Vele Europese steden halen een belangrijk deel van hun inkomsten uit het toerisme, maar tevens dreigt de massale toestroom van bezoekers hun leefbaarheid ernstig in het gedrang te brengen. De gemeentebesturen van een aantal toeristische metropolen proberen maatregelen om de problemen in te dijken, maar dat lukt niet overal even goed. De Italiaanse stad Venetië moet mogelijk als het prototype van het fenomeen worden omschreven.
De stad kreeg eerder dan andere toeristische bestemmingen in Europa met de problemen van het massatoerisme te maken en draagt wellicht ook de zwaarste gevolgen.
Wereldwijde middenklasse
Lang werd gevreesd dat Venetië in zijn moerassige ondergrond zou wegzinken. Vooraleer dat zou kunnen gebeuren, blijkt de stad echter eerder door het massatoerisme te worden versmacht. “De voorbije decennia is het aantal toeristen in Venetië jaarlijks met 5 procent gegroeid,” zegt de Britse journalist Edward Lucas. “Dat betekent dat de stroom toeristen elke veertien jaar verdubbelt.”
“Gewezen burgemeester Paolo Costa, een professor economie, benadrukte dertig jaar geleden dat het historische centrum van de stad dagelijks maximaal twintigduizend bezoekers kon verwerken. Inmiddels is dat aantal opgelopen tot 80.000 toeristen per dag en tijdens de zomerperiode ligt dat cijfer nog gevoelig hoger.”
“Een aantal stemmen benadrukte dat een verbod op cruiseschepen – die elk jaar 700.000 bezoekers naar de stad brengen – de druk zou verminderen, maar dat is een misrekening,” aldus nog Lucas. “De echte problemen hebben een andere oorsprong.”
“De cruises zouden in totaal slechts tien dagen van de jaarlijkse volledige toeristische populatie vertegenwoordigen. Bovendien komen de meeste cruise-passagiers zelfs nooit tot in het centrum van de stad. Het echte probleem ligt bij de toeristen die met bussen en treinen worden aangevoerd. Die stroom blijkt door een onophoudelijke toename gekenmerkt te worden. De wereldwijde middenklasse kent immers een sterke groei, wat een toeristische tsunami veroorzaakt.”
Laboratorium
“De Venetiaanse architect Vincenzo Casali noemt de stad dan ook een toeristisch laboratorium,” zegt Lucas. “Wat in Venetië gebeurt, staat volgens hem binnenkort ook andere toeristische bestemmingen te wachten. Het toerisme presenteert elke populaire bestemming kansen en problemen, maar Venetië is bijzonder kwetsbaar.”
“De Italiaanse stad is niet alleen extreem aantrekkelijk, maar ook bijzonder fragiel en is bovendien lange tijd onoordeelkundig geleid. Vooral de geconcentreerde schoonheid van Venetië vormt een bedreiging. Bezoekers komen alleen langs om de monumenten van de stad bewonderen. Venetië ontvangt jaarlijks 25 miljoen bezoekers, maar daarbij zijn ook 12 miljoen dagtoeristen.”
“De meeste attracties van Venetië kunnen gratis worden bezocht,” verduidelijkt Lucas. “De toerist voelt geen enkele intentie voor andere dingen te betalen. Dat lijkt voor de budgettoerist een logische keuze, maar voor Venetië zijn de gevolgen dramatisch. De stad moet immers meer toeristen opvangen, maar ontvangt daarvoor minder inkomsten.”
“De toeristische overbevolking schrikt daarnaast de bezoeker uit de hogere prijsklasse af. Maar bovendien bedreigt de overbevolking ook de lokale economie. Onder meer de vismarkt aan de Rialto-brug telt steeds meer lege standplaatsen. De prijzen op het vasteland zijn weliswaar goedkoper, maar vooral de grote groepen toeristen zouden de lokale bevolking weghouden.”
“Elders in de stad worden dezelfde klachten gehoord,” zegt de journalist. “Ook de traditionele restaurants kunnen niet op tegen de toeristische horeca-uitbatingen.”
Verzet
Ondanks die grote druk ontvangt het stadsbestuur per gemiddelde toerist amper 3 euro belastingen. Er zijn een aantal voorstellen gedaan om een toeristen-ticket te introduceren dat bij de ingang van de stad zou moeten worden gekocht. Die inkomsten zouden gebruikt kunnen worden om de nodige financiële middelen aan te reiken voor het onderhoud van de kanalen en de subsidies voor culturele activiteiten die de toerist uit de hogere prijsklasse zouden kunnen interesseren.
Die voorstellen botsen echter steevast op hard verzet van een aantal belangengroepen. “Het duurde tien jaar vooraleer het stadsbestuur erin slaagde een overeenkomst te vinden met een tiental verkopers van duivenvoer op het San Marco plein,” aldus Lucas. “Het stadsbestuur moest belangrijke compensaties betalen om de betrokkenen te kunnen bewegen hun activiteiten te staken.”
“Nog veel moeilijker is het echter om de weerstand van de 550 gondeliers en de 1.000 uitbaters van watertaxi’s tegen beperkende maatregelen te overwinnen. Bovendien is Venetië administratief een eenheid met Mestre, een groter en industriëler district op het vasteland. Dat bemoeilijkt de situatie, want de belangen van beide locaties lopen soms ver uit elkaar.”