Key takeaways
- De Federal Reserve (Fed) is overgestapt van quantitative tightening (QT) naar quantitative easing (QE), door geld in de economie te pompen en de rente te verlagen.
- Die beleidsverandering leidde tot een stijging van de grondstoffenprijzen, vooral van goud en zilver, omdat beleggers op zoek gingen naar veilige havens.
- De opkomst van alternatieve munteenheden zoals de “Unit” weerspiegelt de groeiende trend bij landen om hun afhankelijkheid van de Amerikaanse dollar te verminderen.
Na maandenlang haar balans te hebben verkleind door middel van quantitative tightening (QT), keert de Federal Reserve nu het roer om en pompt ze miljarden terug in de markt met nieuwe quantitative easing (QE) – maatregelen die hun weerslag zullen hebben op de rentetarieven, grondstofprijzen en globale financiële dynamiek.
Het verschil tussen QT en QE
QT en QE zijn instrumenten waarmee centrale banken, zoals de Amerikaanse Federal Reserve, de hoeveelheid geld en liquiditeit in het financiële systeem sturen. Bij QT wordt de balans afgebouwd door obligaties te laten vervallen of te verkopen, wat de rente opdrijft en de economische activiteit afremt. QE doet het tegenovergestelde: door grootschalige aankopen van staatsobligaties en andere activa komt extra geld in omloop, wat de rente drukt en financiële markten ondersteunt in periodes van economische stress.
Dat centrale banken na een periode van QT opnieuw naar QE grijpen, onderstreept hoe kwetsbaar markten zijn geworden voor liquiditeitsverkrapping. Financiële stabiliteit weegt in zulke omstandigheden vaak zwaarder dan het strikt bestrijden van inflatie, zeker wanneer economische groei onder druk staat.
Versoepeling monetaire voorwaarden
De recente terugkeer naar QE betekent een verandering in het standpunt van de Fed over het beheren van economische groei en inflatie. De beslissing werd ingegeven door de druk van de markt en de wens om grote reserves in het financiële systeem te houden.
De beleidswijziging heeft belangrijke gevolgen voor de wereldwijde markten. De rentecurve zal naar verwachting steiler worden, wat duidt op een versoepeling van de monetaire voorwaarden.
Maar weegt de versoepeling wel op tegen de risico’s van QE?
Die ruime geldpolitiek kent echter duidelijke keerzijden. Door langdurig lage rente en een overvloed aan liquiditeit kunnen grondstoffenprijzen stijgen, zelfs in een zwakke conjunctuur. Hogere energieprijzen werken dan door in productiekosten, wat de inflatie voedt langs de aanbodzijde. Tegelijkertijd holt lage rente het rendement op spaargeld uit, waardoor huishoudens worden aangemoedigd om meer risico te nemen of hun koopkracht zien dalen.
Daarnaast vergroot QE de afhankelijkheid van financiële markten van centrale banken. Zodra beleggers verwachten dat monetair beleid bij onrust steeds opnieuw zal versoepelen, wordt het moeilijker om die steun weer af te bouwen. Zelfs het vooruitzicht van minder aankopen kan al leiden tot hogere rentes en spanningen op de obligatiemarkten, wat investeringen afremt en economische groei onder druk zet. Op langere termijn roept de omvang van QE ook vragen op over de mogelijkheid om die obligaties ooit zonder marktverstoring weer af te bouwen, en over de impact daarvan op de financieringskosten van overheden.
Bovendien vervaagt de scheidslijn tussen monetair beleid en het financieren van overheidstekorten, wat de geloofwaardigheid van de centrale bank kan aantasten. Zodra markten eraan gewend raken dat de Fed ingrijpt bij onrust, wordt het steeds moeilijker om die steun weer terug te draaien zonder financiële schokken te veroorzaken.
Zal Powell écht in zijn opzet slagen?
Fed-voorzitter Jerome Powell lijkt te vertrouwen op een bijna wonderlijke combinatie. Hij wil dat de inflatie terugkeert naar het streefcijfer van 2 procent, terwijl hij tegelijkertijd de rente verlaagt en miljarden terugpompt in de economie (40 miljard dollar per maand!). Dat gebeurt terwijl de Amerikaanse overheid een tekort van 2 biljoen dollar draait en de totale staatsschuld richting 39 biljoen dollar groeit, met nog eens honderden biljoenen aan verborgen verplichtingen.
Critici stellen dat Powells aanpak weinig realistisch is en twijfelen aan de haalbaarheid ervan. Inflatie wordt grotendeels bepaald door het begrotingsbeleid van het Congres, dat al jarenlang structureel meer uitgeeft dan het binnenkrijgt. In dat perspectief lijken renteverlagingen en nieuwe geldinjecties weinig effect te hebben op de kern van het probleem. De stijgende prijzen van goud en zilver laten zien dat zelfs de machtige Amerikaanse centrale bank haar grenzen kent: beleid alleen kan niet compenseren wat de overheid structureel overschrijdt.
Die scepsis wordt gedeeld door econoom en Fed-criticus Peter Schiff. Hij wijst erop hoe snel de centrale bank is omgeslagen: nauwelijks had de Fed het einde van de QT aangekondigd, of ze begonnen effectief al met nieuwe geldinjecties. “Ik had niet verwacht dat ze zo snel zouden schakelen,” schrijft Schiff in een blogpost. “Misschien had ik nog minstens één vergadering verwacht tussen het einde van QT en het begin van QE,” voegt hij eraan toe. Ook al zei Powell niet letterlijk dat ze opnieuw QE gingen doen, moet je zoals steeds bij communicaties van de Fed tussen de regels lezen, maar deze keer was het overduidelijk.
Volgens Schiff is het label dat de Fed gebruikt minder belangrijk dan de feitelijke handelingen: ondanks de officiële woorden is het beleid in de praktijk gewoon opnieuw quantitative easing.
Goud als veilige haven, ook de BRICS-landen anticiperen
De grondstoffenmarkten, meer bepaald goud en zilver, stegen sterk als gevolg van de acties van de Fed en de zwakkere Amerikaanse dollar. Goudfutures overschreden de 4.360 dollar per ounce, terwijl zilver de 63 dollar per ounce overschreed.
De overschakeling naar QE valt samen met de lancering van de “Unit”, een nieuwe munteenheid die gedeeltelijk door goud wordt gedekt, door de BRICS-alliantie. De alternatieve munt illustreert een groeiende trend onder landen die hun afhankelijkheid van de Amerikaanse dollar willen verminderen.
Centrale banken leggen steeds meer goudreserves aan, meer dan ze aan Amerikaans schatkistpapier bezitten. De trend naar goud als veilige haven wordt ook aangewakkerd door zorgen over mogelijke staatsschuldencrises en inflatiedruk.
Intussen wordt van de “nieuwe” Federal Reserve verwacht dat zij volgend jaar de rente verder zal verlagen, terwijl de regering-Trump een strikt easy-moneybeleid blijft voeren te midden van toenemende zorgen over een mogelijke staatsschuldencrisis.
Samengevat
De keuzes van centrale banken om hun balans te verkleinen of uit te breiden hebben invloed op de wereldmarkten, van rentetarieven tot grondstoffenprijzen. Daarnaast spelen nieuwe spelers, zoals de goudgedekte BRICS-valuta, een steeds grotere rol, waardoor de dynamiek tussen monetaire beleid en de wereldeconomie alleen maar complexer wordt en goud en zilver steeds meer op de voorgrond gaan treden.
Volg Business AM ook op Google Nieuws
Wil je toegang tot alle artikelen, geniet tijdelijk van onze promo en abonneer je hier!

