De Senaat blijft een heikel punt op vlak van besteding van overheidsgeld. Want die instelling heeft geen enkele deftige bevoegdheid meer, maar blijft ondertussen wel gewoon verder bestaan, met een kostenplaatje van ruim 40 miljoen euro per jaar. Al jaren dringt men aan, zeker aan Vlaamse kant, om die ‘praatbarak’ af te schaffen.
In het nieuws: Afgelopen weekend herhaalde Senaatsvoorzitter Stephanie D’Hose nog eens die kreet, die ze vorig jaar ook al lanceerde: “We moeten gaan voor een slanke overheid waarbij de Senaat geen rol meer speelt, maar ik kan de Senaat niet met één handtekening afschaffen.”
- En daarbij gaf ze het knelpunt toe, bij VTM: “We moeten een akkoord hebben met alle politieke partijen en daarvoor heb ik het afgelopen jaar, in alle luwte, complexe onderhandelingen gevoerd.” Maar of er dan een deal is? Onduidelijk.
- D’Hose heeft het nu over de artikelen in de Grondwet die moeten gewijzigd worden, om de Senaat af te schaffen: die worden voor herziening vatbaar verklaard. In praktijk zal ze daarover voor de zomer een wetsvoorstel neerleggen.
Zes miljoen erbij
- Beetje pijnlijk voor Open Vld is ondertussen het speurwerk van Sander Loones (N-VA). Die toetste na het media-optreden van D’Hose haar belofte van 11 oktober vorig jaar, om “15 miljoen op de Senaat te gaan besparen op twee jaar”, eens aan de feiten. “Vooral het politiek personeel en de subsidies aan partijen zullen eraan moeten geloven, daar zit het meeste vet op de soep”, stelde D’Hose toen.
- Toenmalige staatssecretaris voor Begroting Eva De Bleeker (Open Vld) schreef die besparing ook in de begrotingstabellen in november. Maar met haar exit in december vorig jaar, verdween ook dat plan schijnbaar. Want vanuit de Senaat komt het bericht dat er rekening gehouden moet worden met de inflatie en de energiecrisis, om besparingen te meten. Er zou zelfs 6 miljoen euro bijkomen, wat de meerderheid, eerst wat gegeneerd, niet wil bekrachtigen, maar wat in april bij de begrotingscontrole ook effectief gebeurd is.