Het aantal kinderen dat wereldwijd kinderarbeid verricht, is voor het eerst in twintig jaar gestegen. ‘Het afgelopen coronajaar heeft de strijd er niet makkelijker op gemaakt’, klinkt het bij Unicef.
De afgelopen vier jaar is het aantal kinderen dat kinderarbeid verricht wereldwijd gestegen tot 160 miljoen, een stijging van 8,4 miljoen. Dat blijkt uit een nieuw rapport van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) en Unicef, de kinderrechtenorganisatie van de Verenigde Naties.
Het onderzoek wijst op een aanzienlijke stijging van het aantal kindarbeiders van vijf tot elf jaar oud. Die leeftijdsgroep maakt nu iets meer dan de helft van het totale wereldwijde aantal uit. Sinds 2016 is ook het aantal kinderen van vijf tot zeventien jaar dat gevaarlijk werk uitvoert (schadelijk voor hun gezondheid en onveilig) met 6,5 miljoen gestegen tot 79 miljoen.
‘Wake-up call’
‘De nieuwe schattingen zijn een wake-up call. We kunnen niet weerloos toezien terwijl een nieuwe generatie kinderen in gevaar wordt gebracht’, zegt Guy Ryder, de directeur-generaal van de ILO. ‘Inclusieve sociale bescherming stelt gezinnen in staat hun kinderen op school te houden, zelfs in tijden van economische tegenspoed. Meer investeringen in plattelandsontwikkeling en fatsoenlijk werk in de landbouw zijn essentieel.’
In Sub-Sahara-Afrika werden de afgelopen vier jaar 16,6 miljoen meer kinderen in kinderarbeid geduwd. Dat heeft vooral te maken met de sterke bevolkingsgroei in de regio, terugkerende crises, extreme armoede en ontoereikende sociale bescherming.
Gevolgen pandemie
Ook de pandemie heeft ervoor gezorgd dat meer kinderen aan het werk zijn geslagen. Zelfs in regio’s waar in 2016 vooruitgang werd geboekt – zoals onder meer in Azië en Latijns-Amerika – heeft het coronavirus die positieve evolutie in het gedrang gebracht. Wereldwijd lopen 9 miljoen meer kinderen het risico om tegen eind volgend jaar kinderarbeid te moeten verrichten als gevolg van de pandemie, stelt het rapport.
‘We verliezen terrein in de strijd tegen kinderarbeid’, zegt Unicef-topvrouw Henrietta Fore. ‘Nu, ruim in het tweede jaar van wereldwijde lockdowns, schoolsluitingen, economische verstoringen en krimpende nationale budgetten, worden gezinnen gedwongen om hartverscheurende keuzes te maken.’
Fore roept regeringen en internationale ontwikkelingsbanken op om een prioriteit te maken van investeringen in programma’s die kinderen uit de arbeidsmarkt halen en terug naar de schoolbanken stuurt. Ook van belang zijn de ‘sociale beschermingsprogramma’s die gezinnen kunnen helpen te voorkomen dat ze deze keuze überhaupt moeten maken’. (lb)