De schade die de Russische inval in Oekraïne toebracht aan de wereldwijde voedselvoorziening blijkt nog groter dan gevreesd. Volgens schattingen zou zowat de helft van de voor de wereldmarkt bestemde landbouwproductie door Oekraïne teloorgaan. Het wereldwijde tekort aan meststoffen, eveneens verergerd door de oorlog, dreigt daarbovenop voor minder grote oogsten te zorgen. Gecombineerd met droogte is volgens de FAO, de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN, daarom “gerichte humanitaire actie dringend nodig om levens te redden en bestaansmiddelen te verzekeren in 20 hongernoodgebieden”.
Daarbovenop besliste India afgelopen weekend om de verkoop van tarwe voor onbepaalde tijd op te schorten. Dit om de ‘binnenlandse voedselveiligheid te garanderen’, al zouden er ook achterpoortjes voor sommige landen blijven. Een hittegolf in India waarbij meer dan 15 procent van de oogst verloren zou gaan lijkt de aanleiding. Dit terwijl nog maar enkele weken terug op landen als India werd gerekend om de wereldwijde voedselschaarste te milderen.
Javier Blas, verslaggever voor Bloomberg, stelt daarover:
“Mijn grootste zorg is het copycat-gevaar van India’s uitvoerverbod voor tarwe. Dan niet enkel voor tarwe (en maïs), maar vooral voor rijst. Indien de rijstexporteurs in paniek zouden geraken (niet dat daar een reden toe is, dankzij de verwachte recordoogst) en het voorbeeld van India zouden volgen, is het game over voor de globale voedselzekerheid.”
Een perfecte storm
Over de hele wereld zijn basisproducten in een jaar tijd al met 23 procent in prijs gestegen en er zit niet meteen verandering aan te komen. Abdolreza Abbassian, een voormalige FAO-expert landbouweconomie, waarschuwt zelfs: “Het echte gevaar is het seizoen 2022-2023, en dat zal tot de val van regeringen leiden.”
Voor de oorlog leverde Oekraïne 11 procent van de wereldwijd verhandelde tarwe, 15 procent van de gerst, 17 procent van de maïs en 46 procent van de zonnebloem- en saffloerzaden, wat de reden is waarom supermarkten in Frankrijk, het V.K. en elders de verkoop van plantaardige olie reeds beperkten. Zowat 30 procent van de Oekraïense grond is momenteel bezet, onveilig of te beschadigd om aan landbouw te doen, dus dit is een immense uitdaging.
Daarbovenop hamstert China ook meer gewassen dan anders en waren er voor het conflict al uitvoerbeperkingen voor Argentijns rundvlees, Russische kunstmest alsook gelijkaardige beslissingen door landen zoals Kazachstan en Servië.
De rol van de Europese strijd tegen ontbossing
Opmerkelijk was ook de beslissing van Indonesië om te stoppen met de export van palmolie, wat een cruciaal ingrediënt is voor de wereldwijde voedselketen. Laat de EU nu van plan zijn om verregaande nieuwe beperkingen op te leggen voor de import van palmolie. De motivatie hiervoor is de strijd tegen “ontbossing”.
Hier mogen toch vragen bij worden gesteld. 84% van de wereldwijde palmolieproductie vindt plaats in Indonesië en Maleisië. Het onafhankelijke World Resources Institute wees Indonesië en Maleisië onlangs specifiek aan als “bakens van hoop voor de bossen”. Ontbossing is uiteraard een probleem, maar volgens de FAO is de ontbossing in Azië niet zo problematisch als in Afrika en Zuid-Amerika.
Een betere, meer gerichte, aanpak zou zijn – zoals ook het Wereld Natuur Fonds (WWF) voorstelt – “duurzame palmolie te ondersteunen en boycots te vermijden, aangezien we weten dat vervanging door andere plantaardige oliën kan leiden tot nog meer schade aan het milieu en de samenleving”. In Maleisië, dat gelukkig, in tegenstelling tot Indonesië, palmolie blijft exporteren, geniet 90 procent van de productie een duurzaamheidslabel, dus op dat vlak zit het wel goed.
In dat verband moet ook worden vermeld dat palmolie een bijzonder hoge opbrengst heeft, in vergelijking met de alternatieven. Zo maakt een onderzoek dat werd gepubliceerd in Nature duidelijk dat om gelijke tred te houden met de globale vraag, een uitbreiding van palmolieproductie met slechts 36 miljoen hectare extra land nodig zou zijn, terwijl dit 204 miljoen hectare bedraagt voor sojabonen. Een herdenking van de huidige Europese visie lijkt dus wel op zijn plaats.
De grootste voedselcrisis in de geschiedenis?
Een nieuw expertenrapport door het zogenaamde “Internationaal panel van deskundigen inzake duurzame voedselsystemen” voorspelt dat we de nieuwe globale voedselcrisis wel eens de “grootste in de geschiedenis” zou kunnen worden. David Beasley, de directeur van het Wereldvoedselprogramma van de VN, waarschuwt nu al een paar weken voor de gevolgen van de oorlog voor de wereldwijde voedselproductie. Deze week nog zei hij over de Russische zeeblokkade voor de kust van Oekraïne: “hoe langer de havens in de streek van Odessa gesloten blijven, hoe verwoestender deze wereldwijde hongercrisis zal worden. Is het te veel gevraagd om voedsel door te laten, zodat miljoenen kunnen eten?” Hij voegt er aan toe dat Europa zich om deze reden wel eens binnenkort zorgen zou kunnen gaan maken over veel grotere migratiestromen vanuit Afrika.
De EU probeert nu te helpen om de voedselvoorziening vanuit Oekraïne dan maar via de weg en het spoor te geleiden, maar dit is allesbehalve evident. Landen zoals Brazilië springen momenteel wel bij, maar de Braziliaanse agro-industrie hangt voor ruim een kwart af van de import van – reeds aan uitvoerbeperkingen onderhevige – kunstmest uit Rusland en Wit-Rusland. Europese topambtenaren vrezen daarbovenop dat de Russische dictator Vladimir Poetin voedselvoorziening wel eens als economisch wapen zou kunnen gaan gebruiken, met exportbeperkingen voor agrovoedingsproducten, kunstmest en energie.
Ook in West-Europa stijgen de voedselprijzen ondertussen, met wel 10 procent per jaar. Voedsel maakt bij ons slechts een beperkt deel van de gezinsbudgetten uit, en zal dus niet tot hongeropstanden zoals de “Arabische lente” leiden, maar dit betekent niettemin wel voor velen een inperking van de levenskwaliteit.
De vraag is wat hier nu onmiddellijk kan worden aan gedaan. Eén stap moet alvast zijn om onze landbouwers niet met nog meer betutteling op te zadelen. In die zin is het goed dat de – groene – Duitse Minister van Landbouw aan de Europese Commissie vraagt nieuwe regulering over gewasrotatie wat uit te stellen. Bij ons en in Nederland kunnen beleidsmakers misschien beginnen met een herdenking van het controversiële stikstofbeleid, waarbij belastinggeld wordt gebruikt om landbouwbedrijven te sluiten. Het is nu niet bepaald het moment.
De auteur Pieter Cleppe is hoofdredacteur van BrusselsReport, een webstek die zich richt op nieuws en analyse met betrekking tot EU-politiek.