerken. Het zijn immers de regio’s en lokale niveaus die het gros van de ‘productiviteitsverhogende overheidsinvesteringen’ doen.
- Maar er is een groot addertje onder het gras: in die logica lijkt geen of nauwelijks plaats meer voor het federale niveau. Die hebben met Thomas Dermine (PS) weliswaar een staatssecretaris van Relance die voorheen het Waalse relancebeleid uittekende, en eerder als ‘regionalist’ bekendstaat, maar dat men uiteindelijk plannen zou aanvaarden waarin geen plaats is voor het federale niveau, lijkt ondenkbaar.
- Komt daar nog een moeilijkheid bij: de Franse Gemeenschap eist ook haar plek op. Anders dan in Vlaanderen heeft men aan Franstalige kant nooit de fusie van gemeenschap en gewest gedaan, en dus wil dat beleidsniveau ook een deel van de koek. Politiek gezien ligt het ook gevoelig: het Waals en Brussels Gewest worden geleid en gedomineerd door de PS, maar aan het hoofd van de Franse Gemeenschap staat Pierre-Yves Jeholet (MR), een liberaal.
- De Franse Gemeenschap is bovendien al jaren ondergefinancierd, en hoopt de zak Europees geld te gebruiken om eindelijk eens op een deftige manier haar onderwijs te versterken: een hele reeks nieuwe scholen moet gebouwd, en het lerarenkorps versterkt.
De essentie: Het Overlegcomité moet zo alweer een heikel dossier ontmijnen.
- Het is uiteraard geen toeval dat de N-VA erg duwt op het dossier: zij zitten enkel in die Vlaamse regering, en zien er een testcase in om ‘hun’ Vlaams niveau niet nog eens in een hoekje te laten duwen. ‘Als er telkens solidariteit moet zijn, via de transfers in de sociale zekerheid, dan mag er nu ook solidariteit zijn, nu Vlaanderen eens feller getroffen is’, zo is te horen.
- Maar twee partijen zitten daar alvast moeilijk: want de Open Vld levert met Alexander De Croo (Open Vld) wel de federale premier, ook al zitten ze ook in die Vlaamse regering. En ook CD&V danst op twee benen, en wil federaal ‘loyaal’ blijven.
- En aan Franstalige kant is het dus vooral uitkijken naar de PS zelf, waar zeker Elio Di Rupo (PS) met zijn regering eigen accenten wil leggen, en waar hij zich al langer ‘niet gerespecteerd’ voelt in dat Overlegcomité.
- Zo kan het wel eens worden dat die enorme som, 5,15 miljard euro, eigenlijk niet volstaat om iedereen gelukkig te maken, integendeel. De verlanglijstjes zijn te lang, en bovendien speelt op de achtergrond de meer fundamentele vraag: welke logica past men toe, de (con)federale, met focus op de deelstaten, of toch maar weer dat federale niveau boven?
- Het is gevoelige materie, waarin de federale regering bovendien de finale knoop mag doorhakken: de deelstaten kunnen wel ‘adviseren’, maar het beslissingsproces werkt niet via een verplichte consensus. Maar uiteraard kan de federale regering, die ‘constructief federalisme’ predikt, best er niets eenzijdig doorduwen.
Hét politieke dossier van het moment: De snelheid waarmee de vaccins worden toegediend.
- Met akkefietjes op de luchthaven van Zaventem, en ondertussen bijna een heksenjacht naar diegenen die ‘durfden’ op reis gaan, wordt de sfeer rond de coronabestrijding er niet aangenamer op. Dat daarbij de boel in het honderd loopt, en men aan de nationale luchthaven beslist om plots iedereen te controleren, terwijl op de autostrades nauwelijks controles zijn: het bevestigt het beeld van een kafkaiaanse aanpak door de overheid.
- Maar tegelijk moest de komst van een vaccin ‘hoop bieden’ in 2021: er komt licht aan het einde van de tunnel. Het was premier Alexander De Croo zelf, die dat verschillende keren aanhaalde, in zijn vooruitblik naar dit jaar.
- Alleen dreigt dat dossier van de hoop in sneltempo te verzuren, en als een boemerang naar de beleidsmakers terug te keren. Want niet alleen zijn de cijfers confronterend (zowel de UK als de VS lopen serieus voorop op de EU), een aantal kleinere landen als Israël buiten de EU, maar ook Denemarken binnen de EU, kunnen gelden als voorbeelden waar het toch duidelijk beter loopt en waar al veel meer mensen zijn ingeënt.
- Bovendien is er in het grootste Europese land, Duitsland, ook al erg felle kritiek opgedoken over heel de aanpak. En die is telkens tweeledig. Enerzijds de vraag waarom de EU zo traag en bureaucratisch handelt, en tegelijk waarom ze niet meer en sneller besteld heeft. Maar naast de EU, die de vaccins moet voorzien, is er ook kritiek over de distributie: waarom worden de vaccins niet veel sneller toegediend, dan dat ze in de diepvries liggen te wachten? Zo zijn in Duitsland wel al 265.000 mensen gevaccineerd, maar liggen er nog 1,3 miljoen dosissen klaar in vrieskisten.
- Vanuit de Zestien klinkt ondertussen het duidelijke signaal dat de aanpak versneld moet worden: men heeft in de gaten dat dit anders explosief wordt. En ook Frank Vandenbroucke (Vooruit), de minister van Volksgezondheid federaal, gaf al aan dat hij drie telefoontjes heeft gepleegd om de snelheid op te schroeven.
- De vraag is of dat zomaar kan. Want met negen ministers van Volksgezondheid ligt het, eens te meer, complex. Al op 16 oktober 2020 legde de Interministeriële Conferentie van die negen ministers, onder leiding van Wouter Beke (CD&V) overigens, de strategie vast voor heel België. Maar die is traag.
- Vlaanderen, met diezelfde Beke als verantwoordelijke, is daarbij overigens nog trager dan Wallonië en Brussel. Terwijl men deze week mikt op 12.000 Waalse inentingen, en 4.000 in Brussel, raakt men in Vlaanderen maar aan ongeveer 6.700. Het totale cijfer zit ook fel onder het target van 35.000 dat was vooropgesteld. Het zou wel eens kunnen dat Beke, en met hem de Vlaamse regering, straks weer de volle laag pakt.
- Daarbij probeert men de zaak te verdedigen, door te stellen dat men voor ‘kwaliteit’ gaat, en ‘dat het een marathon is en geen sprint‘. Dirk Ramaekers, de voorzitter van de taskforce vaccinatiestrategie, herhaalde dat argument gisteren nog eens in ‘Terzake’. Maar of dat afdoend is, ten opzichte van de ongeduldige publieke opinie, met de buitenlandse voorbeelden in de hand, is maar zeer de vraag.
- Bovendien wordt niet alleen de snelheid, maar ook de volgorde van vaccinaties fel aangevochten. Nu kiest men ervoor om eerst de bewoners van woonzorgcentra te vaccineren: ‘Daar waar de ziekte het hardst toeslaat, moeten we eerst beginnen’, is de logica. De exponent daarvan: de honderdjarige Jos, die als eerste een spuitje kreeg. Of dat communicatief de meest wervende aanpak was, om onder meer de jongere mensen nog te motiveren om maandenlang hun gedrag aangepast te houden, is maar de vraag.
- Maar ook medisch gezien ligt de aanpak dus fel onder vuur. Zo was Stefaan Vandecasteele, corona-coördinator in AZ Sint-Jan in Brugge, vanmorgen op Radio 1 duidelijk: ‘Er zijn toch verschillende argumenten om het medisch personeel eerst te vaccineren. Want de meeste infecties worden door het zorgpersoneel overgebracht.’ Een boodschap die Hans Willem-Snoeck, professor immunologie, gisteren op ‘Terzake’ ook al meegaf: het zorgpersoneel zou als eerste moeten komen, zeker met een nieuwe golf besmettingen die op ons afkomt.
Conclusie: De vaccinatie-aanpak zou wel eens de nieuwste bananenschil kunnen worden voor de beleidsmakers.
- België is geen eiland: net als in Duitsland, maar ook Frankrijk en Nederland, is er forse kritiek op de trage opstart van de vaccinaties. In Nederland (dat zelfs nog niet begonnen was) is men nu versneld bezig. Het debat dreigt zo Europees nog een aantal dagen en zelfs weken te woekeren.
- Zeker in combinatie met een pak nieuws dat de overheid steeds restrictiever gaat optreden en de regels verder nauwgezet opvolgt. Zo komen er vanaf vandaag 500 ‘flash’-controleurs bij, die thuiswerkcontroles doen bij bedrijven. Her en der duiken al verhalen op over een wel erg excessieve manier van aan controles doen, om toch maar het nut van de nieuw gevonden taak te bewijzen.
- Bovendien ontbrak, zoals wel vaker in de aanpak van deze pandemie, elk parlementair debat rond de vaccinatiestrategie, en wie daarbij welke prioriteit krijgt. De Franstalige politoloog Jean Faniel van het CRISP verwoordt het in L’Avenir vandaag misschien het duidelijkst: ‘Reeds weken zegt men ons dat vertrouwen en transparantie in het proces van de vaccinaties noodzakelijk zijn om mensen te overtuigen. Maar tegelijk zijn de vertegenwoordigers van het volk wel op geen enkele manier betrokken geweest bij de beslissing. (…) Een vaststelling dringt zich op: het debat over wie prioriteit krijgt, heeft nooit plaatsgevonden.’
- Donderdag komt alvast één aspect van de vaccins nog eens aan bod in de Kamer: de gelekte prijslijst van de producenten. Het was Eva De Bleeker (Open Vld), staatssecretaris voor Begroting, die de lijst met prijzen tweette, in een discussie met N-VA-Kamerlid Sander Loones. Dat was tegen elke afspraak met de farma-industrie, die contractueel vastlegde niet over de prijzen te communiceren. Maar die discussie lijkt ondertussen niet langer de hoofdmoot: de trage respons is veel meer brandend actueel vandaag.
Tegenslag: De coronacommissaris, toch een hoeksteen in de ‘nieuwe’ aanpak die Vivaldi zou hanteren, is even buiten strijd.
- Pedro Facon, voormalige kabinetschef van Open Vld bij onder meer Maggie De Block, was dé geknipte man om als coronacommissaris de krachten te bundelen om de pandemie aan te pakken. In het federale regeerakkoord hoopte men met de creatie van die nieuwe post, die wat boven de liefst negen ministers van Volksgezondheid in dit land moest gaan staan, om de zaken meer te stroomlijnen.
- Daarbij gold de post bijna als een ‘extra ministerpost’, zoveel politieke power werd er toegeschreven aan de coronacommissaris, die uiteindelijk dus naar een Vlaamse liberaal ging.
- Maar bij het begin van het nieuwe jaar blijkt Facon nu buiten strijd voor meerdere weken. Zelf was z’n communicatie uiterst voorzichtig over de reden waarom, in Het Laatste Nieuws heeft men het over een burn-out, wat in regeringskringen bevestigd wordt. Zijn Franstalige rechterhand (want in het federale België heeft een Vlaamse topambtenaar toch altijd zo’n evenknie nodig) én z’n kabinetschef gaan nu voorlopig z’n taken overnemen.