In Denemarken staan voormalig topminister Claus Hjort Frederiksen en spionagechef Lars Findsen terecht op vermoeden van landverraad. Niet zozeer het schandaal zelf, maar wel de manier waarop de overheid het afhandelt, leidt stilaan tot een politieke crisis.
Snowden
Waarover gaat het?
- In december 2021 werd Lars Findsen gearresteerd op de luchthaven van Kopenhagen. Tot het jaar voordien was Findsen chef van de Danish Defence Intelligence Service (DDIS), de Deense militaire en buitenlandse inlichtingendienst. Een intern onderzoek wees uit dat Findsen in die periode regelmatig geclassificeerde informatie lekte aan journalisten: een misdrijf waar 12 jaar celstraf op staat.
- In januari arresteerde de politie ook Claus Hjort Frederiksen, destijds minister van Defensie en zo mee verantwoordelijk voor de DDIS. Ook hij zou informatie gelekt hebben. Wat er precies lekte is niet duidelijk, maar er zijn vermoedens dat het te maken heeft met Operatie Dunhammer. Die operatie was een intern onderzoek binnen de DDIS, dat blootlegde dat de dienst samenwerkte met de National Security Agency (NSA) om toppolitici en instellingen binnen de Europese Unie af te luisteren. Het onderzoek kwam er nadat klokkenluider Edward Snowden de feiten aan de wereld bekendmaakte.
- Findsen werd in in februari 2022 vrijgelaten, maar nauw gevolgd door de PET, de binnenlandse inlichtingendienst. In het geniep schreef hij, samen met journaliste Mette Albæk, een boek over zijn situatie. Daarin gaf hij aan dat zijn arrestatie een politiek gegeven was, opgepookt door Trine Bramsen, destijds minister van Defensie.
- Ook beschuldigde hij de PET ervan hem een deal te hebben aangeboden. Hij moest zijn contacten lekken en schuldig pleiten aan enkele zaken, in ruil zou de rechtbank hem een mildere straf geven. Dit is illegaal, en wordt door de PET tegengesproken. Dat het boek werd vrijgegeven middenin de kiescampagnes in 2022 deed ook zijn werk: een meerderheid van de politieke partijen pleitte voor de oprichting van een onderzoekscommissie.
Politieke afrekening
De essentie: Spionnen bespioneerden spionnen. En die spionnen wijzen eigenlijk naar de politiek als aanstoker.
- Zowel Findsen als Frederiksen geven aan dat hun arrestatie (en mogelijke veroordeling) een puur politieke afrekening is. De veroordelingen zijn door het allerhoogste niveau goedgekeurd, zo zegt de voormalige minister.
- Ook andere ambtenaren geven aan dat een veiligheidscomité finaal besliste over hun aanhouding. De voorzitter van dat comité is premier Mette Frederiksen. Een van de aanwijzingen is het gebruik van paragraaf 109 uit het Deense strafwetboek, een code die al 20 jaar niet meer gebruikt was.
- De huidige minister van Justitie, Peter Hummelgaard Said, spreekt dit met klem tegen: “Ik wil benadrukken dat noch ikzelf, noch de premier, noch de vorige minister van justitie, noch enige andere minister de stappen in het onderzoek tegen Frederiksen en Findsen hebben goedgekeurd”.
Impact op vrije pers
Onderliggend: De Deense politiek komt niet zonder kleerscheuren uit het schandaal.
- Een finale uitspraak over de zaken is er nog niet. Het duo kan (en zal) als verdediging opvoeren dat de staatsgeheimen eigenlijk al sinds Operatie Dunhammer op straat lagen. Een hacker die bij de PET werkte, had op eigen houtje informatie de wereld ingestuurd, zonder goedkeuring van zijn baas.
- Als gevolg van het schandaal riep de politie verschillende journalisten op als ‘getuigen’ in de zaak. Eigenlijk was het vooral een poging hun bronnen te weten te komen. Een van hen is Politiken-journalist Hans Davidsen-Nielsen. “Nooit in mijn stoutste dromen had ik me kunnen voorstellen dat zoiets als dit mogelijk was in Denemarken”, hekelt hij de repressieve aanpak van de overheid. “De zaak heeft een gigantische impact op de vrije pers. Officiële bronnen zijn er nog amper, omdat ze niet met ons durven praten.”
- Volgens ex-minister Frederiksen kadert zijn arrestatie dan ook in een breder plaatje, waarbij lekken van ambtenaren moeten worden aangepakt. “Het idee is om bronnen binnen de veiligheidsdiensten, maar ook bij de ministeries, af te schrikken.” “Wat gebeurt er? Hallo, we zijn in Denemarken, een land dat geregeerd wordt door een rechtsstaat. We zijn niet in Wit-Rusland”, zo vat een van ’s lands professors rechten de zaak samen. (cv)