De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft goede redenen om de spanningen met Griekenland en Cyprus op te drijven. Daarmee kan hij immers de aandacht afleiden van de toenemende problemen die Erdogan in eigen land het hoofd moet bieden. Dat zegt Yiannis Baboulias, analist voor het Foreign Policy Magazine. In Turkije groeit steeds meer ongenoegen over het dictatoriale optreden van Erdogan. Dat is ook bij de recente verkiezingen eind maart gebleken. Hierdoor is de positie van Erdogan in eigen land volgens Baboulias gevoelig verzwakt.
“Turkije heeft in zijn buitenlands beleid al herhaaldelijk getracht om spanningen met Griekenland en Cyprus strategisch uit te spelen,” benadrukt Yiannis Baboulias. “Dit keer zijn de Turkse leiders echter verder gegaan dan retoriek.”
Aardgas
Daarbij verwijst Baboulias naar de plannen van Erdogan om in het oostelijke deel van de Middellandse Zee aardgasbronnen te exploiteren. Dat gebied wordt algemeen beschouwd als economisch territoriale wateren van Cyprus. Dat eiland is echter in een Grieks en Turks deel opgesplitst. Turkije duldt echter niet dat zijn Grieks-Cypriotische rivaal rechten op een exclusief economische zone zou inroepen.”
“De Turkse regering betoogt dat de Grieks-Cypriotische exclusieve economische zone een inbreuk vormt op zijn eigen rechten,” voert Baboulias aan. “Turkije zegt ook dat een exploitatie van energiebronnen rond het eiland zou neerkomen op een schending van de rechten van Turks-Cyprioten, die het noorden van Cyprus controleren sinds de opsplitsing van het eiland vijfenveertig jaar geleden.”
“De geplande aankoop van een Russisch raketsysteem door Turkije is een andere bron van spanning,” zegt Baboulias. “Die plannen hebben de Verenigde Staten de dreiging ontlokt Turkije uit het inkoopprogramma van het gevechtsvliegtuig F-35 uit te sluiten. Indien Turkije toch met de aankoop zou doorgaan, dreigen bovendien nog andere sancties. De Navo en de Verenigde Staten zeggen dat een koppeling van de F-35 aan een Russisch raketsysteem de westerse veiligheid in het gedrang zou brengen.”
Istanboel
De agressieve houding van Erdogan heeft volgens Baboulias veel te maken met de Turkse lokale verkiezingen eind maart. Daarbij heeft Erdogan immers veel steden verloren. Dat geldt ook voor Istanboel, de belangrijkste bastion waarop Erdogan zijn macht heeft uitgebouwd. Het verlies van Istanboel heeft hem dan ook aangezet om in de stad een nieuwe stemming af te dwingen.
”Turkije heeft in het verleden bij de Cypriotische kwestie herhaaldelijk van confrontaties gebruik gemaakt,” zegt Baboulias. “Nu lijkt Erdogan echter de hele status-quo in de Egeïsche Zee en het oosten van de Middellandse Zee in vraag te stellen.”
“Federica Mogherini, hoofd van het buitenlands beleid van de Europese Unie, heeft dan ook haar bezorgdheid over de plannen van Turkije in het gebied al uitgedrukt. Zij heeft Turkije daarbij opgeroepen de nodige terughoudendheid aan de dag te leggen.”
Dat is volgens Baboulias echter wellicht onvoldoende om Erdogan af te schrikken. Mevüt Çavuşoğlu, Turks minister van buitenlandse zaken, heeft in een brief aan Mogherini dan ook al gewaarschuwd dat de steun van de Europese Unie voor de Grieks-Cyprioten onder het mom van solidariteit met zijn lidstaten strijdig is met het internationaal recht.
“Elke aarzeling die de bondgenoten van Cyprus en Griekenland in het geval van een groot conflict met Turkije zouden laten blijken, zal echter alleen maar grotere twijfel over de efficiëntie van de Navo doen rijzen,” besluit Baboulias.