De Verenigde Staten zijn bezorgd over de impact van het Israëlische Pegasus-project op de nationale veiligheid en ondernemen serieuze stappen.
Het Israëlische techbedrijf NSO Group is op een zwarte lijst van de Amerikaanse overheid gezet. De beruchte brouwer van spywaresoftware zou “in strijd met het buitenlands beleid en de nationale veiligheidsbelangen van de VS” gehandeld hebben. Dat bericht The Guardian.
De software Pegasus, het vlaggenschip van NSO, wordt dan ook gebruikt door verschillende overheden om politieke dissidenten, journalisten, diplomaten en geestelijken te bespioneren. Het klantenbestand van de software bestaat uit landen zoals Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten, Hongarije en India.
In juli onthulde de Franse non-profit Forbidden Stories dat er verschillende journalisten en activisten in het land werden gehackt door buitenlandse overheden. Ook het telefoonnummer van de Franse president Emmanuel Macron zou het doelwit van de spyware geweest zijn.
Nu zal het Israëlische bedrijf in de VS dus dezelfde behandeling krijgen als Chinese en Russische hackers, waarmee het zijn plaats op de zwarte lijst deelt.
De crimineel Emmanuel Macron
Wat zijn de gevolgen van het Amerikaanse spierballengerol voor NSO eigenlijk? Het bedrijf kan geen computeronderdelen meer aankopen van fabrikanten uit de VS. Ook de verkoop van software in Amerika mag NSO uiteraard op zijn buik schrijven.
Ondertussen houdt NSO vol dat zijn spywareproducten enkel gebruikt worden door overheden van schimmige naties om gevaarlijke criminelen in het vizier te nemen. Dat Emmanuel Macron volgens bepaalde Arabische landen in die categorie thuishoort, wordt met klem ontkend.
Smartphone wordt afluisterapparaat
Als een smartphone wordt besmet met de Pegasus-spyware wordt het toestel feitelijk een verfijnd afluisterapparaat. Volledige gesprekken en gevoelige bestanden, zoals foto’s, kunnen worden doorgestuurd naar de persoon die de software bestuurt. Er kan via de microfoon van de smartphone ook worden meegeluisterd.
Yair Lapid, de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, zei in september dat zijn overheid “niet veel controle” heeft over de export van dergelijke software. “We gaan het opnieuw bekijken”, besluit Lapid.