In een interview met De Morgen betoogt Dorian de Meeûs, hoofdredacteur van La Libre Belgique, dat een eventuele staatshervorming nog altijd moeilijk ligt aan Waalse kant. De vraag blijft hoever N-VA en formateur/partijvoorzitter Bart De Wever (N-VA) willen gaan.
Gelezen: De Meeûs merkt veel vertrouwen op tussen Les Engagés en MR, maar minder tussen de Walen en N-VA als het gaat om de staatshervorming.
- In Wallonië kwam er bijzonder snel een regering tussen MR en Les Engagés op de been. Opmerkelijk daarbij was een summier regeerakkoord, dat nog grotendeels moet worden ingevuld. Het leverde alvast veel kritiek op vanuit de oppositie. Maar tegelijk laat het ook het vertrouwen tussen MR en Les Engagés zien, vindt de Meeûs.
- Hij zag Les Engagés ook opschuiven: “De partijlijn werd meer centrumrechts dan centrumlinks. (Les Engagés-voorzitter, red.) Maxime Prévot is vandaag maar al te blij dat hij niet langer het vijfde wiel aan de wagen van de PS is”.
- Volgens de Meeûs is het ook opmerkelijk hoe weinig er lekt over de federale onderhandelingen langs Franstalige kant. Het toont aan “dat er intern veel respect is, ook voor Bart De Wever”, meent hij. De Meeûs wil er daarom van uit gaan dat alles erg constructief verloopt tijdens die onderhandelingen.
- Daarbij zou De Wever zelf als premier haast geen issue meer zijn, weet hij. “De meeste Franstaligen beseffen ook wel dat er eigenlijk geen alternatief is”.
- Maar wat wel nog een probleem is, is een staatshervorming. Dat er hervormingen moeten komen, staat inmiddels als een paal boven water. Maar hoe ver die mogen gaan, daar vreest men in Wallonië voor. MR riep in de kiescampagne op om kritisch te kijken naar de staatsstructuur. Voor voorzitter Georges-Louis Bouchez (MR) mogen de werkloosheidsuitkeringen geregionaliseerd worden. Justitie, politie en gezondheidszorg wil hij dan weer herfederaliseren. Les Engagés wil af van de negen ministers van Volksgezondheid.
“N-VA moet het communautaire wat loslaten”
Ingezoomd: De ‘bifecale aanpak’ van N-VA is niet eenvoudig te realiseren.
- De N-VA pleit inmiddels voor een ‘bifecale aanpak’, die de partij parallel onderzoekt met een werkgroep onder leiding van Sander Loones (N-VA). Daarbij komt de federale regering overeen om beleid anders in te vullen in Vlaanderen en Wallonië.
- De Meeûs ziet een aantal praktische problemen: “De Vlaamse partijen willen bijvoorbeeld een rijbewijs met punten, de Franstalige niet. Gaan we dan alleen een rijbewijs met punten in Vlaanderen krijgen? En wat dan met Vlamingen en Walen die in Brussel wonen?”
- Al denkt politicoloog Dave Sinardet dat De Wever niet echt ver zal gaan met zijn ideeën, betoogt hij in Het Nieuwsblad: “De Wever heeft ingezien dat het communautaire niet is waar de meerderheid van de Vlamingen van wakker ligt. N-VA is nu een machtspartij, en als ze akkoorden wil maken met de Franstaligen moet ze dat wat loslaten”.
- Het denkbeeld dat ‘België niet functioneert’ is moeilijk recht te houden als Vlaanderen en Wallonië naar elkaar toegroeien, merkt Sinardet op. Het houdt N-VA echter niet tegen om te proberen, haalt kersvers Kamervoorzitter Peter De Roover (N-VA) aan: “Ons doel is nog altijd voor meer Vlaamse autonomie te zorgen. Maar dat verloopt via bepaalde spelregels en geijkte organen”. Dat laatste is overduidelijk een steek naar Vlaams Belang, die ervoor pleitte om eenzijdig de onafhankelijkheid uit te roepen als de Walen niet meewilden.
- Een andere optie om meer onafhankelijkheid te bekomen, is het zogenaamde asymmetrisch beleid. Dat werkt omgekeerd in vergelijking met bifecaal: de deelstaten maken elk beleid en spreken met de federale regering af hoe het te voeren. Zo kan het beleid in de deelstaten alsnog verschillen.
- Binnen Vivaldi dacht men aan deze aanpak, maar dat kwam uiteindelijk niet ten uitvoer. Het is nu aan Loones om te onderzoeken of de andere partijen te porren zijn voor een van de twee opties.