Toenemende wildgroei van winkeloppervlakte: “Gemeenten zijn bang voor lange procedureslag”

De aanwezigheid van detailhandel in stadskernen wordt kaler en de leegstand van winkelpanden groeit. Tegelijkertijd worden er steeds meer winkelpanden in perifere gebieden opgezet. Een negatief advies hiertoe wordt in 66 procent van de gevallen naast zich neergelegd. Unizo topman Danny Van Assche geeft uitleg in The Morning Drive van Business AM.


Beluister hier het volledige gesprek met Danny Van Assche.


Waarom is dit belangrijk?

Een handelscentrum waar veel kleinhandelaars samen actief zijn, trekt meer consumenten aan. Toch is er nu een trend gaande waarbij nieuwe handelsruimten steeds meer buiten stedelijke gebieden gebouwd worden. Dit is slecht nieuws voor de handelaars die in het centrum achterblijven.

In het nieuws: Twee op de drie negatieve adviezen van het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) worden door steden en gemeenten simpelweg niet gevolgd.

Van Assche is gedelegeerd bestuurder voor de Unie voor Zelfstandige Ondernemers (Unizo). Hij legt uit waarom dit een probleem vormt.

  • “Vorig jaar werd er voor 330.000 vierkante meter perifere detailhandeloppervlakte vergund. 66.000 Vierkante meter daarvan is nieuw en voor 2023 zit er nog eens 50.000 in de pipeline. Eigenlijk komen die er dus nog steeds aan de lopende band bij”, zegt Van Assche.
  • “Bovendien is dit heel vaak buiten de stadskernen en tegen het advies van de VLAIO in.”
  • Opvallend is dat een positief advies wel gewoon gevolgd wordt. “In tachtig procent van de gevallen volgen steden en gemeenten wel gewoon een positief advies op.”

De weg van de minste weerstand

  • “Gemeenten hebben angst voor een lange procedureslag bij de Raad van State. Ze volgen de weg van de minste weerstand: “Laat het ons snel goedkeuren, dan komen er geen procedures van”, aldus Van Assche.
  • Een tweede reden is dat gemeenten ook naar de voordelen kijken. Ze willen enerzijds die tewerkstelling binnentrekken, en anderzijds zien ze die projecten liever niet naar naburige gemeenten gaan, waardoor ze wel de lasten maar niet de lusten zouden dragen.

De oplossing

  • “Die stadskernen worden steeds leger en economisch minder leefbaar”, zegt Van Assche, maar hij heeft ook een oplossing: “Er zou een detailhandel of beleidsplan moeten komen voor gans Vlaanderen, want eigenlijk mag het niet aan één gemeente liggen om te gaan oordelen of er een groot oppervlakte ergens buiten de stadskern of de dorpskern komt en die eigenlijk een ganse regio gaat bedienen.”
  • “Op dit moment staat dit al in de doelstellingen van het Vlaams regeerakkoord”, zegt Van Assche. Hij voegt nog toe dat er onder zo’n Vlaams beleidsplan een veel dwingender kader bestaat, en het moeilijker wordt voor steden, gemeenten en provincies om dit soort beslissingen naast zich neer te leggen.

(fjc)

Meer