Nu de elektrificatie in de auto-industrie op stoom komt en de EU aandringt om weg te stappen van diesel- en benzinewagens, lijken de dagen geteld voor de verbrandingsmotor. Dat is echter niet de mening van Jean-Dominique Senard, de voorzitter van Renault, in ieder geval niet op de korte of middellange termijn.
In het nieuws: Senard benadrukt dat de verbrandingsmotor nog vele goede jaren voor zich heeft In een gesprek met La Tribune zei hij dat dat type motor nog minstens 70 jaar zal meegaan.
“Zoals je weet, zal Renault in 2030 elektrisch zijn en we weten hoe we dat moeten doen. Wat we ook doen, is auto’s met verbrandingsmotor behouden, want ik denk, of we het nu leuk vinden of niet, dat de verbrandingsmotor nog minstens 70 jaar zal bestaan. We willen de capaciteit behouden om die markt te blijven bevoorraden
Jean-Dominique Senard, de voorzitter van Renault
De details: De verbrandingsmotor zal niet in zijn huidige vorm blijven bestaan. Die zal moeten veranderen om de ecologische transitie te overleven en zijn impact op het klimaat te verminderen, door een combinatie met hybrides en waterstof.
- De voorzitter van Renault is niet tegen de groene transitie en beschrijft die zelfs als “buitengewoon” en onvermijdelijk: “Er is geen weg terug.”
- Volgens hem is die overschakeling al een tijdje aan de gang, maar is die nu in een versnelling terechtgekomen.
- Het is een feit dat niet iedereen plotsklaps een elektrische wagen zal bezitten, en daarom is Renault bezig met alternatieve brandstoffen, met name waterstof, te onderzoeken.
De prijs is niet langer een probleem
Groene wagens zijn nog relatief nieuw, wat betekent dat de bedrijven nog heel wat kosten maken bij de ontwikkeling van die duurzame technologieën. Zij rekenen die kosten door aan de eindgebruiker. Volgens Senard zal de prijs in de nabije toekomst geen obstakel meer zijn. Hij heeft het daarbij specifiek over wagens die op waterstof rijden.
- Hij gelooft dat er aanzienlijke vooruitgang wordt geboekt en dat “we er over vier, vijf of zes jaar zullen zijn.” In 2027-2028 zal de prijs van de alternatieve brandstof volgens zijn voorspellingen 1 tot 1,5 euro per liter bedragen. Dat is goedkoper dan benzine of diesel vandaag.
- Dat kan de consument ongetwijfeld motiveren om zijn brandstofwagen in te ruilen voor een alternatief dat op waterstof rijdt.
Einde van de brandstofwagens in 2035?
De Europese Unie wil de komende twaalf jaar stelselmatig afscheid nemen van de brandstofwagens. Zo mogen er in 2035 er in de EU geen nieuwe wagens verkocht worden die rijden op benzine of diesel. Volgens Senard is dat geen realistische doelstelling. En hij is niet alleen. Denk bijvoorbeeld aan Duitsland die in maart enkele vraagtekens plaatste bij dat doel. Het land wou dat CO2-neutrale synthetische brandstoffen zouden worden toegevoegd aan het plan. Onze oosterburen hebben uiteindelijk hun zin gekregen.
Voorts bestaat de angst dat er onvoldoende energie beschikbaar zal zijn als iedereen een elektrische wagen bezit. Zal Europa klaar zijn om volledig elektrisch te gaan? Senard gelooft dat de industrie zich moet voorbereiden voor een situatie waarin dat niet het geval zal zijn.
- “We moeten voor alternatieven zorgen. Het gaat om de toekomst van onze bedrijven. Als we ook maar de geringste twijfel hebben over de beschikbaarheid van alle energie die we nodig hebben, tegen betaalbare prijzen en in voldoende hoeveelheden, over materialen, over geopolitieke crises, dan is het onze verantwoordelijkheid om voor de werknemers van onze groep en consumenten te zorgen.”
- “Op dit moment zijn de voorwaarden om volledig elektrisch te gaan nog niet voorhanden”, benadrukte de voorzitter van Renault. Vandaar het plan van de fabrikant om door te gaan met de productie van verbrandingsmotoren (2.0).
- De uitdagingen zijn talrijk en verstrekkend. Naast de technologische, financiële en energieaspecten is er ook nog het probleem met de grondstoffen. Zullen er voldoende zijn om de vraag te volgen?
- China kondigde onlangs beperkingen aan op de export van metalen die cruciaal zijn voor de energietransitie.
- “Ik denk denk we ons onvoldoende voorbereiden op potentiële nieuwe geopolitieke crises”, aldus Senard. “Dat vraagt om grondstoffendiplomatie. De oorlogen van de toekomst zullen grondstofoorlogen zijn.”
(ns/evb)
