De Chinese consumenteninflatie is in november naar het hoogste peil in 8 jaar geklommen. De voornaamste oorzaak is het verdubbelen van de prijs van varkensvlees. Chinese varkenskwekers worden al meer dan een jaar geteisterd door een uitbraak van de Afrikaanse varkenspest.
Consumentenprijzen stegen in november 4,5 procent in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Dat is de snelste stijging sinds het begin van 2012. Hoewel de prijs van varkensvlees zeer licht daalde in november was hij nog steeds dubbel zo duur dan een jaar eerder.
De producentenprijsindex (PPI) daarentegen daalde met 1,4 procent afgelopen maand. Die meet de veranderingen in de prijzen die binnenlandse producenten ontvangen. De PPI geeft dus de veranderingen in de productiekost weer.
De dalende producentenprijzen zullen waarschijnlijk de winstmarges drukken bij de industriële bedrijven in China. Die hebben al een zeer moeilijk jaar achter de rug met strengere milieuregels en minder bestellingen door het handelsconflict met de Verenigde Staten.
Analisten denken dat de vraag naar varkensvlees hoog zal blijven aangezien het Chinese nieuwjaar nadert, traditioneel de periode waarin de bevolking het meeste vlees eet.
De Chinese groei zal in 2019 waarschijnlijk rond zes procent blijven hangen, tegenover 6,6 procent vorig jaar.
De Chinese overheid heeft de impact van de Afrikaanse varkenspest proberen in te perken, zonder succes. Ze heeft bijvoorbeeld de import van varkensvlees enorm opgedreven. Maar in een land dat tegelijk de grootste producent én de grootste consument is van varkensvlees, is dat een groot gat om te vullen.