Uit de meest recente Notarisbarometer blijkt dat de activiteit op de vastgoedmarkt wat is afgekoeld. Dat is een eerste signaal dat de vastgoedprijzen binnenkort misschien zullen dalen. Toch verwachten bijna alle Belgen dat de prijzen in de komende twaalf maanden verder zullen stijgen, leert een bevraging van de grootbank ING.

De Notarisbarometer toonde eerder deze maand aan dat gemiddelde prijs van een woonhuis in ons land in de eerste drie maanden van 2022 met 7,1 procent is gestegen in vergelijking met het jaargemiddelde van 2021. Als we naar de reële prijsstijging (prijsstijging min inflatie) kijken, zien we dat de gemiddelde vastgoedprijs slechts met 0,6 procent is gestegen. Op veel plaatsen is zelfs sprake van een reële prijsdaling.

Die barometer toont ook aan dat de activiteiten op de vastgoedmarkt zijn afgenomen. Ook het aantal zoekopdrachten naar de drie grootste vastgoedzoekertjessites (Immoweb, Immovlan en Zimmo) lag in de eerste vijf maanden van het jaar gemiddeld 15 procent lager dan vorig jaar.

Belgen verwachten nog meer prijsstijgingen

Toch lijken de Belgen er niet van overtuigd te zijn dat de vastgoedprijzen snel zullen dalen. Een onderzoek van ING toont aan dat 94 procent van de bevolking denkt dat de prijzen in de komende twaalf maanden zullen stijgen. Bijna een derde verwacht zelfs een sterke stijging.

“Hoewel het aantal transacties lijkt af te koelen, blijft de vraag naar vastgoed groot. Het aantal huishoudens zal de komende jaren blijven groeien”, merkt Wouter Thierie, econoom bij ING België, op. “Bovendien houdt het reële beschikbare inkomen goed stand dankzij een sterke werkgelegenheidsgroei en de automatische loonindexering, die de groei van de huizenprijzen zal ondersteunen.”

Hij voegt er wel aan toe dat woonleningen duurder worden door de stijgende rente. Daarnaast zorgen de oorlog in Oekraïne en de hoge inflatie voor veel onzekerheid, waardoor huizenkopers hun aankoopbeslissing mogelijks kunnen uitstellen. ING verwacht daarom dat de huizenprijzen in 2022 met 5 procent zullen stijgen en in 2023 met 1 procent.

Woningen van vastgoedeigenaars zijn energiezuiniger

De grootbank polste in de bevraging ook naar hoe energiezuinig de woningen in ons land zijn. Daarbij valt op dat er een onevenwicht bestaat tussen huiseigenaars en huurders wanneer het gaat om de energieprestaties van de eigen woning. Zo heeft 4 op 5 huiseigenaars (80 procent) al dubbele beglazing, terwijl dat bij iets meer dan de helft (55 procent) van de huurders het geval is. Een soortgelijk patroon wordt ook waargenomen voor andere energiebesparende investeringen. 26 procent van de eigenaars heeft zonnepanelen, tegenover 5 procent van de huurders.

“Huurwoningen lopen dus achter op het vlak van energie-efficiëntie. En dit zal waarschijnlijk niet snel veranderen, aangezien logischerwijs weinig huurders overwegen om zonnepanelen te installeren op andermans eigendom, omdat de toegevoegde waarde van dit soort investeringen voornamelijk voor de verhuurder is”, zegt Thierie.

De hoge energiekosten zetten heel wat landgenoten aan om hun woning energiezuiniger te maken. 14 procent van de Belgen is van plan het komende jaar energiezuinigere toestellen te kopen en een op tien wil zijn huis beter te isoleren. Een zuinigere verwarmingsketel (9 procent), een warmtepomp (6 procent) en nieuwe digitale systemen om het verbruik te optimaliseren interesseren ook veel Belgen.

(lb)