Het Duitse industrieconcern Thyssenkrupp is erin geslaagd om in zijn fabriek in Duisburg een staaloven alvast gedeeltelijk met waterstof te voeden. Op die manier wil het bedrijf uiteindelijk het gebruik van steenkool in de staalproductie afbouwen.

Het is volgens Thyssenkrupp de eerste keer dat waterstof bij de productie van staal als alternatief voor steenkool wordt gebruikt. Volgens waarnemers kan de technologie tot een grote bedreiging voor de wereldwijde steenkoolontginning uitgroeien.

Klimaatneutraal

‘De tests vormen een eerste stap in de overgang naar een klimaatneutrale staalproductie,’ benadrukte Premal Desai, voorzitter van Thyssenkrupp Steel Europe. ‘Thyssenkrupp heeft hier baanbrekend werk verricht. Het gebruik van waterstof is de belangrijkste hefboom voor de uitbouw van een klimaatneutrale staalproductie.’

In een volgende stap wil Thyssenkrupp in Duisburg eerst een volledige staaloven met waterstof laten branden. Over drie jaar zouden vervolgens minstens drie ovens exclusief op waterstof moeten draaien.

‘Met de inzet van waterstof willen we de uitstoot verminderen, maar tegelijkertijd ijzer van dezelfde kwaliteit blijven produceren,’ betoogde Arnd Köfler, technisch directeur van Thyssenkrupp.

Het demonstratieproject kreeg financiële steun van de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen.

Andreas Pinkwart, minister van economie van de deelstaat, voegde eraan toe dat het gebruik van waterstof in de industrie moet worden gestimuleerd. De technologie biedt volgens hem, vooral in de staalproductie, grote kansen voor de uitbouw van een klimaatneutrale industrie.

Bedreiging

Thyssenkrupp behoort tot de grootste staalproducenten van de wereld. Het concern produceert jaarlijks ongeveer 12 miljoen ton ruw staal. Het bedrijf heeft zich echter geëngageerd om de uitstoot van zijn activiteiten tegen eind volgend decennium met 30 procent te verminderen.

Thyssenkrupp streeft er ook naar om tegen het midden van deze eeuw klimaatneutraal te worden. De staalproductie biedt volgens volgens de Duitse groep een groot potentieel voor de afbouw van de industriële emissies.

De ontwikkeling vormt voor de steenkoolindustrie een grote bedreiging. Voor de productie van een ton ruw ijzer moeten conventionele hoogovens ongeveer 500 kilogram steenkool verbranden.

Diverse partijen – onder meer in de politiek en de steenkoollobby – voerden eerder aan dat de productie van steenkool nog vele decennia noodzakelijk zal zijn. Volgens die partijen blijft de massale inzet van steenkool nodig om staal te leveren voor de duurzame economie.

‘Om een windturbine te produceren, is er meer dan 200 ton steenkool nodig,’ benadrukken zij. De tests van Thyssenkrupp leiden echter tot grote vragen over die beweringen.

Thyssenkrupp is voornemens om halverwege volgend decennium nieuwe staalovens op waterstof in gebruik te nemen.